Download Print deze pagina

Advertenties

FORD EDGE Instructieboekje

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Ford EDGE 2015

  • Pagina 1 FORD EDGE Instructieboekje...
  • Pagina 2 November 2015 GT4J 19A321 ABA Eerste druk...
  • Pagina 3 Niets uit deze uitgave mag in enigerlei vorm en door enig middel gereproduceerd, verzonden of in een oproepsysteem opgeslagen of in een andere taal vertaald worden zonder onze schriftelijke toestemming. Fouten of omissies uitgesloten. © Ford Motor Company 2015 Alle rechten voorbehouden. Onderdeelnummer: GT4J 19A321 ABA 20151021181610...
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Inleiding Sleutels en afstandsbe- diening Over deze handleiding ........7 Algemene informatie over Overzicht van symbolen.........7 radiofrequenties.........34 Gegevensopslag..........9 Afstandsbediening........34 Aanbeveling nieuwe onderdelen....10 Een verloren sleutel of Uitrusting mobiele communicatie ...10 afstandsbediening vervangen .....36 In één oogopslag MyKey Overzicht voorzijde exterieur.......12 Werking...............37 Overzicht achterzijde exterieur....13 MyKey aanmaken..........38...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Bedieningsorganen informatiedisplay Instrumentenpaneel ................60 Meters..............81 Verwarmd stuurwiel........60 Waarschuwings- en indicatielampen.........84 Ruitenwissers en ruiten- Akoestische waarschuwingssignalen en sproeiers -indicaties.............89 Voorruitwissers..........61 Infodisplays Automatisch in- en uitschakelende ruitenwissers..........61 Algemene informatie........90 Voorruitsproeiers..........62 Infoberichten...........99 Achterruitwissers en -sproeiers....63 Koplampsproeiers.........63 Klimaatregeling Werking..............115 Verlichting Ventilatieroosters..........115 Algemene informatie........64 Automatische klimaatregeling - Auto's Verlichtingsbediening........64 met: Gescheiden automatische...
  • Pagina 7 Inhoudsopgave Stoelen met klimaatregeling....139 Tips voor rijden met ABS ......169 Elektronische parkeerrem......170 Extra voedingsaansluitingen Regeling voor bergop rijden.......173 Aandrijfregeling Extra voedingsaansluitingen ....141 Werking.............174 Opbergvakken Gebruik maken van aandrijfregeling..174 Middenconsole..........143 Stabiliteitsregeling Dakconsole.............143 Werking.............175 Motor starten en stoppen Gebruik maken van stabiliteitsregeling........176 Algemene informatie........144 Sleutelloos starten........144 Parkeerhulp...
  • Pagina 8 Inhoudsopgave Aandrijfregeling..........223 Onderhoud Algemene informatie........253 Transport De motorkap openen en sluiten.....253 Algemene informatie.........224 Overzicht motorruimte......255 Bagageverankeringspunten.....224 Oliepeilstaaf..........256 Opbergruimte onder vloer achterin..224 Motorolie controleren........256 Bagagenetten..........225 Motorkoelvloeistof controleren....257 Dakrekken en bagagedragers....225 Automatische controle vloeistofpeil transmissie..........257 Hondenrek............226 Remvloeistof controleren......258 Aanhangers trekken Ruitensproeiervloeistof controleren..259 12 volt accu vervangen.......259 Trekken van een aanhanger....230 Ruitenwisserbladen controleren....261...
  • Pagina 9 Inhoudsopgave Voertuigidentificatieplaatje.....287 Chassisnummer...........288 Inhouden en specificaties .......288 Brandstofverbruikcijfers......290 Audiosysteem Algemene informatie........291 Audioeenheid - Auto's met: AM/FM/CD/ SYNC............292 Audioeenheid - Auto's met: Premium AM/FM/CD..........295 Audioeenheid - Auto's met: Sony AM/ FM/CD............296 Digitale radio..........299 USB-poort............302 Mediahub............302 Storingen verhelpen audio-installatie........303 SYNC Algemene informatie.........304 Instellingen............312 Entertainment..........327 Telefoon............337...
  • Pagina 10 Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing...
  • Pagina 11 De zijde wordt Hartelijk dank voor het kiezen van een bepaald wanneer met het gezicht naar Ford. We adviseren u, enige tijd te nemen voren in de stoel wordt gezeten. om met uw auto kennis te maken door deze handleiding te lezen.
  • Pagina 12 Inleiding Accuzuur Ventilatorwaarschuwing Veiligheidsgordel vastmaken Remvloeistof - niet op petroleumbasis Remsysteem Frontairbag Mistlampen vóór Interieurfilter Brandstofpomp resetten Brandstofvuldop controleren Zekeringenbox Kinderslot ver-/ontgrendelen Waarschuwingsknipperlichten Onderste verankering kinderzitje Achterruitverwarming Bovenste verankering kinderzitje Verwarmde voorruit Snelheidsregeling E71340 Bagageruimteontgrendeling Niet openen indien heet Boordkrik Motorluchtfilter Buiten het bereik van kinderen Koelvloeistof...
  • Pagina 13 Inleiding Let op de gebruiksinstructies Over het algemeen bevat deze technische informatie gegevens over de staat van onderdelen, modules, systemen of de omgeving: Paniekalarm • Bedrijfsomstandigheden van systeemcomponenten (bijvoorbeeld vulpeilen). Parkeerhulpsysteem • Statusberichten van de auto en de E139213 afzonderlijke componenten (bijvoorbeeld het aantal Parkeerrem wielomwentelingen/draaisnelheid,...
  • Pagina 14 We raden het gebruik van van Ford Garantie. Schade aan uw auto originele Ford en Motorcraft onderdelen die veroorzaakt wordt door andere aan wanneer er gepland onderhoud of...
  • Pagina 15 Inleiding behouden blijven. Mobiele communicatie-apparatuur omvat, maar is niet beperkt tot, mobiele telefoons, pagers, draagbare e-mailapparatuur, sms-apparatuur en draagbare zendontvangers. WAARSCHUWING Afleiding tijdens het rijden kan leiden tot verlies van de controle over de auto, aanrijdingen en letsel. We adviseren zeer voorzichtig te werk te gaan bij het gebruik van apparatuur die uw aandacht van de weg kunnen afleiden.
  • Pagina 16 In één oogopslag OVERZICHT VOORZIJDE EXTERIEUR E210811 Sloten. Zie Vergrendelen en ontgrendelen (bladzijde 42). Regensensor. Zie Automatisch in- en uitschakelende ruitenwissers (bladzijde 61). Zie Automatisch in- en uitschakelende verlichting (bladzijde 65). Wissers voorruit. Zie Ruitenwisserbladen vervangen (bladzijde 261). Motor Zie Onderhoud (bladzijde 253). Sleeppunt voor.
  • Pagina 17 In één oogopslag OVERZICHT ACHTERZIJDE EXTERIEUR E210812 Derde remlicht. Zie Gloeilampen vervangen (bladzijde 265). Achterruitwisser. Zie Ruitenwisserbladen vervangen (bladzijde 261). Sleeppunt achter. Zie Sleeppunten (bladzijde 234). Achterklep Zie Elektrisch bedienbare achterklep (bladzijde 45). Buitenverlichting achter. Zie Gloeilampen vervangen (bladzijde 265). Wielen en banden.
  • Pagina 18 In één oogopslag OVERZICHT INTERIEUR E190406 Versnellingshendel Zie Versnellingsbak/transmissie (bladzijde 159). Binnenhandgreep portier Zie Vergrendelen en ontgrendelen (bladzijde 42). Hoofdsteunen. Zie Hoofdsteunen (bladzijde 132). Veiligheidsgordels. Zie Veiligheidsgordels vastmaken (bladzijde 27). Achterbank. Zie Achterbank (bladzijde 136). Voorstoelen. Zie Stoelen (bladzijde 132). Handrem Zie Elektronische parkeerrem (bladzijde 170).
  • Pagina 19 In één oogopslag OVERZICHT INSTRUMENTENPANEEL - LINKS STUUR E190407 Luchtroosters. Zie Ventilatieroosters (bladzijde 115). Richtingaanwijzer. Zie Richtingaanwijzers (bladzijde 72). Toetsen van het informatiedisplay. Zie Bedieningsorganen informatiedisplay (bladzijde 60). Instrumentengroep. Zie Instrumentenpaneel (bladzijde 81). Toetsen van het informatiedisplay. Zie Bedieningsorganen informatiedisplay (bladzijde 60).
  • Pagina 20 In één oogopslag Schakelaar parkeerhulp. Automatische start/stop-schakelaar. Zie Parkeerhulp (bladzijde 177). Zie Auto-Start-Stop (bladzijde 150). Handrem Zie Elektronische parkeerrem (bladzijde 170). Sleutelloze startknop. Zie Sleutelloos starten (bladzijde 144). Bediening audio-unit. Spraakbesturing. Zie Audiobediening (bladzijde 58). Zie Spraaksturing (bladzijde 59). Stuurwielverstelling. Zie Stuurwiel afstellen (bladzijde 57). Claxon.
  • Pagina 21 In één oogopslag Luchtroosters. Zie Ventilatieroosters (bladzijde 115). Richtingaanwijzer. Zie Richtingaanwijzers (bladzijde 72). Toetsen van het informatiedisplay. Zie Bedieningsorganen informatiedisplay (bladzijde 60). Instrumentengroep. Zie Instrumentenpaneel (bladzijde 81). Toetsen van het informatiedisplay. Zie Bedieningsorganen informatiedisplay (bladzijde 60). Ruitenwisserschakelaar. Zie Voorruitwissers (bladzijde 61). Informatie- en entertainmentdisplay.
  • Pagina 22 Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERZITJES INSTALLEREN WAARSCHUWINGEN Lees de instructies van de fabrikant en volg deze op wanneer u een kinderzitje aanbrengt. Verander op geen enkele wijze het kinderzitje. Houd een kinderzitje nooit op uw schoot wanneer de auto rijdt. Laat kinderen niet zonder toezicht in E161855 uw auto achter.
  • Pagina 23 Veiligheidsuitrusting voor kinderen Babystoeltje (Groep 0+) WAARSCHUWINGEN Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger niet met een veiligheidsgordel die niet gespannen is of gedraaid zit. Leg de veiligheidsgordel niet onder de arm of achter de rug van het kind langs. Gebruik geen kussens, boeken of handdoeken om het kind hoger te laten zitten.
  • Pagina 24 Veiligheidsuitrusting voor kinderen Laat kinderen met een lichaamsgewicht van meer dan 15 kg maar met een lengte van minder dan 150 cm in een kinderzitje of op een zitverhoger plaatsnemen. Wij raden het gebruik van een kinderzitje aan, dat uit een zitverhoger met een rugleuning bestaat in plaats van alleen een zitverhoger.
  • Pagina 25 Veiligheidsuitrusting voor kinderen Ga bij het installeren van een kinderzitje met een veiligheidsgordel te werk volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje. Verankeringspunten aan de bovenzijde E87145 2. Druk het kinderzitje stevig naar achteren zodat de onderste ISOFIX verankeringspunten goed aangrijpen.
  • Pagina 26 Veiligheidsuitrusting voor kinderen WAARSCHUWINGEN Extreem gevaar! Gebruik een naar achteren gericht kinderveiligheidszitje nooit op een stoel die beschermd wordt door een ervoor aangebrachte actieve airbag! Het kind kan dodelijke of ernstige verwondingen oplopen. Wanneer een kinderzitje met steunpoot wordt gebruikt, dan moet de steunpoot stevig op de vloer rusten.
  • Pagina 27 Veiligheidsuitrusting voor kinderen Gewichtsgroepen Stoelposities Tot 22 lbs Tot 29 lbs 20 - 40 lbs 33 - 55 lbs 46 - 79 lbs (10 kg) (13 kg) (9 - 18 kg) (15 - 25 kg) (22 - 36 kg) Passagiersstoel UF¹...
  • Pagina 28 Veiligheidsuitrusting voor kinderen N.B.: Wanneer u een kinderzitje gebruikt op N.B.: Als u een kinderzitje op de achterbank een voorstoel, moet u de volgende richtlijn gebruikt, moet u de voorstoel afstellen volgen om de stoel in de lengterichting te zodat contact met de passagier achteraan, plaatsen: het kinderzitje mag niet in contact de voetjes of de beentjes van het kind wordt komen met het dashboard.
  • Pagina 29 Veiligheidsuitrusting voor kinderen Gewichtsgroepen Stoelposities Naar voren Naar achteren Naar achteren gericht gericht gericht Tot 29 lbs (13 kg) 20 - 40 lbs (9 - 18 kg) Middelste Maat- zitplaats achter- klasse Niet uitgerust met ISOFIX bank Stoel- type IL Geschikt voor bepaalde ISOFIX kinderzitjes van de categorie semi-universeel. Raadpleeg de voertuigaanbevelingslijst van de fabrikant van de kinderzitjes.
  • Pagina 30 Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERSLOTEN Elektrische kinderveilig- heidssloten E215921 Druk op de schakelaar om de sloten in te schakelen. Druk nogmaals op de schakelaar om de sloten uit te schakelen. N.B.: U kunt de schakelaars voor de elektrisch bediende achterruiten niet gebruiken bij ingeschakelde kindersloten.
  • Pagina 31 Veiligheidsgordels Een schuifklem gebruiken VEILIGHEIDSGORDELS (indien VASTMAKEN aanwezig) WAARSCHUWINGEN Steek de slottong in het gordelslot tot een zachte klik hoorbaar is. Wanneer de veiligheidsgordel niet correct is bevestigd, hoort u geen klik. Zorg dat de veiligheidsgordels correct worden ingeklapt en niet buiten de auto hangen tijdens het sluiten van het portier.
  • Pagina 32 Veiligheidsgordels Zwangere vrouwen moeten altijd een 2. Laat de knop los en trek de veiligheidsgordel dragen. Het heupgedeelte hoogteverstelling naar beneden om na van een gecombineerde heup- en te gaan of deze vergrendeld is. schoudergordel moet laag rond de heupen onder de buik worden geplaatst en zo strak WAARSCHUWING mogelijk worden gedragen zonder...
  • Pagina 33 Veiligheidsgordels N.B.: Druk op OK op de stuurwielbediening om het bericht te bevestigen. De volgende statusupdates worden in het informatiedisplay weergegeven: • Afvinksymbool: Vastgemaakte veiligheidsgordel. • Uitroepteken: Een veiligheidsgordel is losgemaakt tijdens het rijden. U hoort tevens een akoestisch signaal. Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing...
  • Pagina 34 Aanvullend veiligheidssysteem WERKING WAARSCHUWINGEN Doorboor de stoel niet met scherpe voorwerpen. Dit zou nadelige WAARSCHUWINGEN gevolgen voor het ontvouwen van de Extreem gevaar! Gebruik een naar airbags kunnen hebben en de airbags achteren gericht kunnen beschadigen. Wanneer deze kinderveiligheidszitje nooit op een waarschuwing niet wordt opgevolgd, kan stoel die beschermd wordt door een ervoor dit ernstig letsel of de dood tot gevolg...
  • Pagina 35 Aanvullend veiligheidssysteem De passagiersairbag uitschakelen De airbag wordt geactiveerd bij zware frontale aanrijdingen. De airbag wordt in WAARSCHUWING enkele milliseconden opgeblazen en stromen weer leeg zodra deze in contact U moet de passagiersairbag komt met het lichaam van de inzittenden, uitschakelen wanneer een kinderzitje waardoor de voorwaartse beweging wordt naar achteren gericht op de...
  • Pagina 36 Aanvullend veiligheidssysteem E157152 Controleer bij het aanzetten van het contact, of de controlelamp airbag uitgeschakeld gaat branden. N.B.: De sleutelschakelaar bevindt zich aan E72658 het einde van het dashboard aan de passagierszijde, bij de waarschuwingslamp De zij-airbags bevinden zich in de zijkant dat de airbag is uitgeschakeld in de van de rugleuningen van de voorstoelen.
  • Pagina 37 Aanvullend veiligheidssysteem Voor locatie: Zie Overzicht interieur (bladzijde 14). N.B.: De airbag heeft een lagere activeringsdrempel dan de frontairbags. Tijdens een lichte aanrijding is het mogelijk dat alleen de knieairbag wordt geactiveerd. HOOFDAIRBAGS E75004 De airbags zijn aangebracht boven de zijruiten voor en achter.
  • Pagina 38 Sleutels en afstandsbediening ALGEMENE INFORMATIE AFSTANDSBEDIENING OVER RADIOFREQUENTIES Sleutel voor intelligente toegang N.B.: Wijzigingen of modificaties zonder nadrukkelijke toestemming van de verantwoordelijke partij kunnen veroorzaken dat de productgoedkeuring vervalt. Het typische zendbereik voor uw zender is ca. 10 m. Een afname van het zendbereik kan worden veroorzaakt door: •...
  • Pagina 39 Sleutels en afstandsbediening 2. Blijf omhoog duwen en verplaats de kap naar achteren om deze los te maken. Verwijder de sleutel voorzichtig terwijl u dat doet. Om de kap te plaatsen: E151795 N.B.: Bij de sleutels van uw auto werd een veiligheidslabel geleverd, met belangrijke informatie over de sleutels.
  • Pagina 40 Sleutels en afstandsbediening Sleutel voor intelligente toegang De afstandsbediening maakt gebruik van twee lithium knoopbatterijen van drie volt, CR2025 of soortgelijk. 3. Verwijder de batterijen. 4. Plaats nieuwe batterijen met de + naar elkaar toe gericht. E151796 N.B.: Zorg dat u het label tussen de twee batterijen terugplaatst.
  • Pagina 41 MyKey Standaardinstellingen WERKING De volgende instellingen kunnen niet Met het systeem kunt u sleutels gewijzigd worden: programmeren met beperkte rijfuncties • Waarschuwing veiligheidsgordel. U om goed rijgedrag te stimuleren. Met kunt deze functie niet uitschakelen. uitzondering van één sleutel kunt u alle Wanneer deze functie geactiveerd sleutels gebruiken die voor uw auto met wordt, wordt de geluidsweergave van...
  • Pagina 42 MyKey MYKEY AANMAKEN WAARSCHUWING Stel de maximumsnelheid voor de Gebruik het informatiedisplay om een MyKey niet in op een snelheid MyKey aan te maken: waardoor de bestuurder geen veilige snelheid kan aanhouden, rekening houdend Steek de sleutel die u wilt met de maximumsnelheden en de programmeren in het contactslot.
  • Pagina 43 MyKey Configureerbare instellingen Houd desgevraagd de toets OK ingedrukt programmeren/wijzigen tot het bericht verschijnt dat u deze sleutel gaat markeren als een MyKey. De sleutel Ga via het informatiedisplay naar uw wordt beperkt wanneer de auto de configureerbare MyKey-instellingen. volgende keer wordt gestart. Zet het contact aan met een MyKey is aangemaakt.
  • Pagina 44 Ford zijn goedgekeurd. Als u besluit een gebruiker de MyKey niet of werd deze startsysteem op afstand aan te brengen, onlangs gewist door een admin-sleutel en...
  • Pagina 45 MyKey Probleem Mogelijke oorzaken • Auto's met sleutelloos startsysteem: de zender van het sleutelloze startsysteem zit niet in de bewaargleuf. Zie Een diesel- motor starten (bladzijde 146). • Passieve diefstalbeveiliging SecuriLock is uit of zit in onbeperkte modus. Ik kan geen configureerbare instellingen •...
  • Pagina 46 Sloten Afstandsbediening VERGRENDELEN EN ONTGRENDELEN U kunt de afstandsbediening steeds gebruiken wanneer het contact is N.B.: Controleer of uw auto vergrendeld is uitgeschakeld. voordat u deze onbeheerd achterlaat. Portieren ontgrendelen N.B.: Laat uw sleutels niet in de auto liggen. Druk op de toets om alle Elektrische portiersloten portieren te ontgrendelen.
  • Pagina 47 Sloten Fout bij sluiten Portieren van binnenuit vergrendelen en ontgrendelen Dit waarschuwt u dat uw auto niet is vergrendeld. Gebruik de elektrische portiervergrendeling. Wanneer u één keer op de vergrendelknop Portieren met de sleutelbaard drukt, knipperen de richtingaanwijzers niet vergrendelen en ontgrendelen als: •...
  • Pagina 48 Sloten Portieren afzonderlijk HANDMATIG BEDIENDE vergrendelen en ontgrendelen met ACHTERKLEP het sleutelblad WAARSCHUWINGEN Vergrendelen Het is zeer gevaarlijk om in of buiten de bagageruimte van uw auto mee te rijden. Bij een aanrijding is het risico op ernstig letsel of overlijden groter voor personen die in of buiten de bagageruimte meerijden.
  • Pagina 49 Sloten Achterklep openen ELEKTRISCH BEDIENBARE ACHTERKLEP (indien aanwezig) Handmatig WAARSCHUWINGEN Het is heel gevaarlijk om in de bagageruimte of laadbak van een auto mee te rijden. Personen die hier meerijden lopen bij een aanrijding een grotere kans op zwaar of dodelijk letsel. Laat niemand op een plek in uw auto zonder stoelen en veiligheidsgordels meerijden.
  • Pagina 50 Sloten Als er een probleem is met het verzoek om Met de afstandsbediening te openen of te sluiten, klinkt er een Druk de toets tweemaal binnen geluidssignaal om een van de volgende drie seconden in. redenen: E138630 • Het contact is aan en de transmissie Met de bedieningsknop aan de staat niet in de parkeerstand (P).
  • Pagina 51 Sloten Achterklep sluiten Deze methode werkt alleen voor auto's met achterklep met handsfree-functie. WAARSCHUWING Hoogte geopende achterklep Blijf uit de buurt van de achterklep instellen wanneer u de schakelaar achteraan activeert. Breng de achterklep omhoog. 2. Stop de beweging van de achterklep door op de bedieningsknop op de achterklep te drukken wanneer de gewenste hoogte is bereikt.
  • Pagina 52 Sloten Detectie van obstakels Bij het sluiten Het systeem stopt wanneer het een obstakel detecteert. Er klinkt een signaal en het systeem gaat terug naar de geopende positie. Wanneer u het obstakel hebt verwijderd, kunt u de achterklep elektrisch sluiten. N.B.: Als u instapt terwijl de achterklep wordt gesloten, kan uw auto wat schommelen en kan de detectie van...
  • Pagina 53 Sloten N.B.: Door opspattend water kan de N.B.: Het systeem werkt misschien niet handsfree achterklep worden geopend. wanneer de passieve sleutel zich dicht bij Houd de sleutel voor intelligente toegang metalen voorwerpen of elektronische uit de buurt van het detectiegebied van de apparaten bevindt, zoals sleutels of een achterbumper wanneer u de auto wast.
  • Pagina 54 Sloten N.B.: Uw auto blijft ongeveer drie seconden Alleen bestuurdersportier vergrendeld. Wanneer de ontgrendelen vertragingsperiode voorbij is, kunt u de U kunt het systeem zo programmeren dat portieren weer openen, mits de passieve alleen het bestuurdersportier wordt sleutel zich binnen het betreffende ontgrendeld.
  • Pagina 55 Sloten Portieren met de sleutelbaard vergrendelen en ontgrendelen E151796 Schuif de ontgrendeling aan de achterzijde van de afstandsbediening en draai de kap eraf voor toegang tot het sleutelblad. Zie Afstandsbediening (bladzijde 34). N.B.: Alleen de handgreep van het bestuurdersportier beschikt over een slotcilinder.
  • Pagina 56 Beveiliging Als u uw auto niet kunt starten met behulp PASSIEF van een correct gecodeerde sleutel, laat ANTIDIEFSTALSYSTEEM de auto dan controleren door een erkende dealer. Werkprincipe Het systeem voorkomt starten van de ANTIDIEFSTALSYSTEEM - motor met behulp van een incorrect AUTO'S MET: gecodeerde sleutel.
  • Pagina 57 Beveiliging • Indien u uw auto aanzet met een ANTIDIEFSTALSYSTEEM - correct gecodeerde sleutel. AUTO'S MET: • Indien de interieursensors bewegingen INTERIEURSENSOR in uw auto registreren. Wanneer het alarm is geactiveerd, klinkt Alarmsysteem de alarmclaxon gedurende 30 seconden en knipperen de WAARSCHUWING waarschuwingsknipperlichten vijf minuten.
  • Pagina 58 Beveiliging Met behulp van de bedieningstoetsen van het informatiedisplay, bladert u naar: Mededeling Actie en omschrijving Instellingen Druk op de toets OK. Voertuiginstell. Druk op de toets OK. Alarminstallatie Druk op de toets OK. Vragen Druk op de toets OK. Beperkt beveiligd Telkens wanneer u uw auto uitzet, verschijnt dit bericht op het informatiedisplay.
  • Pagina 59 Beveiliging Perimeteralarm • Indien de interieursensors bewegingen in uw auto registreren. Het perimeteralarm is een afschrikmiddel • Bij auto's met een sirene met voor personen die ongeoorloofd de afzonderlijke accu, wanneer iemand de portieren en de motorkap proberen te accukabels of de accu van de sirene openen.
  • Pagina 60 Beveiliging Met behulp van de bedieningstoetsen van het informatiedisplay, bladert u naar: Mededeling Actie en omschrijving Instellingen Druk op de toets OK. Voertuiginstell. Druk op de toets OK. Alarminstallatie Druk op de toets OK. Vragen Druk op de toets OK. Bep.
  • Pagina 61 Stuurwiel STUURWIEL AFSTELLEN - STUURWIEL AFSTELLEN - AUTO'S MET: HANDMATIG AUTO'S MET: ELEKTRISCH VERSTELBARE STUURKOLOM VERSTELBARE STUURKOLOM N.B.: Controleer of u in de juiste positie zit. WAARSCHUWING Zie De juiste zitpositie innemen (bladzijde Verstel nooit het stuurwiel als uw 132). auto in beweging is.
  • Pagina 62 Stuurwiel Eindpositie Functie 'Easy Entry' en 'Easy Exit' De stuurkolom stelt een eindpositie in net Wanneer u het contact uitzet, beweegt de voor het einde van de stuurkolompositie, stuurkolom om extra ruimte vrij te maken om schade aan de stuurkolom te om uit te stappen.
  • Pagina 63 Stuurwiel Zoeken, volgende of vorige SNELHEIDSREGELING Druk de seek toets in om: Type 1 • de radio af te stemmen op het volgende of vorige opgeslagen voorkeuzestation. • het volgende of vorige nummer af te spelen Houd de seek toets ingedrukt om: •...
  • Pagina 64 Stuurwiel BEDIENINGSORGANEN INFORMATIEDISPLAY E144636 Zie Infodisplays (bladzijde 90). Functies informatiedisplay E144811 Deze bediening werkt net zoals de middenconsole op de voorzijde. Zie Audioeenheid (bladzijde 296). Gebruik deze bediening om de rechterzijde van het informatiedisplay te regelen. Ga door het scherm en druk op OK om te selecteren.
  • Pagina 65 Ruitenwissers en ruitensproeiers Intervalwissen VOORRUITWISSERS N.B.: Laat de voorruit volledig ontdooien voordat u de ruitenwissers inschakelt. N.B.: Zorg dat u de ruitenwissers en de voeding van de auto uitschakelt voordat u een automatische carwash gebruikt. N.B.: Reinig de voorruit en de wisserbladen als er strepen of vlekken op de voorruit verschijnen.
  • Pagina 66 Ruitenwissers en ruitensproeiers N.B.: Als u de automatisch inschakelende De automatische wisfunctie maakt gebruik koplampen inschakelt, worden de van een regensensor die zich in het gebied koplampen automatisch ingeschakeld rond de binnenspiegel bevindt. De wanneer de wissers van de voorruit regensensor bewaakt de hoeveelheid voortdurend blijven wissen.
  • Pagina 67 Ruitenwissers en ruitensproeiers Enkele seconden na het sproeien wissen Wanneer u de voorruitenwissers inschakelt de ruitenwissers om eventuele resterende en de versnellingshendel in achteruit (R) sproeivloeistof te verwijderen. Deze functie zet, wordt de achterruitenwisser kan worden in- of uitgeschakeld via het automatisch ingeschakeld met informatiedisplay.
  • Pagina 68 Verlichting ALGEMENE INFORMATIE VERLICHTINGSBEDIENING Condensvorming in lampen Lampen van de buitenverlichting hebben ontluchtingsopeningen ten behoeve van normale wijzigingen in de luchtdruk Condensvorming kan een natuurlijke bijkomstigheid van deze constructie zijn. Wanneer vochtige lucht via de ontluchtingsopeningen in de lampeenheid binnendringt, bestaat de mogelijkheid dat condensvorming optreedt wanneer de temperatuur laag is.
  • Pagina 69 Verlichting Lichtsignaal Als de lichtschakelaar in de stand automatisch staat, worden de koplampen automatisch ingeschakeld bij slecht zicht of zodra de wissers aangaan. Als de lichtschakelaar in de stand automatisch staat, worden de volgende eventueel aanwezige functies ook geactiveerd als u deze via het informatiedisplay hebt ingeschakeld: •...
  • Pagina 70 Verlichting DIMMER INSTRUMENTENPA- DAGRIJLICHT NEELVERLICHTING WAARSCHUWING N.B.: U kunt de handmatige dimmer Schakel in situaties met weinig uitschakelen wanneer u de instelling op daglicht of tijdens slechte automatisch dimmen zet in het weersomstandigheden altijd uw informatiedisplay. Zie Infodisplays koplampen in. Het systeem activeert niet (bladzijde 90).
  • Pagina 71 30 km/h. herkend en de koplampen kunnen dan in de • De camerasensor te heet is of versperd dimstand worden geschakeld. N.B.: Breng altijd Originele Ford Onderdelen • U hebt de mistachterlichten aan wanneer gloeilampen voor de ingeschakeld. koplampen worden vervangen. Andere...
  • Pagina 72 Verlichting Het controlelampje gaat branden om te bevestigen wanneer het systeem klaar is voor assistentie. Het systeem handmatig onderbreken E169254 Druk tegen of trek aan de hendel om te wisselen tussen groot- en dimlicht. N.B.: Dit is een tijdelijke onderbreking en het systeem keert na een korte periode naar automatische werking terug.
  • Pagina 73 Verlichting Het systeem wordt ingeschakeld als de MISTACHTERLICHTEN lichtschakelaar in de stand automatisch inschakelende koplampen staat. Zie Automatisch in- en uitschakelende verlichting (bladzijde 65). U kunt deze functie in- en uitschakelen of instellingen aanpassen met behulp van het informatiedisplay. N.B.: Het systeem werkt alleen bij rijsnelheden hoger dan circa 40 km/h.
  • Pagina 74 Verlichting E132711 Druk knop in om te ontgrendelen. 2. Draai de knop naar de gewenste instelling. 3. Druk knop in om te sluiten. ADAPTIEVE KOPLAMPEN De lichtstralen van de koplampen bewegen E161714 in dezelfde richting als het stuurwiel. Dit Het systeem werkt alleen als de zorgt voor een beter zicht wanneer u lichtschakelaar in de stand automatisch bochten neemt.
  • Pagina 75 Verlichting N.B.: Het systeem is alleen actief bij Wanneer de motor wordt gestart, bewegen snelheden hoger dan 3 mph (5 km/h). de lampen naar een vooraf ingestelde positie en vervolgens weer naar het midden, zodat de bestuurder weet dat het systeem naar behoren werkt.
  • Pagina 76 Verlichting N.B.: Druk op de knop om de portierfunctie RICHTINGAANWIJZERS uit te schakelen wanneer u een portier opent. De controlelamp brandt oranje als de portierfunctie is uitgeschakeld. Als de portierfunctie is uitgeschakeld en u een portier opent, blijven de instapverlichting en de portierlampen uit.
  • Pagina 77 Verlichting Achterste interieurverlichting Type 2 (indien aanwezig) Type 1 E169470 Type 2 E199032 Knop portierfunctie. Knop alle lampen aan. E199026 Individuele plafondverlichting. Type 3 U kunt de kaartleeslampen afzonderlijk inschakelen door op een kaartlens te drukken. E199027 Druk op de knop om de plafondverlichting in te schakelen.
  • Pagina 78 Verlichting SFEERVERLICHTING (indien aanwezig) Stel de sfeerverlichting af via het aanraakscherm. Zie SYNC 2 (bladzijde 304). Zie SYNC 2 (bladzijde 304). Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing...
  • Pagina 79 Ruiten en spiegels Ruiten volledig sluiten met één ELEKTRISCH BEDIENBARE druk op de knop RUITEN Trek de bediening volledig omhoog en laat deze weer los. Druk de schakelaar opnieuw WAARSCHUWINGEN in of trek deze omhoog om de ruit te Laat kinderen niet zonder toezicht in stoppen.
  • Pagina 80 Ruiten en spiegels De ruiten sluiten De inklembeveiliging omzeilen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Als u de inklembeveiliging omzeilt, Controleer bij het sluiten van de wordt de ruit niet geopend wanneer elektrisch bediende ruiten of de een obstakel wordt geregistreerd. ruiten vrij van obstakels zijn en of Wees voorzichtig wanneer u de ruiten sluit, kinderen en huisdieren zich niet in de om schade aan de auto of letsel te...
  • Pagina 81 Ruiten en spiegels Om een spiegel af te stellen: N.B.: Wanneer u op de bedieningstoets drukt, kunt u de spiegels niet halfweg tijdens Druk op A of C om de spiegel te de beweging stoppen. Wacht totdat de selecteren die u wilt afstellen. De spiegels niet meer bewegen en druk dan bediening gaat branden.
  • Pagina 82 Ruiten en spiegels Hoewel de elektrisch inklapbare spiegels De buitenspiegel gaat automatisch terug meestal elektronisch werken, kunt u ze nog naar de oorspronkelijke stand wanneer: steeds handmatig in- en uitklappen. • Uw rijsnelheid hoger is dan 10 km/h. Telkens wanneer de automatisch •...
  • Pagina 83 Ruiten en spiegels Richtingaanwijzers op spiegels De spiegel dimt automatisch om verblinding via de spiegel door verlichting (indien aanwezig) achter uw auto te voorkomen. Wanneer u Het buitenste gedeelte van de de achteruitversnelling selecteert wordt desbetreffende spiegelbehuizing knippert automatisch weer de normale wanneer u de richtingaanwijzer aanzet.
  • Pagina 84 Ruiten en spiegels SCHUIFDAK (indien aanwezig) Zonnescherm openen. Druk kort op de knop om het zonnescherm te openen. Het WAARSCHUWINGEN zonnescherm wordt Kinderen mogen niet spelen met het automatisch met het zonnedak zonnedak of niet zonder toezicht in geopend. U kunt ook alleen het de auto worden achtergelaten.
  • Pagina 85 Instrumentenpaneel METERS Type 1 en 2 Toerenteller Informatiedisplay Snelheidsmeter Brandstofpeilmeter Motorkoelvloeistoftemperatuurmeter Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing...
  • Pagina 86 Instrumentenpaneel Type 3 E152749 Toerenteller Informatiedisplay Snelheidsmeter Brandstofpeilmeter Motorkoelvloeistoftemperatuurmeter Kompas Informatiedisplay Toont de richting waarin de auto rijdt. Kilometerteller tripcomputer Aangebracht onderin het informatiedisplay. Registreert de totale Zie Algemene informatie (bladzijde 90). afstand die met uw auto is afgelegd. Instellingen en personalisering van de Buitentemperatuur auto Geeft de buitentemperatuur weer.
  • Pagina 87 Instrumentenpaneel Motorkoelvloeistoftempe- De naald moet naar de F gaan wanneer u ratuurmeter tankt. Als de naald naar E wijst nadat u hebt getankt, heeft uw voertuig binnenkort Toont de temperatuur van de koelvloeistof. onderhoud nodig. Bij normale bedrijfstemperatuur blijft de Na het tanken kan de naaldpositie wat naald in het middengedeelte.
  • Pagina 88 Instrumentenpaneel Initialisatie adaptieve besturingssysteem WAARSCHUWINGS- EN (geel, knippert): het adaptieve INDICATIELAMPEN besturingssysteem heeft een verschil ontdekt tussen de stuurwielhoek en de De volgende waarschuwings- en gewenste uitslag van het wiel. Het controlelampen waarschuwen u voor stuurwiel zal zichzelf bijstellen om dit storingen met mogelijk ernstige gevolgen.
  • Pagina 89 Instrumentenpaneel Auto start-stop WAARSCHUWING (indien aanwezig) Rijden met een brandende Brandt om u te informeren waarschuwingslamp is gevaarlijk. De wanneer de motor wordt remwerking kan aanzienlijk uitgeschakeld of in combinatie verminderd zijn. Het duurt langer voor de met een bericht. auto stilstaat.
  • Pagina 90 Instrumentenpaneel Waarschuwingslampje motorolie Waarschuwingslamp Vorst WAARSCHUWING WAARSCHUWING Rijd niet verder als de lamp gaat Ook als de temperatuur tot boven branden tijdens het rijden, zelfs als 39°F (4°C) stijgt, is dit nog geen het oliepeil correct is. Laat uw auto garantie dat de weg vrij is van controleren.
  • Pagina 91 Instrumentenpaneel Controlelampje grootlicht Waarschuwing lage bandenspanning Gaat branden als u het grootlicht aanzet. Het knippert wanneer u Brandt als uw bandenspanning een lichtsignaal geeft. te laag is. Als het lampje blijft branden terwijl de motor draait of tijdens het rijden, controleer dan zo snel Controlelamp hellingstartassisten- mogelijk de bandenspanning.
  • Pagina 92 Instrumentenpaneel Motorstoringslamp Schakelindicatielampje Als de motorstoringslamp blijft Brandt om aan te geven dat branden nadat u de schakelen naar een hogere of benzinemotor hebt gestart, heeft lagere versnelling zorgt voor een het on-board diagnosesysteem (OBD) een lager brandstofverbruik en een storing in het emissieregelsysteem lagere CO2-uitstoot.
  • Pagina 93 Instrumentenpaneel Verkeersbordherkenning verboden Waarschuwingsmelding voor in te halen sleutelloze systemen (indien aanwezig) Gaat branden wanneer de De claxon weerklinkt tweemaal wanneer verkeersbordherkenning een u de auto verlaat met de sleutel voor verkeersbord voor verboden in E181349 intelligente toegang, nadat het laatste te halen detecteert.
  • Pagina 94 Infodisplays Bedieningstoetsen ALGEMENE INFORMATIE informatiedisplay (type 1 en 2) WAARSCHUWING Afleiding tijdens het rijden kan leiden tot verlies van de controle over de auto, aanrijdingen en letsel. We adviseren zeer voorzichtig te werk te gaan bij het gebruik van apparatuur die uw aandacht van de weg kan afleiden.
  • Pagina 95 Infodisplays Boordcomputer 1 Boordcomputer 2 Snelheid Geeft een digitale weergave van uw rijsnel- heid. Rijbereik Toont bij benadering de afstand die uw auto nog kan afleggen voordat de brandstof op is. Dagteller Registreert de afstand van de afzonderlijke ritten. Rijtijd De timer stopt wanneer u de auto uitzet en start opnieuw wanneer u de auto weer start.
  • Pagina 96 Infodisplays Brandst.verbruik Rijbereik Toont bij benadering de afstand die uw auto nog kan afleggen voordat de brandstof op is. Huidig verbruik Toont een grafiek van uw huidige brandstof- verbruik en uw gemiddelde brandstofver- bruik sinds de laatste reset van deze functie.
  • Pagina 97 Infodisplays Bestuurd.-ass. Intellig. AWD Lane keeping Modus Intensiteit Instelling selecteren Pre-Collision Alert gevoeligh. Afstandsindic. Actief remmen Snelheidsbegrenzer Handmatig Intelligent Tolerantie Verkeersborden Display Altijd zichtbaar Snelh.waarsch. Tolerantie waarschuwing Signaaltoon Bandencontr. Bandenspan. OK Vasth. = reset Aanh.-stabil. Instellingen Voertui- Alarminstallatie Instelling selecteren ginstell.
  • Pagina 98 Infodisplays Instellingen Auto groot licht Uitstapverlicht. Instelling selecteren Dagrijverlicht. Sloten Autom. sluiten Autom. openen Relock Fout bij sluiten Ontsluiten Instelling selecteren Geblokkeerd Elektr. spiegel Inklappen Kantelen Olie verversen OK vasth. = resetten Standverwarm. Nu verwarmen Programmeren Instelling selecteren Parkeerslot Elktr. achterkl. Instelling selecteren Gordels Stil...
  • Pagina 99 Infodisplays Instellingen MyKeys wissen Instelling selecteren Display Maateenheid Temp.eenheid Instelling selecteren Bandenspan. Taal • Druk op de pijltoetsen omhoog en Bedieningstoetsen omlaag om door de opties in het menu informatiedisplay (Type 3) te scrollen en deze te selecteren. • Druk op de rechter pijltoets om een submenu op te vragen.
  • Pagina 100 Infodisplays Brandstofverbruik Brandstofverbruik Toont een grafiek van uw brandstofverbruik op dat moment. Brandstofhistorie Toont een staafdiagram van uw brandstof- historiek. Ø-snelheid Toont de gemiddelde rijsnelheid sinds de laatste reset van deze functie. Auto StartStop De beschikbare berichten voor automatisch starten en stoppen bieden informatie over wat er met het systeem gebeurt.
  • Pagina 101 Infodisplays Bestuurdersassist. Park Pilot achter Snelheidsbegrenzer Handmatig Intelligent Tolerantie Verkeersborden Snelheidswaarsch. Tolerantie Signaaltoon Bandenspanningcon- Bandenspanning trole OK vasthoud. = resetten Aanhangercontrole Instellingen Voertuig Alarminstallatie Instelling selecteren Vragen Motor auto uit Signaaltonen Parkeerplek gevond. Informatie Instell. onderstel Instelling selecteren Eenvoudige instap Verlichting Adaptieve verlichting Adapt.
  • Pagina 102 Infodisplays Instellingen Automat. hersluiten Fout bij sluiten Ontsluiten Instelling selecteren Geblokkeerd Spiegels Autom. inklappen Olieverversing OK vasthoud. = resetten Standverwar- Standverwarming ming Programmeren Instelling selecteren Parkeerslot Elektr. achterklep Instelling selecteren Veiligh.-Gordels Ramen Instelling selecteren Wissers MyKey Maak MyKey aan Emergency Assist.
  • Pagina 103 Infodisplays INFOBERICHTEN N.B.: Afhankelijk van de opties in uw auto en het type instrumentenpaneel is het mogelijk dat niet alle berichten worden weergegeven of beschikbaar zijn. Op het informatiedisplay kunnen sommige berichten worden afgekort of verkort. E144636 Druk op de toets OK om te bevestigen en om sommige berichten van het informatiedisplay te verwijderen.
  • Pagina 104 Infodisplays Mededeling Handeling Cruise Control Automa- Het systeem heeft automatisch remmen uitgeschakeld. tisch remmen uitgescha- keld Voorsensor niet afge- Een radarstoring voorkomt dat de adaptieve snelheidsregeling steld kan worden ingeschakeld. Adaptive Cruise De adaptieve snelheidsregeling heeft de besturing weer Bestuurder neemt overgelaten aan de bestuurder.
  • Pagina 105 Infodisplays Alarm Mededeling Handeling Voertuigalarm Start voer- Het alarm is afgegaan na onbevoegde toegang tot de auto. tuig om het alarm te Zie Antidiefstalsysteem (bladzijde 52). stoppen Alarmsysteem Storing Het systeem moet worden gerepareerd omwille van een Onderhoud zsm storing. Neem contact op met een erkende dealer. Aandrijving op alle wielen Mededeling Handeling...
  • Pagina 106 Infodisplays Automatische grootlichtregeling Mededeling Handeling Frontcamera verminderd De sensor van de frontcamera heeft verminderd zicht. zicht Glas schoonmaken Reinig de voorruit. Frontcamera storing Het systeem moet worden gerepareerd omwille van een Onderhoud zsm storing. Neem contact op met een erkende dealer. Frontcamera tijdelijk niet De sensor van de frontcamera heeft een storing.
  • Pagina 107 Infodisplays Systeem voor dodehoekdetectie en dwarsverkeerwaarschuwing Mededeling Handeling BLIS systeemstoring Er is een storing opgetreden in het systeem. Raadpleeg zo snel mogelijk een erkende dealer. BLIS niet beschikbaar De sensoren van het systeem zijn geblokkeerd. Zie Informa- Sensor vervuild Zie tiesysteem dode hoek (bladzijde 210).
  • Pagina 108 Infodisplays Mededeling Handeling Motorolie peil laag Olie Er is een laag oliepeil in het oliebewakingssysteem. Controleer bijvullen het motoroliepeil. Blijft het probleem bestaan, neem dan contact op met een erkende dealer. Uitlaatfilter overvol. Rijd 20 minuten met de auto, tegen een gemiddelde snelheid Rijden om te reinigen van 60 km/h.
  • Pagina 109 Infodisplays Bestuurderswaarschuwing Mededeling Handeling Waarschuwing Chauf- Breng de auto tot stilstand zodra dit veilig kan en pauzeer. feur moe Pauze nemen Waarschuwing Chauf- Neem snel een pauze. feur moe Rust aanbe- volen Elektronische stabiliteitsregeling Mededeling Handeling ESC Onderhoud zsm Het systeem detecteert een storing omwille van een geblok- keerde sensor.
  • Pagina 110 Infodisplays Brandstof Mededeling Handeling Brandstofpeil laag Een vroege waarschuwing voor een laag brandstofpeil. Controleer opening De tankdop is wellicht niet goed dicht. brandstoftank Opening tankklepje Wacht 15 seconden om druk van het brandstofsysteem te laten. Tankklepje open Het brandstofsysteem heeft druk afgelaten en u kunt nu tanken.
  • Pagina 111 Infodisplays Mededeling Handeling Sleutel programmeren U hebt een sleutel voor intelligente toegang met succes succesvol geprogrammeerd in het systeem. Sleutel programmeren U kon een sleutel voor intelligente toegang niet programmeren mislukt in het systeem. Maximale aantal sleutels U hebt het maximale aantal sleutels geprogrammeerd in het geleerd systeem.
  • Pagina 112 Infodisplays Onderhoud Mededeling Handeling Motorolie Druk LAAG Breng uw auto tot stilstand zodra dit veilig kan en zet de motor uit. Controleer het oliepeil. Neem contact op met een erkende dealer als de waarschuwing blijft branden of steeds opnieuw gaat branden wanneer de motor draait. Motorolie binnenkort De resterende levensduur van de motorolie is 10% of minder.
  • Pagina 113 Infodisplays Mededeling Handeling Voertuig op maximum- U hebt de snelheidslimiet bereikt die is ingesteld voor uw snelheid van MyKey- MyKey. instelling Controleer snelheid U hebt een actieve MyKey waarvoor een snelheidslimiet is Veilig rijden ingesteld. Gordel om schakelt radio Waarschuwing veiligheidsgordel wordt ingeschakeld wanneer een MyKey wordt gebruikt.
  • Pagina 114 Infodisplays Parkeerrem Mededeling Handeling Handrem aangetrokken U hebt de parkeerrem aangetrokken en sneller met de auto gereden dan 5 km/h. Blijft de waarschuwing aan nadat u de parkeerrem hebt vrijgezet, neem dan contact op met een erkende dealer. Handrem storing Onder- Het systeem van de elektrische parkeerrem heeft een storing houd nu gedetecteerd die verholpen moet worden.
  • Pagina 115 Infodisplays Stuurbekrachtiging Mededeling Handeling Stuurslot Storing Onder- Stuurbekrachtiging heeft een storing herkend die verholpen houd nu moet worden. Neem contact op met een erkende dealer. Besturing uitgevallen Het stuurbekrachtigingssysteem werkt niet. Stop uw auto op Veilig stoppen een veilige plek. Neem contact op met een erkende dealer. Stuurbekrachtiging Het stuurbekrachtigingssysteem heeft een storing geregi- storing Onderhoud zsm...
  • Pagina 116 Infodisplays Startsysteem Mededeling Handeling Druk rempedaal in om te Een herinnering om de rem in te trappen wanneer u de auto starten start. Tijdoverschrijding De starttijd van de startmotor werd overschreden bij de poging motorstart om uw auto te starten. Bezig met motorstart De startmotor probeert uw auto te starten.
  • Pagina 117 Infodisplays Slepen Mededeling Handeling Aanhanger zwenkt Snel- Uw aanhangerstabiliteitsregeling heeft gedetecteerd dat uw heid minderen aanhanger slingert en dat u dus snelheid moet minderen. Trekhaak ontgrendeld Zwenk de trekhaak opnieuw. Als het bericht nog steeds wordt Slepen verboden Zie weergegeven, neemt u contact op met een erkende dealer. handboek Zie Trekhaak (bladzijde 231).
  • Pagina 118 Infodisplays Transmissie Mededeling Handeling Transmissie storing Neem contact op met een erkende dealer. Onderhoud nu Transmissie oververhit De transmissie raakt oververhit en moet afkoelen. Stop op Veilig stoppen een veilige plek zodra dit kan. Transmissie oververhit De transmissie raakt oververhit en moet afkoelen. Stop op Veilig stoppen een veilige plek zodra dit kan.
  • Pagina 119 Klimaatregeling Airconditioning WERKING Het systeem leidt de lucht door de Buitenlucht verdamper om af te koelen. De verdamper onttrekt vocht uit de lucht zodat de ruiten Zorg dat de luchtinlaat voor de voorruit niet beslaan. Het systeem leidt de niet geblokkeerd is (bijv. met sneeuw of resulterende condens uit het voertuig, bladeren), zodat het klimaatregelsysteem waardoor een kleine plas onder het...
  • Pagina 120 Klimaatregeling Zij-luchtroosters E179687 AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING - AUTO'S MET: GESCHEIDEN AUTOMATISCHE TEMPERATUURREGELING (DATC)/AM/FM/CD E188682 Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing...
  • Pagina 121 Klimaatregeling Temperatuurregeling aan bestuurderszijde: Pas de temperatuurinstelling aan met de bediening aan de bestuurderszijde. Met deze regeling past u ook de temperatuur aan de passagierszijde aan wanneer u de stand voor dubbele zones uitschakelt. Snelheidsregeling ventilator: Regelt de hoeveelheid lucht die in de auto circuleert.
  • Pagina 122 Klimaatregeling Verwarmde voorruit (indien aanwezig): Druk op de toets om de verwarmde voorruit te ontdoen van een dunne laag ijs of mist. Zie Verwarmde voorruit (bladzijde 126). Aan/uit: Druk op de toets om het systeem in of uit te schakelen. Wanneer het systeem uitgeschakeld is, kan er geen buitenlucht in de auto komen.
  • Pagina 123 Klimaatregeling E218450 A/C: Druk hierop om de airconditioning in of uit te schakelen. De airconditioning koelt uw auto met buitenlucht. Om sneller een aangename temperatuur te bereiken bij warm weer, rijdt u met geopende ruiten totdat u koude lucht door de luchtroosters voelt stromen.
  • Pagina 124 Klimaatregeling Stoelverwarming: Druk hierop om de stoelverwarming in of uit te schakelen. Zie Verwarmde stoelen (bladzijde 138). Stoelen met klimaatregeling: Druk hierop om de stoelen met klimaatregeling in of uit te schakelen. Zie Stoelen met klimaatregeling (bladzijde 139). Temperatuurregeling passagierszijde: De temperatuurinstelling aan de passagierszijde aanpassen.
  • Pagina 125 Klimaatregeling N.B.: U kunt de temperatuureenheden AUTOMATISCHE wisselen tussen Fahrenheit en Celsius. Zie KLIMAATREGELING - AUTO'S Instellingen (bladzijde 312). MET: GESCHEIDEN AUTOMATISCHE TEMPERATUURREGELING (DATC)/PREMIUM AM/FM/CD E188723 Temperatuurregeling aan linkerzijde: Pas de temperatuurinstelling aan met de regeling aan de linkerzijde. Met deze regeling past u ook de temperatuur aan de rechterzijde aan wanneer u de stand voor dubbele zones uitschakelt.
  • Pagina 126 Klimaatregeling Temperatuurregeling rechterzijde: Pas de temperatuur aan de rechterzijde aan. Opmerking: Het maximale verschil tussen de instellingen aan de linkerzijde en de rechterzijde is wellicht beperkt. Als u een instelling zo wilt wijzigen dat het verschil groter wordt, worden beide instellingen tegelijk gewijzigd. A/C: Druk op de knop om de airconditioning in of uit te schakelen.
  • Pagina 127 Klimaatregeling Handbediende klimaatregeling TIPS VOOR DE KLIMAATREGELING IN HET N.B.: Om het beslaan van de voorruit tijdens vochtig weer te voorkomen, moet de INTERIEUR luchtverdeling worden ingesteld op lucht via de luchtroosters bij de voorruit. Algemene tips Automatische klimaatregeling N.B.: Wanneer de luchtrecirculatiestand langdurig wordt ingeschakeld, kunnen de N.B.: U hoeft de instellingen niet aan te ruiten beslaan.
  • Pagina 128 Klimaatregeling Aanbevolen instellingen voor verwarmen Auto met handmatige klimaatregeling Auto met automatische klimaatregeling Zet de ventilatorsnelheid op de Druk op de toets AUTO. middelste instelling. Stel de temperatuurregeling op de Stel de temperatuurregeling op de middelste stand van de instellingen voor gewenste stand in.
  • Pagina 129 Klimaatregeling Ruiten ontwasemen bij koud weer Auto met handmatige klimaatregeling Auto met automatische klimaatregeling Druk op de ontdooiingstoets. Druk op de ontdooiingstoets. Stel de temperatuurregeling op de Stel de temperatuurregeling op de gewenste stand in. gewenste stand in. Gebruik 72°F (22°C) als startpunt en pas vervolgens de instelling naar behoefte aan.
  • Pagina 130 Klimaatregeling Snelheidsregeling ventilator: Regelt de hoeveelheid lucht die in de auto circuleert. Stoelverwarming (indien aanwezig): Druk op de toets om de stoelverwarming in of uit te schakelen. Zie Verwarmde stoelen (bladzijde 138). Temperatuurregeling: Regelt de temperatuur van de lucht die in de auto circuleert.
  • Pagina 131 Klimaatregeling Standkachel programmeren EXTRA VERWARMING Samenvatting WAARSCHUWINGEN Elke modus werkt onafhankelijk van de U wordt geadviseerd om het andere modi en heeft zijn eigen duur. De verwarmingssysteem na een botsing verwarming kan in elk van deze modi te laten controleren door een aangaan of blijven branden en de modi erkende dealer.
  • Pagina 132 Klimaatregeling Automatische modus Modus Doorlopend verwarmen Het systeem schakelt de Als u het selectievakje Doorlopend verwarmingsmodus automatisch in, en niet verwarmen inschakelt in het menu op het op verzoek van de gebruiker. Enkele instrumentenpaneel, gaat de verwarming seconden nadat u de motor hebt gestart, aan, of blijft de verwarming aan, zodra u gaat de verwarming automatisch aan als het contact uitzet, mits de...
  • Pagina 133 Klimaatregeling U kunt de verwarming als volgt aanzetten • Continu oranje (2 seconden) en dan met de zender: houd de knop Aan of knipperend groen (2 seconden): de Verwarming ingedrukt tot er op de zender zender heeft geen radiosignaal een groen lampje gaat branden. Als het verzonden omdat de batterij bijna leeg contact uit is gedurende maximaal 10 seconden tijdens een evaluatieperiode...
  • Pagina 134 Klimaatregeling Algemene vereisten Tijd: alle verwarmingsmodi, behalve de automatische modus, duren elk maximaal Omgevingstemperatuur: de verwarming 30 minuten. U kunt proberen de gaat in de automatische modus alleen aan verwarming opnieuw aan te zetten met de bij een omgevingstemperatuur onder de zender nadat u de verwarming hebt 5°C.
  • Pagina 135 Klimaatregeling LUCHTFILTER CABINE Uw auto is uitgerust met een interieurluchtfilter, wat de volgende voordelen oplevert voor u en uw passagiers: • Uw rijcomfort wordt verbeterd door de concentratie vuildeeltjes te verminderen. • Het interieur blijft schoner. • De onderdelen van de klimaatregeling worden beschermd tegen afzettingen van vuildeeltjes.
  • Pagina 136 Stoelen Er wordt aangeraden de volgende DE JUISTE ZITPOSITIE richtlijnen in acht te nemen: INNEMEN • Ga rechtop zitten met de onderzijde van uw rug zover mogelijk naar WAARSCHUWINGEN achteren. Kantel de rugleuning van de stoel • Kantel de rugleuning van de stoel niet niet te ver achterover, want dit kan meer dan 30 graden naar achteren.
  • Pagina 137 Stoelen De hoofdsteunen verwijderen Hoofdsteun van middelste achterstoel (indien geplaatst) Hoofdsteun voor E135401 Druk de borgknoppen in en verwijder de hoofdsteun. E140447 Druk de vergrendelknop in en houd HANDMATIG VERSTELBARE deze ingedrukt. STOELEN 2. Maak de bevestigingsklem m.b.v. een geschikt werktuig los. WAARSCHUWINGEN Hoofdsteun buitenzijde achterbank Stel de bestuurdersstoel of de...
  • Pagina 138 Stoelen Een hendel om de stoel in hoogte te verstellen (alleen de bestuurdersstoel). Een hendel om de hoek van de rugleuning te verstellen. ELEKTRISCH VERSTELBARE STOELEN A B C D WAARSCHUWINGEN E144631 Verstel de zitting en de rugleuning Een balk om de stoel naar van de bestuurdersstoel niet tijdens achteren en naar voren te het rijden.
  • Pagina 139 Stoelen Elektrisch verstelbare lendensteun (indien aanwezig) E142554 Een vooraf ingestelde positie opslaan E165608 Zet het contact aan. GEHEUGENFUNCTIE (indien 2. Zet de stoel, de buitenspiegels en de stuurkolom in de gewenste positie. aanwezig) 3. Houd de gewenste voorkeuzetoets ingedrukt tot u een piep hoort. WAARSCHUWINGEN Voordat u het stoelgeheugen U kunt maximaal drie vooraf ingestelde...
  • Pagina 140 Stoelen U kunt een vooraf ingestelde 3. Druk binnen drie seconden op de geheugenpositie ook als volgt oproepen: vergrendeltoets op de afstandsbediening die u wilt koppelen. • Drukken op de ontgrendelknop op uw intelligente afstandsbediening als deze Volg dezelfde procedure om een is gekoppeld aan een vooraf ingestelde afstandsbediening te ontkoppelen –...
  • Pagina 141 Stoelen Easy Fold neerklapbare stoel (indien aanwezig) WAARSCHUWING Controleer of er niemand op de stoel zit wanneer u de stoel neerklapt. Als u de stoel neerklapt terwijl er een passagier zit, kan de stoel beschadigd raken of de passagier letsel oplopen. N.B.: De elektrische bediening is ingeschakeld wanneer de auto in de E186789...
  • Pagina 142 Stoelen VERWARMDE STOELEN (indien aanwezig) Voorstoelen WAARSCHUWING Mensen die geen pijn op hun huid kunnen voelen als gevolg van hoge E146322 leeftijd, chronische ziekte, diabetes, Druk op het symbool van de ruggengraatletsel, medicatie, stoelverwarming om door de verschillende alcoholgebruik, uitputting of andere fysieke verwarmingsinstellingen te navigeren of omstandigheden moeten voorzichtig om deze uit te zetten.
  • Pagina 143 Stoelen Doe het volgende niet! WAARSCHUWING • Zware voorwerpen op de stoel Personen die geen pijn op hun huid plaatsen. kunnen voelen als gevolg van hoge • De stoelverwarming inschakelen indien leeftijd, chronische ziekte, diabetes, water of een andere vloeistof op de ruggengraatletsel, medicatie, stoel gemorst is.
  • Pagina 144 Stoelen Druk op het symbool van de stoelverwarming om door de verschillende verwarmingsinstellingen te navigeren of om deze uit te zetten. Warmere instellingen worden aangeduid met meer indicatielampjes. Stoelkoeling De stoelkoeling werkt alleen als de motor draait. E146309 Bediening van de gekoelde stoelen: Druk op het symbool van de stoelkoeling om door de verschillende koelingsinstellingen te navigeren of om...
  • Pagina 145 Extra voedingsaansluitingen 12 volt stopcontact Plaats Hier vindt u de stopcontacten: WAARSCHUWING • Op de middenconsole. Sluit geen elektrische accessoires • In de middenconsole. aan op het aanstekercontact. Verkeerd gebruik van de aansteker • Achter op de console. kan schade veroorzaken die niet door uw •...
  • Pagina 146 Extra voedingsaansluitingen Bij overbelasting of kortsluiting trekt u het apparaat uit het stopcontact en zet u het contact uit en weer aan. Bij oververhitting laat u het systeem eerst afkoelen. Daarna zet u het contact uit en weer aan. Sommige apparaten mag u niet op het stopcontact aansluiten, zoals: •...
  • Pagina 147 Opbergvakken MIDDENCONSOLE DAKCONSOLE Berg items voorzichtig op in de bekerhouder; deze items kunnen immers loskomen bij bruusk remmen, acceleratie of botsingen, waarbij warme drank kan worden gemorst. Beschikbare consolefuncties zijn onder meer: E75193 Druk in de buurt van de achterrand van het portier om dit te openen.
  • Pagina 148 Motor starten en stoppen ALGEMENE INFORMATIE SLEUTELLOOS STARTEN N.B.: Het systeem werkt misschien niet WAARSCHUWINGEN wanneer de afstandsbediening zich dicht bij Door langdurig stationair draaien met metalen voorwerpen of elektronische hoge motortoerentallen kan tot zeer apparaten, zoals mobiele telefoons, bevindt. hoge temperaturen in de motor en het uitlaatsysteem leiden, waardoor het N.B.: Om het contact aan te zetten en de...
  • Pagina 149 Motor starten en stoppen Automatische transmissie 2. Wanneer de auto is gestopt, zet u de keuzehendel van de transmissie in een Plaats de keuzehendel in de stand P. lage versnelling (handgeschakelde 2. Trap het rempedaal volledig in. transmissie) of in de parkeerstand P (automatische transmissie) en draait 3.
  • Pagina 150 Motor starten en stoppen Zet het contact aan en wacht tot EEN DIESELMOTOR STARTEN de controlelamp gloeibougies uitgaat. Voor auto's met een Koude of warme motor automatische transmissie, trapt u het Wanneer u de motor start, stijgt het rempedaal volledig in. Voor auto's met een stationair toerental.
  • Pagina 151 Motor starten en stoppen Motor start niet Als u de motor na drie startpogingen nog niet kunt starten, wacht u 10 seconden en volgt u deze procedure: Voor auto's met een automatische transmissie, trapt u het rempedaal volledig in. Voor auto's met een handgeschakelde transmissie, trapt u het koppelingspedaal volledig in en trekt u de parkeerrem aan.
  • Pagina 152 Motor starten en stoppen Er wordt 30 seconden lang afgeteld. Zet de transmissie in de neutraalstand Tijdens het aftellen kunt u op elk moment (N) en gebruik de remmen om de auto het uitschakelen stoppen of de timer veilig tot stilstand te brengen. resetten door een van de volgende 2.
  • Pagina 153 Motor starten en stoppen Regeneratie Als uw ritten voldoen aan de volgende voorwaarden: WAARSCHUWING • U rijdt alleen korte afstanden. Laat de motor niet stationair draaien • U schakelt het contact regelmatig in of parkeer de auto niet op droge en uit.
  • Pagina 154 Unieke rijeigenschappen Motor opnieuw starten AUTO-START-STOP Trap het koppelingspedaal in. Het systeem verlaagt het N.B.: Om maximaal voordeel uit het brandstofverbruik en de CO2-emissies systeem te halen, moet de keuzehendel in door de motor uit te schakelen wanneer neutraal worden gezet en het de auto stationair draait, bijvoorbeeld bij koppelingspedaal bij een stop van langer verkeerslichten.
  • Pagina 155 Unieke rijeigenschappen • De verwarmde voorruit is ingeschakeld. N.B.: Voor auto's met Auto-Start-Stop verschillen de accuvereisten. Vervang de • Tijdens regeneratie van het roetfilter. accu door een accu met exact dezelfde • Transmissie staat in de sportstand of specificatie als de originele. de handmatige stand (alleen automatische transmissie).
  • Pagina 156 Brandstof en tanken • Autobrandstoffen kunnen schadelijk VEILIGHEIDSMAATREGELEN of fataal zijn indien deze worden ingeslikt. Brandstof zoals benzine is WAARSCHUWINGEN zeer giftig en kan bij inslikken resulteren Tank de brandstoftank niet te vol. De in permanent of dodelijk letsel. Als druk in een overvolle tank kan brandstof wordt ingeslikt, roep dan lekkage veroorzaken en leiden tot het...
  • Pagina 157 Brandstof en tanken veroorzaken. Als er brandstof op de LOCATIE TANKTRECHTER huid is gespat, was het betrokken gebied dan onmiddellijk met veel zeep De tanktrechter bevindt zich in de en water schoon. Raadpleeg opbergruimte van het reservewiel. onmiddellijk een arts indien u negatieve reacties ervaart.
  • Pagina 158 Brandstof en tanken • Houd het spuitstuk van de 2. Plaats de plastic trechter volledig in de brandstofpomp in contact met het opening van de brandstofvulleiding. brandstofreservoir tijdens het vullen. • Gebruik geen inrichting om de handgreep van de brandstofpomp op zijn plaats te houden.
  • Pagina 159 Brandstof en tanken Rijden met een katalysator WAARSCHUWINGEN Schakel voordat u tankt altijd de WAARSCHUWINGEN motor uit en zorg ervoor dat vonken U dient te voorkomen dat de of open vuur uit de buurt van de brandstof opraakt. vulklep van de brandstoftank worden gehouden.
  • Pagina 160 Brandstof en tanken E206911 Type 1: links - druk op de tankklep om de klep te openen. E139202 Type 1: rechts - druk op de N.B.: Na het plaatsen van het vulpistool tankklep om de klep te openen. van de brandstofpomp met de correcte Type 2: links - trek aan de afmeting wordt een veerbelaste blokkering tankklep om de klep te openen.
  • Pagina 161 Brandstof en tanken 3. Houd de brandstofpomp tijdens het BRANDSTOFVERBRUIK tanken in de lagere positie B. Als het vulpistool in de hogere positie A wordt We leiden de cijfers over CO2-waarden en gehouden, kan dit invloed hebben op brandstofverbruik af van laboratoriumtests de brandstofstroom en kan het volgens Richtlijn (EG) 715/2007 of CR (EG) vulpistool worden uitgeschakeld...
  • Pagina 162 Brandstof en tanken Brandstofverbruik berekenen Meet het brandstofverbruik niet tijdens de eerste 1.600 km (dit is de inrijperiode van uw motor). Na 3.200 km tot 4.800 km wordt een meer nauwkeurige meting verkregen. Brandstofkosten, aantal vulbeurten of brandstofmeteraflezingen zijn geen nauwkeurige opties voor het meten van het brandstofverbruik.
  • Pagina 163 Versnellingsbak/transmissie AUTOMATISCHE WAARSCHUWING TRANSMISSIE Trap het rempedaal in voor u de versnellingshendel in de vooruit- of achteruitversnelling zet. Houd het WAARSCHUWINGEN rempedaal ingetrapt tot u klaar bent om Zorg dat de parkeerrem altijd volledig te vertrekken. ingeschakeld is en zorg dat de versnellingshendel in de Druk op de knop aan de voorkant van de parkeerstand (P) staat.
  • Pagina 164 Versnellingsbak/transmissie SelectShift Automatic WAARSCHUWINGEN transmissie Zorg dat de auto altijd volledig stil staat voordat de versnellingshendel Uw auto is uitgerust met een SelectShift uit de stand achteruit (R) wordt Automatic-versnellingshendel. De geschakeld. SelectShift Automatic-transmissie biedt u de mogelijkheid om naar wens op te Schakel de versnellingshendel alleen in de schakelen of terug te schakelen.
  • Pagina 165 Versnellingsbak/transmissie Noodontgrendelhendel parkeerrem WAARSCHUWINGEN Rijd niet met de auto voordat is gecontroleerd of de remlichten werken. Voor deze procedure moet u de E144821 versnellingshendel uit de parkeerstand (P) schakelen, SelectShift in vooruit (D): waardoor de auto in beweging komt. Zorg •...
  • Pagina 166 Versnellingsbak/transmissie 3. Plaats een schroevendraaier (of vergelijkbaar gereedschap) in het toegangsgat en duw de hendel naar voren terwijl u de versnellingshendel uit de parkeerstand (P) en in de neutrale stand (N) zet. 4. Verwijder het gereedschap en breng het zijpaneel opnieuw aan. 5.
  • Pagina 167 Aandrijving op alle wielen N.B.: Er wordt een waarschuwingsbericht AANDRIJVING OP ALLE in het informatiedisplay weergegeven als WIELEN GEBRUIKEN het AWD-systeem oververhit raakt Zie Infoberichten (bladzijde 99). Deze Bij aandrijving op alle wielen worden alle toestand kan zich voordoen als het voertuig wielen gebruikt om de auto aan te drijven.
  • Pagina 168 Aandrijving op alle wielen Rijden onder speciale Als u met uw auto van de weg raakt omstandigheden met • Als u auto van de verharde weg raakt, vierwielaandrijving (AWD) mindert u vaart, maar remt u niet te hard en rijdt u de weg weer op nadat u Auto's met vierwielaandrijving zijn geschikt uw snelheid hebt verminderd.
  • Pagina 169 Aandrijving op alle wielen N.B.: Beweeg de auto niet heen en weer als sturen, accelereren of remmen omdat de motor niet op de normale u hierdoor minder controle over de auto bedrijfstemperatuur is; doet u dit wel, dan hebt, kunt kantelen en/of persoonlijk kan de transmissie beschadigd raken.
  • Pagina 170 Aandrijving op alle wielen Modder en water Reinig na het rijden in modder draaiende aandrijfassen en banden. Overtollige Rijd langzaam wanneer u door hoog water modder op banden en draaiende moet rijden. De tractie of het remvermogen aandrijfassen kan leiden tot een onbalans is wellicht beperkt.
  • Pagina 171 Aandrijving op alle wielen Rijden op sneeuw en ijs Oefen precies voldoende kracht uit op de wielen om de heuvel te beklimmen. Te veel WAARSCHUWING kracht leidt tot wielslip, wielspin of verlies van tractie, waardoor u de controle over U moet altijd voorzichtig rijden onder de auto verliest.
  • Pagina 172 Daarom raadt Ford Motor Company u sterk aan geen wijzigingen aan te brengen, zoals het toevoegen of verwijderen van onderdelen (bijvoorbeeld sets voor het verlagen van...
  • Pagina 173 Remmen zet de motor uit en schakel de parkeerrem ALGEMENE INFORMATIE in. Kijk of het gaspedaal geblokkeerd wordt. Als u niets ziet wat het gaspedaal N.B.: Zo nu en dan kunnen remgeluiden blokkeert maar de situatie zich blijft hoorbaar zijn; dit is normaal. Als een geluid voordoen, laat u uw auto naar de van metaal op metaal, een voortdurend dichtstbijzijnde erkende dealer slepen.
  • Pagina 174 Remmen Parkeren op een helling (auto's Het anti-blokkeerremsysteem voorkomt met handgeschakelde geen risico's die ontstaan wanneer: transmissie) • U te weinig afstand ten opzichte van voor u rijdend verkeer houdt. Als u de auto parkeert op een helling • Uw auto last heeft van aquaplanning. omhoog, moet u de transmissie eerst in de eerste versnelling (1) zetten en het •...
  • Pagina 175 Remmen Als u de elektrische parkeerrem inschakelt terwijl de auto in beweging is, gaat de waarschuwingslamp van het remsysteem branden en klinkt er een waarschuwingssignaal. Zie Infodisplays (bladzijde 90). Als uw rijsnelheid hoger is dan 6 km/h, wordt de remkracht toegepast zo lang er aan de schakelaar wordt getrokken.
  • Pagina 176 Remmen 2. Het rempedaal indrukken. N.B.: Het vrijzetten van de elektrische parkeerrem bij vertrek maakt het 3. Op de schakelaar van de elektrische eenvoudiger om te vertrekken op een helling. parkeerrem drukken. Deze functie zal de parkeerrem automatisch Wanneer de elektrische parkeerrem is vrijzetten wanneer de auto voldoende vrijgezet, wordt de waarschuwingslamp rijvermogen heeft om de helling op te rijden.
  • Pagina 177 Remmen N.B.: Het systeem werkt alleen wanneer u REGELING VOOR BERGOP de auto volledig stopt in een versnelling RIJDEN bergop (bijvoorbeeld vooruit (D) heuvelopwaarts rijden of achteruit (R) WAARSCHUWINGEN heuvelopwaarts rijden). Het systeem vervangt niet de N.B.: Er is geen waarschuwingslampje om parkeerrem.
  • Pagina 178 Aandrijfregeling Het systeem uitschakelen WERKING Als u het systeem uit- of inschakelt, Het tractieregelsysteem helpt het verschijnt er een bericht in het doordraaien van aangedreven wielen en informatiedisplay met de systeemstatus. verlies van tractie te voorkomen. U kunt het systeem uitschakelen via het Indien uw auto begint te schuiven, laat het informatiedisplay of via de schakelaar.
  • Pagina 179 Stabiliteitsregeling WERKING WAARSCHUWINGEN heeft, met als mogelijke gevolgen verlies van de controle over het stuur, kantelen WAARSCHUWINGEN van de auto en (dodelijke) verwondingen. Aanpassingen van de auto, Als uw systeem voor elektronische bijvoorbeeld aan het remsysteem, stabiliteitsregeling geactiveerd wordt, achteraf gemonteerde imperialen, VERMINDER UW SNELHEID.
  • Pagina 180 Stabiliteitsregeling Rol/stabiliteitsregeling (RSC) GEBRUIK MAKEN VAN STABILITEITSREGELING Het systeem zorgt ervoor dat uw auto minder snel zal kantelen door de kantelbeweging van uw auto en de Het systeem wordt automatisch snelheid waarmee dit verandert te ingeschakeld telkens wanneer u het detecteren en de remmen op één of meer contact aanzet.
  • Pagina 181 Parkeerhulp N.B.: Houd de sensoren in de bumper vrij WERKING van sneeuw, ijs en zware vuilophopingen. Indien de sensors afgedekt zijn, kan de WAARSCHUWINGEN nauwkeurigheid van het systeem nadelig Om letsel te voorkomen, moet u deze beïnvloed worden. Reinig de sensors niet paragraaf over de beperkingen van met scherpe voorwerpen.
  • Pagina 182 Parkeerhulp Het systeem herkent bepaalde voorwerpen PARKEERHULP ACHTER als de transmissie in de achteruit (R) staat: De achtersensoren werken alleen als de • wanneer de auto naar een stilstaand transmissie in de achteruit (R) staat. Met voorwerp toe beweegt met een het dichter naderen van het obstakel, snelheid van 5 km/h of minder.
  • Pagina 183 Parkeerhulp Als de transmissie in de achteruit (R) staat, geeft het sensorsysteem aan de voorkant geluidssignalen wanneer de auto in beweging is en het gedetecteerde obstakel zich in de richting van de auto beweegt. Zodra het voertuig stilstaat, stopt het geluidssignaal na twee seconden.
  • Pagina 184 Parkeerhulp Indicatie van afstand tot obstakel N.B.: Obstakels die het detectiegebied aan de zijkant binnenkomen zonder door de (indien aanwezig) voorste of achterste zijsensoren te zijn gedetecteerd en in kaart te zijn gebracht, worden niet gedetecteerd. E187810 Het sensorbereik beslaat tot 60 cm vanaf de zijkanten van uw auto.
  • Pagina 185 Parkeerhulp Wanneer u de hendel in de vooruit (D) zet • Het antiblokkeersysteem is of in een andere vooruitversnelling, geactiveerd. bijvoorbeeld laag (L), sport (S) of elke • Het systeem voor de aandrijfregeling vooruitversnelling bij handgeschakelde is geactiveerd. transmissies, biedt het zijsensorsysteem door middel van beeld en geluid een ACTIEVE PARKEERHULP afstandsindicatie wanneer uw auto met...
  • Pagina 186 Parkeerhulp Als u zich niet veilig voelt wanneer er zich N.B.: De sensoren detecteren wellicht geen een voertuig of voorwerp in de buurt voorwerpen met oppervlakken die bevindt, kunt u ervoor kiezen het systeem ultrasoongolven absorberen of interferentie te onderdrukken. met ultrasoongolven veroorzaken (uitlaat motorfiets, luchtremmen vrachtwagen of Met het hulpsysteem voor parkeerplek...
  • Pagina 187 Parkeerhulp E130107 N.B.: U kunt het actieve N.B.: Het systeem biedt altijd de parkeerhulpsysteem ook activeren nadat u parkeerplek aan die als laatste is een parkeerplek al gedeeltelijk of helemaal waargenomen (dus als de auto tijdens het voorbij bent gereden. Druk daartoe op de rijden meerdere parkeerplekken opmerkt, knop voor actieve parkeerhulp.
  • Pagina 188 Parkeerhulp Wanneer u vindt dat de auto correct is Actieve parkeerhulp gebruiken - geparkeerd of wanneer de parkeerhulp een Loodrecht op de weg parkeren constante toon laat horen (vergezeld van Druk twee keer op de knop op de een bericht op het scherm en een middenconsole naast de geluidssignaal), brengt u de auto volledig E146186...
  • Pagina 189 Parkeerhulp Als automatisch sturen is voltooid, ziet u een bericht en hoort u een toon om aan te geven dat de actieve parkeerhulp is voltooid. U dient het parkeerresultaat te controleren en eventuele noodzakelijke correcties uit te voeren voordat u het voertuig verlaat.
  • Pagina 190 Parkeerhulp N.B.: U blijft verantwoordelijk voor het • Rijd gedurende 30 seconden sneller besturen van uw auto en u moet ervoor dan circa 35 km/h tijdens het actief zorgen dat het pad vrij is voordat u zich in zoeken naar een parkeerplek. het verkeer begeeft.
  • Pagina 191 Parkeerhulp Het systeem zet de auto niet in de parkeerplek zoals ik dat wil De auto rolt in tegenovergestelde richting van de transmissie (dus vooruit wanneer R [Achteruit] is geselecteerd). Een oneffen stoep naast de parkeerplek zorgt ervoor dat het systeem de auto niet goed kan uitlijnen.
  • Pagina 192 Parkeerhulp Tijdens gebruik worden lijnen in het scherm N.B.: Als de transmissie in de achteruit (R) weergegeven die het pad van uw auto en staat en het kofferdeksel of de achterklep de afstand tot voorwerpen achter uw auto geopend is, worden er geen weergeven.
  • Pagina 193 Parkeerhulp De vaste en actieve richtlijnen worden zichtbaar of vervagen afhankelijk van de positie van het stuurwiel. De actieve richtlijnen worden niet getoond als het stuurwiel recht gehouden wordt. Wees altijd voorzichtig wanneer u achteruitrijdt. Voorwerpen in de rode zone zijn het dichtst in de buurt van uw auto en voorwerpen in de groene zone bevinden zich verder weg.
  • Pagina 194 Parkeerhulp Instellingen camerasysteem CAMERA 180 GRADEN Om de instellingen van de WAARSCHUWINGEN achteruitkijkcamera te openen, selecteert u het volgende in het multifunctioneel Het camerasysteem is een display terwijl de transmissie niet in de aanvullend systeem. De bestuurder achteruit (R) staat: moet tijdens het gebruik van het systeem ook nog steeds naar buiten kijken en de binnen- en buitenspiegels...
  • Pagina 195 Parkeerhulp Cameraweergaven N.B.: De vooruitkijkcamera wordt uitgeschakeld wanneer uw rijsnelheid Druk op de cameratoets om van weergave 10 km/h overschrijdt. U dient het systeem te wisselen. weer in te schakelen met behulp van de toets van het camerasysteem zodra u •...
  • Pagina 196 Snelheidsregeling Snelheidsregeling inschakelen WERKING Druk kort op het pictogram van de Via de cruise control kan een ingestelde snelheidsregeling. snelheid worden aangehouden zonder uw Het controlelampje in het voet op het gaspedaal te houden. U kunt instrumentenpaneel gaat de snelheidsregeling gebruiken bij een branden.
  • Pagina 197 Snelheidsregeling Ingestelde snelheid annuleren WAARSCHUWINGEN Adaptieve snelheidsregeling Druk kort op CNCL of trap het rempedaal detecteert geen tegenliggers in in. De ingestelde snelheid wordt niet dezelfde rijstrook. gewist. Gebruik de adaptieve Ingestelde snelheid hervatten snelheidsregeling niet wanneer u een aanhanger met aanhangerremmen Druk kort op RES.
  • Pagina 198 Snelheidsregeling 3. Neem uw voet van het gaspedaal. Een groen controlelampje, de momenteel ingestelde afstand en uw gewenste snelheid verschijnen in het instrumentenpaneel. E184571 U bedient de adaptieve snelheidsregeling E164805 via het stuurwiel. 4. Er gaat een afbeelding van een auto Adaptieve snelheidsregeling branden als er voor u een auto wordt inschakelen...
  • Pagina 199 Snelheidsregeling Ingestelde snelheid annuleren Als het systeem een voorligger registreert, wordt het voertuig boven de horizontale Druk kort op CNCL/OFF of trap het balken op het display weergegeven. rempedaal in. De ingestelde snelheid wordt Uw auto houdt een constante afstand aan doorgestreept weergegeven.
  • Pagina 200 Snelheidsregeling N.B.: Het is uw eigen verantwoordelijkheid De geselecteerde afstand wordt door om een afstand in te stellen die past bij de middel van balken in de afbeelding op het rijomstandigheden. informatiedisplay weergegeven. U kunt kiezen uit vier instellingen. N.B.: De ingestelde afstand is tijdafhankelijk en daarom zal de afstand zich automatisch aan de rijsnelheid aanpassen.
  • Pagina 201 Snelheidsregeling Automatisch annuleren Problemen met detectie Het alarmsysteem werkt niet onder WAARSCHUWING 20 km/h. Als de auto onder deze snelheid In zeldzame gevallen kunnen er zakt, klinkt een waarschuwingsgeluid en problemen met detectie optreden wordt het automatisch remsysteem door de infrastructuur van de weg, vrijgezet.
  • Pagina 202 Snelheidsregeling Geblokkeerde sensor Onverwachte reacties kunnen optreden: Bij voertuigen die zich op uw rijbaan voegen en alleen kunnen worden 'gezien' wanneer ze zich volledig op de rijbaan bevinden. Motorfietsen kunnen soms laat of in het geheel niet worden 'gezien'. Bij voertuigen vóór u bij het in- E145632 en uitrijden van een bocht.
  • Pagina 203 Snelheidsregeling De volgende tabel geeft een overzicht van mogelijke oorzaken en handelingen die uitgevoerd kunnen worden wanneer dit bericht getoond wordt Oorzaak Uit te voeren handelingen Het oppervlak van de radar in de grille is vuil Maak het oppervlak van de grille vóór de of op een andere manier geblokkeerd.
  • Pagina 204 Rijhulpmiddelen Het systeem in- en uitschakelen SNELHEIDSBEGRENZER - AUTO'S MET: Druk op LIM om de begrenzer in stand-by te zetten. Het informatiedisplay vraagt u SNELHEIDSREGELING een snelheid in te stellen. Druk nogmaals op LIM om het systeem uit te schakelen. Werkprincipe Snelheidslimiet instellen WAARSCHUWING...
  • Pagina 205 Rijhulpmiddelen Als u de ingestelde snelheid doelbewust Het systeem in- en uitschakelen overschrijdt, knippert alleen de Druk op LIM om de begrenzer in stand-by controlelamp ingestelde snelheid in het te zetten. Het informatiedisplay vraagt u informatiedisplay. dan een snelheid in te stellen of toont de gedetecteerde snelheidslimiet als de De intelligente snelheidsbegrenzer ingestelde snelheid.
  • Pagina 206 Rijhulpmiddelen • Druk op RES om de werking van de SNELHEIDSBEGRENZER - begrenzer te hervatten. Het Auto AUTO'S MET: ADAPTIVE LIM-symbool wordt groen CRUISE CONTROL weergegeven in het informatiedisplay. • De snelheidslimiet past zich Werking automatisch aan de snelheidslimiet aan die wordt gedetecteerd door het WAARSCHUWING systeem voor verkeersbordherkenning.
  • Pagina 207 Rijhulpmiddelen Het systeem wordt bediend met de Ingestelde snelheidslimiet doelbewust toetsen op het stuurwiel. overschrijden Trap het gaspedaal volledig in om het systeem tijdelijk te deactiveren. Het systeem wordt opnieuw geactiveerd zodra de rijsnelheid onder de ingestelde snelheid zakt. Systeemwaarschuwingen Als u de ingestelde snelheid per ongeluk overschrijdt, knippert de controlelamp ingestelde snelheid op het...
  • Pagina 208 Rijhulpmiddelen Snelheidslimiet instellen Systeemwaarschuwingen • Druk op RES terwijl de begrenzer Als de ingestelde snelheid automatisch stand-by staat om de begrenzer op de wordt ingesteld op een waarde die lager is gedetecteerde snelheidslimiet in te dan de huidige rijsnelheid, knippert het stellen.
  • Pagina 209 Rijhulpmiddelen N.B.: Als het is ingeschakeld in het menu, Het waarschuwingssysteem werkt in twee zal het systeem actief zijn bij snelheden fasen. Eerst geeft het systeem een tijdelijke hoger dan 64 km/h. Onder de snelheid voor waarschuwing dat u moet rusten. Dit inschakelen informeert het bericht verschijnt slechts gedurende een informatiedisplay de bestuurder dat het...
  • Pagina 210 Rijhulpmiddelen De statusbalk verloopt van links naar WAARSCHUWINGEN rechts met het afnemen van het berekende Indien de sensor versperd raakt, is alertheidsniveau. Naarmate het niveau het mogelijk dat het systeem niet dichter komt bij het pictogram om te werkt. rusten, verandert de kleur van geel naar Onder koude en barre rood.
  • Pagina 211 Rijhulpmiddelen Het systeem meldt u dat u binnen uw rijstrook moet blijven via het stuursysteem en het instrumentenpaneel wanneer de camera vooraan detecteert dat u waarschijnlijk onopzettelijk zult afwijken van uw rijstrook. Het systeem detecteert en volgt automatisch de rijstrookmarkeringen op de weg via een camera die achter de binnenspiegel is gemonteerd.
  • Pagina 212 Rijhulpmiddelen Systeemdisplay E165517 E151660 Alert Wanneer u het systeem inschakelt, wordt een afbeelding van een auto in bovenaanzicht met wegmarkeringen Alert + Aid – geeft hulp bij het weergegeven op het informatiedisplay. Als stuurdraaimoment naar het midden van u de hulpmodus selecteert wanneer u het de rijstrook.
  • Pagina 213 Rijhulpmiddelen • De weg geeft geen of slechte Groen: wijst erop dat het systeem rijstrookmarkeringen in het gezichtsveld beschikbaar of klaar is om een van de camera. waarschuwing of interventie te geven, aan de aangeduide zijde(n). • De camera is geblokkeerd of kan de wegmarkeringen niet detecteren Geel: wijst erop dat het systeem een omwille van de omstandigheden in de...
  • Pagina 214 Rijhulpmiddelen Waarom is de functie niet beschikbaar (rijstrookmarkeringen zijn grijs) wanneer ik de rijstrookmarkeringen op de weg kan zien? Vage wegmarkeringen (gedeeltelijke gele wegmarkeringen op betonnen wegen) Rijstrook te smal of te breed Camera niet gekalibreerd na vervangen van de voorruit Rijden op krappe wegen of ongelijkmatige wegen Waarom komt de auto niet terug naar het midden van de rijstrook, zoals verwacht, in de modus Hulp of Hulp+ Waarschuw.?
  • Pagina 215 Rijhulpmiddelen Gebruik van de systemen WAARSCHUWING Om verwondingen te helpen Het systeem voor dodehoekdetectie wordt voorkomen, gebruikt u het systeem ingeschakeld wanneer u de motor aanzet voor herkenning van kruisend verkeer en u uw auto naar voren rijdt met een NOOIT ter vervanging van de binnen- en snelheid van meer dan 8 km/h.
  • Pagina 216 Rijhulpmiddelen E142440 In dit eerste voorbeeld wordt de linkersensor slechts gedeeltelijk belemmerd, het bereik is bijna volledig. E142441 Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing...
  • Pagina 217 Rijhulpmiddelen Het bereik neemt ook af wanneer u Systeemsensoren parkeert onder een lage hoek. Hier is de WAARSCHUWING linkersensor bijna volledig geblokkeerd, het bereik aan die kant wordt ernstig Net voordat het systeem een belemmerd. blokkering heeft geregistreerd en de bestuurder waarschuwt, neemt het Systeemlampjes en berichten aantal gemiste voorwerpen toe.
  • Pagina 218 Rijhulpmiddelen Wanneer u een blokkade verwijdert, kunt u het systeem op twee manieren resetten: • Onder het rijden detecteert het systeem minstens twee objecten. • U zet het contact aan, uit en vervolgens weer aan. Als de blokkade nog steeds aanwezig na de sleutelcyclus en nadat u in verkeer hebt gereden, controleert u opnieuw of er een blokkade is.
  • Pagina 219 Rijhulpmiddelen Systeembeperkingen Er kunnen zich bepaalde situaties voordoen waar een valse waarschuwing wordt De systemen voor dodehoekdetectie of afgegeven door het systeem voor herkenning van kruisend verkeer hebben dodehoekdetectie of herkenning van hun beperkingen. In situaties met barre kruisend verkeer, waarbij het weersomstandigheden of indien vuil zich waarschuwingslampje brandt terwijl zich op het sensorgebied heeft opgehoopt, kan...
  • Pagina 220 Zie Algemene wielophangingsset, is het mogelijk dat het informatie (bladzijde 90). systeem niet naar behoren werkt. Snelheidswaarschuwing systeem N.B.: Breng altijd Originele Ford Onderdelen instellen aan wanneer gloeilampen voor de koplampen worden vervangen. Andere Het systeem heeft een aantal gloeilampen kunnen de prestaties van het snelheidswaarschuwingsniveaus die m.b.v.
  • Pagina 221 Rijhulpmiddelen Systeemdisplay STUURINRICHTING Elektrische stuurbekrachtiging WAARSCHUWINGEN De elektrische stuurbekrachtiging heeft diagnosecontroles, die het systeem continu bewaken. Als een fout wordt gevonden, verschijnt een bericht op het informatiedisplay. Breng de auto E132994 tot stilstand zodra dit veilig kan. Zet het contact uit. Wacht minstens 10 seconden, Het systeem kan twee verkeersborden zet het contact aan en kijk of het parallel weergeven.
  • Pagina 222 Rijhulpmiddelen Adaptieve besturing Tips voor het sturen (indien aanwezig) Als de stuurinrichting zwabbert of WAARSCHUWING scheeftrekt, controleert u op: De adaptieve stuurinrichting heeft • De juiste bandenspanning. diagnosecontroles, die het systeem • Onregelmatige bandenslijtage. continu bewaken. Als een fout wordt gevonden, verschijnt een bericht op het •...
  • Pagina 223 Rijhulpmiddelen PRE-COLLISION ASSIST WAARSCHUWINGEN achtergrond, rennende voetgangers, gedeeltelijk verborgen voetgangers of WAARSCHUWINGEN voetgangers die niet onderscheiden U bent steeds verantwoordelijk voor kunnen worden van een groep. Als u niet de bediening van uw auto. Het voorzichtig bent, kan dit leiden tot verlies systeem is niet bedoeld om de van controle over de auto, ernstige of bestuurder te ontheffen van zijn plicht om...
  • Pagina 224 Rijhulpmiddelen Waarschuwing: als dit is geactiveerd, N.B.: De rode lichtbalk is kleiner en knippert knippert er een rode waarschuwingslamp, niet wanneer de afstandswaarschuwing klinkt er een waarschuwingssignaal en actief is. wordt er een waarschuwingsbericht weergegeven op het informatiedisplay. Ondersteuning remsysteem: de ondersteuning van het remsysteem helpt de bestuurder snelheid te minderen door de remmen licht in te schakelen.
  • Pagina 225 Rijhulpmiddelen Grafische afbeel- Snelheid Gevoeligheid Tussenruimte Afstand in tijd dingen 62 mph (100 Normaal Grijs >25m >0.9sec km/u) 62 mph (100 tussen 17 m en 25 tussen 0,6 sec Normaal Geel km/u) en 0,9 sec 62 mph (100 Normaal Rode <17m <0.6sec km/u)
  • Pagina 226 Rijhulpmiddelen Oorzaak Uit te voeren handelingen Maak het oppervlak van de grille vóór de Het oppervlak van de radar in de grille is vuil radar schoon of verwijder het object dat de of op een andere manier geblokkeerd. sensor blokkeert. Het oppervlak van de radar in de grille is Wacht een ogenblikje.
  • Pagina 227 Rijhulpmiddelen AANDRIJFREGELING Adaptieve besturing U kunt instellen welke modi actief zijn wanneer uw auto in vooruit (D) of sportmodus (S) staat. De configuratie blijft actief totdat u ze wijzigt in het hoofdmenu op het informatiedisplay. Zie Algemene informatie (bladzijde 90). Modi: •...
  • Pagina 228 Transport ALGEMENE INFORMATIE BAGAGEVERANKE- RINGSPUNTEN WAARSCHUWINGEN Gebruik bevestigingsriemen die voldoen aan een norm, bijv. DIN. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet. Plaats bagage en ander voorwerpen zo laag mogelijk en zo ver mogelijk naar voren in de bagageruimte of de laadruimte.
  • Pagina 229 Voor een correcte werking van de imperiaal moet u ladingen rechtstreeks plaatsen op dakdragers die zijn bevestigd op de zijrails van de imperiaal. Bij gebruik van de imperiaal wordt aanbevolen originele Ford dakdragers te gebruiken die speciaal zijn ontworpen voor uw auto. E199571 Zorg dat de lading stevig is vastgezet.
  • Pagina 230 Transport Dragers op de trekhaak Aanbrengen achter de voorstoelen Wanneer u een drager gebruikt die op de trekhaak wordt bevestigd, dient u op het volgende te letten: • Overschrijd nooit het maximale verticale gewicht op de trekhaakkogel (gewicht van de drager plus het gewicht van de lading).
  • Pagina 231 Transport E214021 2. Bevestig het rooster aan de onderste balk met de meegeleverde kartelwielen. Zet de kartelwielen niet E214020 vast. 3. Bevestig het hondenhek aan de onderste bevestigingspunten met de meegeleverde kartelwielen. Zet de kartelwielen niet vast. 4. Draai de kartelwielen vast op de onderste bevestigingspunten.
  • Pagina 232 Transport Aanbrengen achter de achterstoelen E86848 Duw de uiteinden van de balk op het E214657 rooster naar elkaar toe en stop ze in de bevestigingen in het dak. Duw de balk 2. Verwijder de schroef uit elk van de vooruit in het smalle gedeelte van de bevestigingspunten voor de bagage.
  • Pagina 233 Transport E214656 E214655 3. Bevestig het rooster aan de onderste 4. Bevestig de vloerbeugel aan het balk met de meegeleverde bevestigingspunt voor de bagage en kartelwielen. Zet de kartelwielen niet zet deze vast met de nieuwe vast. meegeleverde schroef en tussenring. 5.
  • Pagina 234 Aanhangers trekken • Plaats de lading zo laag mogelijk en TREKKEN VAN EEN centraal op de as van uw aanhanger. AANHANGER Wanneer u met een onbeladen auto rijdt, moet u de lading in de aanhanger WAARSCHUWINGEN zo ver mogelijk naar de aanhangerkoppeling schuiven, omdat Overschrijd 100 km/h niet.
  • Pagina 235 Ford beveelt niet aan dat deze functie veiligheid van uw auto en de aanhanger. wordt uitgeschakeld, behalve in situaties Gebruik geen gereedschap voor het...
  • Pagina 236 Aanhangers trekken 4. Laat de kartelwiel los. De trekhaakkogel is nu ontgrendeld. Trekhaakkogel aanbrengen WAARSCHUWING Breng de trekhaakkogel alleen aan wanneer de koppeling volledig is ontgrendeld. E71328 Een 13-pens stekkerdoos en het bevestigingspunt voor de trekhaakkogel bevinden zich onder de achterbumper. Draai de stekkerdoos 90 graden tot hij in zijn eindstand wordt vergrendeld.
  • Pagina 237 Aanhangers trekken Trekhaakkogel verwijderen 3. Trek de beschermkap van de sleutel en steek deze in het slot. Met aanhanger rijden WAARSCHUWING Wanneer aan een van de onderstaande voorwaarden niet kan worden voldaan, gebruik dan de trekhaak niet en laat deze door een erkende dealer controleren.
  • Pagina 238 Aanhangers trekken SLEEPPUNTEN WAARSCHUWING De recuperatiehaak is voorzien van linkse schroefdraad. Draai linksom om deze aan te brengen en zorg dat deze stevig is vastgeschroefd. Gebeurt dit niet, dan kan de recuperatiehaak losschieten. Gebruik geschikt gereedschap om de kap te openen als er een inkeping in de kap zit. Duw anders op de bovenkant van de kap om deze te openen.
  • Pagina 239 We raden aan dat u een lepel en dolly of een oprijwagen gebruikt om uw auto te slepen. Gebruik geen hijsstrop om te slepen. Ford Motor Company heeft geen procedure goedgekeurd voor het slepen E196618 met een hijsstrop. Als de auto onjuist of N.B.: Als uw auto over een trekhaak...
  • Pagina 240 Tips voor het rijden Wanneer de naald van de INRIJDEN koelvloeistoftemperatuurmeter naar het bovenste gebied beweegt, is de motor Banden oververhit. Zie Meters (bladzijde 81). WAARSCHUWING U mag slechts een korte afstand met de auto rijden wanneer de motor oververhit Nieuwe banden hebben een is.
  • Pagina 241 Tips voor het rijden Schakelen N.B.: Rijden door stilstaand water kan schade aan de auto veroorzaken. Gebruik de hoogste versnelling waarin N.B.: Er kan motorschade ontstaan als onder de betreffende omstandigheden water in het luchtfilter komt. gereden kan worden. Controleer de diepte voor u door stilstaand Anticipatie water rijdt.
  • Pagina 242 Tips voor het rijden VLOERMATTEN WAARSCHUWINGEN Controleer de bevestiging van de vloermatten regelmatig. Breng WAARSCHUWINGEN vloermatten die voor vervanging of Gebruik uitsluitend vloermatten die reiniging zijn verwijderd altijd weer op de zijn ontworpen om te passen in de juiste wijze en stevig aan. voetruimte van uw auto.
  • Pagina 243 Ford Motor Gebruik de knop wanneer uw auto een Company raadt aan het brandstofsysteem veiligheidsgevaar is voor andere na een aanrijding te laten controleren door weggebruikers.
  • Pagina 244 Wat te doen bij pech N.B.: Wanneer u uw auto opnieuw probeert N.B.: Wanneer u een auto met te starten nadat de brandstof is automatische transmissie probeert te uitgeschakeld, controleert de auto dat starten door middel van slepen of duwen, diverse systemen veilig opnieuw gestart kan dit de transmissie beschadigen.
  • Pagina 245 Wat te doen bij pech Startkabels gebruiken Start de motor van de hulpauto en drijf het toerental wat op of trap het gaspedaal zachtjes in om uw motortoerental tussen 2000 en 3000 omw/min. te houden, zoals te zien op uw toerenteller. 2.
  • Pagina 246 Wat te doen bij pech 2. Maak de hulpstartkabel los van de negatieve (-) aansluiting van de accu van de hulpauto. 3. Maak de hulpstartkabel los van de positieve (+) aansluiting van de accu van de hulpauto. 4. Maak de hulpstartkabel los van de positieve (+) pool van de accu van de stilgevallen auto.
  • Pagina 247 Zekeringen De stroomverdeelkast bevindt zich in de SPECIFICATIE-OVERZICHT motorruimte. Deze bevat ZEKERINGEN hoogspanningszekeringen die de elektrische systemen van uw auto Stroomverdeelkast beschermen tegen overbelasting. Als de accu is ontkoppeld en opnieuw is WAARSCHUWINGEN aangesloten, dienen sommige functies te Ontkoppel altijd de accu voordat u worden gereset.
  • Pagina 248 Zekeringen Zekering- of relais- Vermogen zekering Beschermde onderdelen nummer (ampère) Wissermotor nr. 2. 25 A Startmotorrelais Ruitenwisser van achterruit. 15 A Regensensor — Relais aanjagermotor. Extra voedingspunt 3 - achterkant van 20 A console. — Relais gloeibougieregelaar. Computer motorregeling - voertuigvoeding 20 A Computer motorregeling - voertuigvoeding 20 A...
  • Pagina 249 Zekeringen Zekering- of relais- Vermogen zekering Beschermde onderdelen nummer (ampère) Start transmissieregeling. 15 A Solenoïde aircokoppeling. 10 A Start. 15 A Module voor spanningsstabiliteit (start- stop). Informatiesysteem dode hoek. Achteruitkijkcamera. Vooruitkijkcamera. Adaptieve snelheidsregeling. Head-up display. Sensor luchtkwaliteit. Niet in gebruik (reserve). 10 A Start antiblokkeersysteem.
  • Pagina 250 Zekeringen Zekering- of relais- Vermogen zekering Beschermde onderdelen nummer (ampère) — Claxonrelais — Het brandstofpomp-relais. Stoelen tweede zitrij, inklapbaar. 10 A Verwarmde sproeier. — Niet in gebruik. Dynamosensor. 10 A Remlichtschakelaar (on/off) 10 A Claxon. 20 A Verwarmingselement dieselolie. 20 A Aandrijflijnventilator.
  • Pagina 251 Zekeringen Maak de grendels aan beide zijden van de zekeringkast los. 2. Til de zekeringkast aan de binnenzijde auto uit de houder. 3. Verplaats de zekeringkast naar het midden van de motorruimte. 4. Draai de buitenzijde van de zekeringkast om bij de onderkant te kunnen.
  • Pagina 252 Zekeringen Zekering- of relais- Vermogen zekering Beschermde onderdelen nummer (ampère) Koplampsproeier. 20 A Dieselverdamper. 20 A Brandstofpomptoevoer. 30 A 720 W elektronische ventilator 3. 40 A 720 W elektronische ventilator 1. 40 A Ontwaseming voorruit linkerzijde. 40 A Carrosserieregelmodule 1. 50 A Niet in gebruik (reserve).
  • Pagina 253 Zekeringen Zekering- of relais- Vermogen zekering Beschermde onderdelen nummer (ampère) Module klimaatregeling stoel. 30 A Trekhaakmodule. 40 A Ventilatormotor. 40 A Module elektrische achterklep. 30 A 220V-omvormer. 40 A Pomp antiblokkeersysteem. 60 A Wissermotor nr. 1. 25 A Startsolenoïde 30 A Standkachel.
  • Pagina 254 Zekeringen E145984 Zekering- of relais- Vermogen zekering Beschermde onderdelen nummer (ampère) Verlichting (interieur, handschoenenkastje, 10 A accessoirelamp, plafond, achterklep). Relaisspoel ontgrendeling stoelen tweede Stoelen met geheugen. 7,5 A Lendensteun. Bestuurdersportierontgrendeling. 20 A Dubbele vergrendeling. Niet in gebruik (reserve). Niet in gebruik (reserve). 20 A Niet in gebruik (reserve).
  • Pagina 255 Zekeringen Zekering- of relais- Vermogen zekering Beschermde onderdelen nummer (ampère) Combinatiemodule beveiliging. Klimaatregelmodule 7,5 A Instrumentengroep. 7,5 A Stuurkolomregelmodule. Slimme diagnosestekker (gateway)module. Niet in gebruik (reserve). 10 A Datalinkvoeding. 10 A Kinderslot. 15 A Accu achteruitrijsignaal. Ontsteking Drukknop stop/start-schakelaar. Niet in gebruik (reserve). 7,5 A Koplampregelmodule.
  • Pagina 256 Zekeringen Zekering- of relais- Vermogen zekering Beschermde onderdelen nummer (ampère) Rechter achterportier (ruit) 30 A Niet in gebruik (reserve). 15 A Global positioning system. 10 A Weergave. Spraakbesturing (SYNC). Radiofrequentieontvanger. Radio. 20 A Start-bus (zekering 19, 20, 21, 22, 35, 36, 30 A 37, stroomonderbreker).
  • Pagina 257 Onderhoud 2. Schakel de motor uit. ALGEMENE INFORMATIE 3. Blokkeer de wielen. Wanneer u uw auto regelmatig laat Werken met de motor aan onderhouden zal dit de betrouwbaarheid en de inruilwaarde ten goede komen. Er is WAARSCHUWING een groot netwerk van erkende dealers die u kunnen helpen met hun professionele Om het risico op schade aan de auto expertise op het gebied van onderhoud.
  • Pagina 258 Onderhoud 3. Ontgrendel het motorkapslot door de tweede ontgrendelingshandgreep naar uw linkerzijde te duwen. E191432 4. Open de motorkap. De motorkapsteun ondersteunt de motorkap automatisch. Motorkap sluiten E218015 Breng de motorkap omlaag en laat deze onder het eigen gewicht de 2.
  • Pagina 259 Onderhoud OVERZICHT MOTORRUIMTE E188734 Expansiereservoir. Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 257). Remvloeistofreservoir (stuur rechts). Zie Remvloeistof controleren (bladzijde 258). Motorolievuldop. Zie Motorolie controleren (bladzijde 256). Oliepeilstaaf. Zie Oliepeilstaaf (bladzijde 256). Remvloeistofreservoir (stuur links). Zie Remvloeistof controleren (bladzijde 258). Accu. Zie 12 volt accu vervangen (bladzijde 259). Stroomverdeelkast.
  • Pagina 260 Vul geen motorolie bij wanneer de motor heet is. U kunt zich lelijk 2. Vul motorolie bij die voldoet aan de branden aan hete motorolie. Ford specificatie. Zie Inhouden en specificaties (bladzijde 288). Verwijder de vuldop niet bij draaiende motor.
  • Pagina 261 Onderhoud 3. Plaats de vuldop weer terug. Draai Controleer of het koelvloeistofpeil tussen rechtsom tot u sterke weerstand voelt. de markeringen MIN en MAX op het motorkoelvloeistofreservoir staat. Als het N.B.: Zorg ervoor dat u de vuldop correct koelvloeistofpeil op of onder de plaatst.
  • Pagina 262 Gebruik alleen vloeistof die voldoet aan de beschadiging of defecten aan het specificaties van Ford. Zie Inhouden en remsysteem. Als u deze waarschuwing niet specificaties (bladzijde 285). in acht neemt, kan dit leiden tot verlies van controle over de auto, ernstige of dodelijke verwondingen.
  • Pagina 263 Onderhoud RUITENSPROEIERVLOEISTOF WAARSCHUWINGEN Accupolen, -klemmen en CONTROLEREN gerelateerde accessoires bevatten lood en loodverbindingen. Was uw Gebruik voor het bijvullen een mengsel van handen goed na het werken met sproeiervloeistof en water om bevriezing remvloeistof. bij koude weersomstandigheden te voorkomen en het reinigend effect te Voor auto's met Auto-Start-Stop verbeteren.
  • Pagina 264 Ford gebruikt die overeenkomt met de voertuiggarantie valt. elektrische vereisten van uw auto. Contoleer of het contact nog steeds uit Wanneer u de accu loskoppelt of vervangt staat voordat u de accu opnieuw aansluit.
  • Pagina 265 Onderhoud Zet de ruitenwissers in de positie voor RUITENWISSERBLADEN onderhoud om de ruitenwisserbladen te CONTROLEREN vervangen. De ruitenwissers keren automatisch terug naar de beginpositie wanneer u het contact aanzet. Contact uitzetten. 2. Beweeg de ruitenwisserarmen handmatig naar de onderhoudspositie. N.B.: U kunt de ruitenwisserarmen niet handmatig naar de positie voor onderhoud verplaatsen als u het contact aanzet.
  • Pagina 266 Onderhoud N.B.: Zorg ervoor dat het ruitenwisserblad KOPLAMPEN AFSTELLEN - goed op zijn plaats komt te zitten. LINKS STUUR N.B.: Zorg ervoor dat de voorruit schoon is voordat u nieuwe ruitenwisserbladen Verticale richting gebruikt. Zie Verzorging van de auto (bladzijde 269). Richtpunt voor koplamp Het ruitenwisserblad achteraan vervangen...
  • Pagina 267 Onderhoud Gebruik geschikt gereedschap om de verticale richting aan te passen door de versteller met de klok mee of tegen de klok in te draaien. N.B.: Om het lichtpatroon tijdens het afstellen van een koplamp zo duidelijk mogelijk te zien, kunt u het licht van de andere koplamp blokkeren.
  • Pagina 268 Onderhoud Afstellen van verticale richting Parkeer uw auto op een vlakke ondergrond, op een afstand van ongeveer 7,6 m van een verticale muur of scherm. 2. Schakel de parkeerrem in. 3. Meet de hoogte van het midden van de koplamp tot de grond. N.B.: Er kan een identificatiemarkering op de lens zijn aangebracht als hulpmiddel om het midden van de gloeilamp van de...
  • Pagina 269 Onderhoud EEN KOPLAMP VERWIJDEREN Open de motorkap. Zie De motorkap openen en sluiten (bladzijde 253). E133750 5. Trek de multistekker los. GLOEILAMPEN VERVANGEN WAARSCHUWINGEN Schakel alle verlichting en het contact uit. Wanneer deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, E194758 kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben. 2.
  • Pagina 270 Onderhoud Koplamp 2. Draai de lamp linksom en verwijder deze. 3. Trek de multistekker los. N.B.: Raak het glas van de gloeilamp niet aan. N.B.: De gloeilamp kan niet uit de lamphouder worden genomen. Gasontladingslampen Deze lampen werken onder hoogspanning. Raadpleeg een erkende dealer als ze defect zijn.
  • Pagina 271 Onderhoud Kentekenplaatverlichting Gebruik geschikt gereedschap, zoals een schroevendraaier, om de lamp voorzichtig te verwijderen. 2. Verwijder de lamp. 3. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. 4. Trek de gloeilamp er recht uit. E72789 GLOEILAMPENTABEL Buitenverlichting Lampje Specificaties Vermogen (watt) Remlicht en achterlicht.
  • Pagina 272 Onderhoud Binnenverlichting Lampje Specificaties Vermogen (watt) Interieurlamp. Bagageruimteverlichting Kaartleeslamp Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing...
  • Pagina 273 Verzorging van de auto Chromen onderdelen reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO N.B.: Gebruik geen schuurmiddelen of chemische oplosmiddelen. Gebruik een N.B.: Wanneer de auto tijdens het wassen zeepoplossing. in een autowasserette in de was wordt N.B.: Breng geen reinigingsproduct aan op gezet, verwijder dan de was van de voorruit hete oppervlakken en laat geen en de ruitenwisserbladen.
  • Pagina 274 Verzorging van de auto Achterruiten N.B.: Breng geen polish op de voor- en achterruit aan. Dit heeft een lawaaiige N.B.: Gebruik geen schurende materialen werking van de ruitenwissers tot gevolg; voor het reinigen van de binnenzijde van de bovendien kunnen de ruiten dan niet goed achterruiten.
  • Pagina 275 Lees de instructies van de fabrikant en volg Er wordt aanbevolen Ford-wielenreiniger deze op alvorens de producten te te gebruiken. Lees en volg de aanwijzingen gebruiken. van de fabrikant.
  • Pagina 276 Velgen en banden N.B.: Wanneer uw banden zijn gewisseld, ALGEMENE INFORMATIE moet de bandenspanning worden gecontroleerd en aangepast volgens de In de bestuurdersportieropening bevindt vereisten voor de auto. zich een tabel met de bandenspanning. Als u uw banden wisselt met regelmatige Controleer bij koude banden de intervallen van tussen de 3000 en 6000 bandenspanning bij een temperatuur...
  • Pagina 277 7°C of lager geleverd. Het gebruik van een band of wiel (afhankelijk van bandenslijtage en dat niet is aanbevolen door Ford kan de omgevingsomstandigheden) of als er veiligheid en prestaties van uw auto sneeuw en ijs op de weg ligt. De slijtage en beïnvloeden, wat kan leiden tot een groter...
  • Pagina 278 Velgen en banden • De sneeuwkettingen of kabels moeten U moet de bandenspanning per twee worden geplaatst, alleen op tweewekelijks controleren de vooras. (inclusief het reservewiel indien van toepassing) wanneer de banden koud • Als u rijdt met kettingen op de banden, zijn.
  • Pagina 279 Velgen en banden nadat u één of meer banden of wielen van Om de bandenspanning te controleren uw auto hebt vervangen. Controleer dat via het informatiedisplay, gaat u naar: het systeem correct blijft werken wanneer banden of wielen zijn vervangen. Zie Mededeling Actie en omschrij- Wanneer het tijdelijke reservewiel is...
  • Pagina 280 Velgen en banden N.B.: Elk wiel met band is uitgerust met een Wanneer het tijdelijke reservewiel is bandenspanningssensor, die zich in de holte geplaatst van het wiel met de band bevindt. De Als u een wiel met band moet vervangen druksensor is bevestigd aan de klepsteel.
  • Pagina 281 Velgen en banden Systeemwaarschuwingslampen Waarschuwings- Onderdeel Uit te voeren handelingen lamp Waarschuwings- Band(en) onvoldoende Zorg dat de banden worden opge- lamp blijft branden opgepompt pompt tot de juiste bandenspanning. Zie Velgen en banden (bladzijde 272). De bandenspanning staat ook op het label voor oppompen van de banden (aan de rand van het bestuurdersportier of de B-stijl).
  • Pagina 282 (bladzijde 274). een wiel met band van dezelfde bandenmaat en type als de banden en wielen die oorspronkelijk door Ford werden N.B.: Het controlelampje van het geleverd. Als het afwijkende reservewiel controlesysteem lage bandenspanning...
  • Pagina 283 Velgen en banden Wanneer u rijdt met één van de • Commerciële uitrusting gebruiken om bovenstaande afwijkende reservewielen, de auto te wassen. mag u het volgende niet doen: • Sneeuwkettingen gebruiken op de • Sneller rijden dan 80 km/h. banden van de as waar het afwijkende reservewiel met band op is •...
  • Pagina 284 Velgen en banden WAARSCHUWINGEN Om te helpen voorkomen dat uw auto beweegt wanneer u een band vervangt, trekt u de parkeerrem aan en vervolgens blokkeert u het wiel (in beide richtingen) dat diagonaal gezien tegenover de te vervangen band ligt (aan de andere zijde en het andere uiteinde van de auto).
  • Pagina 285 Velgen en banden 9. De krikpunten van de auto worden hierboven afgebeeld en staan aangegeven op het gele waarschuwingslabel op de krik. E75442 E201100 Verwijder de krik en haal de Plaats de krik zo, dat de onderrand wielmoeren in de aangegeven van de auto in de zadelflens van de volgorde volledig aan.
  • Pagina 286 Velgen en banden 3. Zoek de rechter en linker achterzijde van de ladingsbevestigingsringen. Druk het uiteinde van de lus van de spangordel door een ladingsbevestigingsring. Haal het uiteinde zonder lus door de lus. 4. Haal de spangordel door de wielopeningen. 5.
  • Pagina 287 220 Nm *Aanhaalmomenten gelden voor schone en roestvrije schroefdraad. Gebruik ter vervanging alleen door Ford aanbevolen bouten en moeren. Haal de wielmoeren met het voorschreven moment aan binnen 100 mijl (160 kilometer) nadat een wiel los is geweest (zoals banden wisselen, een lekke band of het verwijderen van een wiel).
  • Pagina 288 Velgen en banden Bandenspanningen Snelheid continu 100 mph (160 km/h) of hoger en zonder aanhanger Normale belading Volle belading Motor Bandenmaat Vóór Achter Vóór Achter bar/psi/kPa 2,6 / 38 / 260 235/60R18 235/55R19 Alle 2,4 / 35 / 240 2,8 / 41 / 280 3,1 / 45 / 310 255/45R20 T155/70R17...
  • Pagina 289 Inhouden en specificaties AFMETINGEN VOERTUIG Afmetingen van de auto Onderdeel Afmeting mm Maximale lengte. 4.808 Totale breedte inclusief buitenspiegels. 2.184 Totale hoogte - rijklaar gewicht EU. 1.686–1.707 Wielbasis. 2.848 Spoorbreedte, voor. 1.640–1.645 Spoorbreedte, achter. 1.638–1.643 Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing...
  • Pagina 290 Inhouden en specificaties AFMETINGEN TREKSTANG E210787 Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing...
  • Pagina 291 Inhouden en specificaties Item Beschrijving Afmeting mm Bumper tot midden van trekhaakkogel. 77,63 Bevestigingspunt tot midden van trekhaakkogel. 111,14 Wielmidden tot midden van trekhaakkogel. 1.085,17 Midden van trekhaakkogel tot langsbalk. 450,65 Afstand tussen langsbalken. 901,3 Midden van trekhaakkogel tot midden van eerste 385,43 bevestigingspunt.
  • Pagina 292 Inhouden en specificaties Motorbenaming. Motorvermogen en emissieniveau. Voertuigidentificatienummer. Maximaal toelaatbaar totaalgewicht. Maximaal toelaatbaar treingewicht. Maximale voorasbelasting. Maximale achterasbelasting. Het Voertuig Identificatie Nummer Het voertuigidentificatieplaatje bevindt (chassisnummer) is rechtsvoor naast de zich in de opening van het voorstoel in de bodemplaat ingeslagen. passagiersportier.
  • Pagina 293 Inhouden en specificaties Inhouden Item Inhoud L Vulhoeveelheid motorolie met oliefilter. Vulhoeveelheid motorolie zonder oliefilter. 5,65 11,5 1, 2, 3. Vulhoeveelheid motorkoelvloeistof. Vulhoeveelheid automatische-transmissievloeistof. Vulhoeveelheid handgeschakelde-transmissievloeistof. Vulhoeveelheid brandstoftank. 66,2 Vulhoeveelheid brandstoftank. Auto's met aandrijving op alle 64,3 wielen. Vulhoeveelheid sproeiersysteem. Bij auto's met standkachel 0,7 L toevoegen.
  • Pagina 294 Hogere emissies. • Verminderd motorvermogen. • Lagere brandstofzuinigheid. • Verminderde remprestaties. E115472 Wij bevelen Castrol en Ford motorolie en smeermiddelen aan. BRANDSTOFVER- BRUIKCIJFERS Raadpleeg de lokale Ford website. Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing...
  • Pagina 295 Audiosystemen die afzonderlijke MP3- en re-recordable cd's niet correct werken in WMA-tracks en mapstructuren kunnen Ford cd-spelers. herkennen en afspelen, werken als volgt: • Er zijn twee verschillende modi voor het N.B.: Plaats geen cd's met zelfgemaakte...
  • Pagina 296 Audiosysteem • De MP3- en WMA-map In nummermodus wordt de structuur vertegenwoordigt een mapstructuur weergegeven en afgespeeld door het die bestaat uit één mapniveau. De systeem alsof het slechts één niveau diep cd-speler nummert alle MP3- en was (alle MP3- en WMA-bestanden WMA-nummers op de cd (aangeduid worden afgespeeld, ongeacht de map met de bestandsextensie MP3 of...
  • Pagina 297 Audiosysteem E217028 CD: Druk op deze knop om een cd te beluisteren. SOUND: Druk hierop voor toegang tot instellingen voor Treble, Midrange, Bass, Fade of Balance. Gebruik de pijltjestoetsen omhoog en omlaag om de diverse instellingen te kiezen. Wanneer u een keuze maakt, drukt u op de pijltjestoetsen links en rechts om de instellingen aan te passen.
  • Pagina 298 Audiosysteem OK en pijltjestoetsen: Druk op OK om menukeuzes te bevestigen. Druk hierop om door de menukeuzes te bladeren. Cd-sleuf: Plaats een cd. Oproep beantwoorden: Druk hierop om een inkomend gesprek te beantwoorden of om iemand te bellen. Afspelen/pauzeren: Druk hierop in om de zender te dempen. In mediamodus draait u hieraan om een nieuw nummer te selecteren.
  • Pagina 299 Audiosysteem N.B.: Afhankelijk van het model en AUDIOEENHEID - AUTO'S MET: optiepakket van uw auto, kan uw systeem PREMIUM AM/FM/CD er anders uitzien dan hier is afgebeeld. WAARSCHUWING Afleiding tijdens het rijden kan leiden tot verlies van de controle over de auto, aanrijdingen en letsel.
  • Pagina 300 Audiosysteem VOL en aan/uit: Druk op deze toets om het systeem uit en in te schakelen. Draai hieraan om het volume aan te passen. Cd-sleuf: Plaats een cd. TUNE: Draai deze knop om de frequentie te zoeken in stappen. Zoeken: In de radiomodus selecteert u een frequentie en drukt u op deze toets. Het systeem stopt bij het eerste radiostation dat het vindt op een hogere frequentie in deze frequentieband.
  • Pagina 301 Audiosysteem E219339 MEDIA: Druk hierop om het menu voor de mediabron te openen. U kunt hier herhaaldelijk op drukken om een cd of een SYNC-media-apparaat te selecteren of u kunt met de pijltjestoetsen door de mediabronnen bladeren. Cd-sleuf: Plaats een cd. Uitwerpen: Druk hierop om een cd uit te werpen.
  • Pagina 302 Audiosysteem Menustructuur Druk op de pijltjestoetsen omhoog of omlaag om door de opties te bladeren. N.B.: Sommige opties kunnen iets afwijken, Druk op de rechter pijltoets om een menu afhankelijk van uw systeem. te openen. Druk op de linker pijltoets om Druk op MENU.
  • Pagina 303 Audiosysteem Klokinstellingen Tijd instellen Hiermee stelt u de tijd in. Datum instellen Hiermee stelt u de datum in. 24u-notatie Hiermee geeft u de tijd weer in een 12-uurs of een 24-uurs notatie. Scherminstellingen Dimmen Hiermee wijzigt u de helderheid van het scherm. Taal Hiermee stelt u de schermtaal in op Engels, Frans of Spaans.
  • Pagina 304 Audiosysteem N.B.: De geluidskwaliteit verandert wanneer N.B.: Op het scherm worden alleen de uw systeem omschakelt van DAB naar het radiostations in het huidige ensemble overeenkomstige FM-station. weergegeven. Digitale audiozenders gebruiken Handmatig afstemmen (Alternatief 3) op een niet-aanraakscherm Draai de TUNE-knop naar links of naar rechts.
  • Pagina 305 Audiosysteem Digitale audiozenders en SYNC Handmatig afstemmen (Alternatief 3) gebruiken op het aanraakscherm Druk op de afstemtoetsen. Houd de toets ingedrukt om snel op de golfband Golfband selecteren te zoeken. DAB1, DAB2 en DAB3 werken op dezelfde 2. Druk OK om uw selectie te bevestigen. manier.
  • Pagina 306 Audiosysteem Via de USB-poort kunt u USB-POORT (indien aanwezig) media-afspeelapparaten, geheugensticks en laadapparaten (indien ondersteund) WAARSCHUWING aansluiten. Zie uw SYNC-informatie. Afleiding tijdens het rijden kan leiden tot verlies van de controle over de MEDIAHUB (indien aanwezig) auto, aanrijdingen en letsel. We adviseren zeer voorzichtig te werk te gaan De mediahub bevindt zich in de bij het gebruik van apparatuur die uw...
  • Pagina 307 Audiosysteem STORINGEN VERHELPEN AUDIO-INSTALLATIE Mededeling Omschrijving en actie Controleer CD Algemeen foutbericht voor cd-storingen. Bijvoorbeeld kan de cd niet lezen, data-cd ingevoerd, enz. Controleer dat de schijf correct is geladen. Reinig de CD of reinig deze opnieuw of vervang de CD door een exemplaar met voor u bekende muziek.
  • Pagina 308 SYNC ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWING Afleiding tijdens het rijden kan leiden tot verlies van de controle over de auto, aanrijdingen en letsel. We adviseren zeer voorzichtig te werk te gaan bij het gebruik van apparatuur die uw aandacht van de weg kan afleiden. Uw hoofdverantwoordelijkheid is de veilige bediening van uw auto.
  • Pagina 309 SYNC Dit systeem gebruikt de vier hoeken om Mededeling snel toegang te bieden tot diverse functies en instellingen van het voertuig. Het Point of Interest (POI) aanraakscherm biedt eenvoudige interactie Noodgevallen met uw mobiele telefoon, multimedia, klimaatregeling en navigatiesysteem. In de Adres hoeken worden alle actieve modi in deze menu's weergegeven, zoals de status van...
  • Pagina 310 SYNC ENTERTAINMENT Mededeling Druk hierop om het volgende te Voertuig selecteren: Instellingen Mededeling Help THUIS Druk hierop om naar uw beginscherm te gaan. Afhankelijk E142613 van het optiepakket en de software van uw auto, kunnen uw schermen er anders uitzien dan wat in dit deel wordt beschreven.
  • Pagina 311 SYNC Spraakbediening gebruiken Afhankelijk van het model van uw auto, kunnen deze bedieningselementen aanwezig zijn: Menu-item Actie en omschrijving Stroom De mediafuncties in- of uitschakelen. Vol: Het volume van media die wordt afgespeeld regelen. Zoekfunctie Gebruik deze zoals gewoonlijk in mediamodi. Direct Gebruik deze zoals gewoonlijk in mediamodi.
  • Pagina 312 Druk hierop in radiomodus om te voor meer ondersteuning. Ga voor meer zoeken in de voorkeuzestations of informatie naar de regionale website van houd deze toets ingedrukt om een Ford. ander station te zoeken. Veiligheidsinformatie • Druk hierop in USB- of CD-modus...
  • Pagina 313 Er is tevens toegang systeem een index van ondersteunde nodig tot de SYNC-module van de auto. mediabestanden. Het systeem slaat ook Ford zal geen toegang tot de een kort ontwikkelingslog van ca. 10 systeemgegevens verkrijgen voor andere dan de beschreven doeleinden zonder toestemming.
  • Pagina 314 SYNC toegang tot systeemgegevens nodig Druk op de spraaktoets en zeg hebben door een gerechtelijk bevel of als desgevraagd: we daartoe verplicht worden in opdracht van instanties die de wet handhaven, Spraakcommando andere overheidsinstanties of derden die als wettelijke autoriteit gelden. Andere Hoofdmenu partijen kunnen onafhankelijk van ons om toegang tot de informatie vragen.
  • Pagina 315 SYNC Instellingen voor spraakcommando's Druk via het aanraakscherm op: Hiermee kunt u de mate van interactie met het systeem, help en feedback aanpassen. Menu-item Het systeem gebruikt standaard interactie Instellingen waarbij gebruik wordt gemaakt van kandidatenlijsten en bevestigingsprompts, Help aangezien deze de meeste instructies en feedback bieden.
  • Pagina 316 SYNC Spraakcommando's gebruiken met de opties op het aanraakscherm Druk op het aanraakscherm op het instellingenpictogram en druk op: Het spraakbedieningssysteem heeft een functie met twee modi, waarbij u kunt Menu-item wisselen tussen het gebruik van Spraakinstellingen spraakcommando's en keuzes maken op het scherm.
  • Pagina 317 SYNC Item Menu-item Klok Display Geluid Voertuig Instellingen Help Klok In dit menu kunt u de klok instellen, instellingen voor E142607 weergave, geluid en de auto openen en aanpassen, en instellingen openen voor specifieke modi of de helpfunctie. Selecteer het volgende om aanpassingen te doen via het aanraakscherm: Menu-item Actie en omschrijving Instellingen...
  • Pagina 318 SYNC Selecteer het volgende om aanpassingen te doen via het aanraakscherm: Menu-item Actie en omschrijving Instellingen Druk op het pictogram voor instellingen. Display Maak uw keuze uit het volgende: Modus Hiermee kunt u de weergave uitschakelen. Hiermee kunt u ook de helderheid van het scherm instellen of het systeem de helderheid automatisch laten wijzigen op basis van de lichtsterkte buiten.
  • Pagina 319 SYNC Om uw foto's te uploaden, selecteert u: Menu-item Actie en omschrijving Instellingen Druk op het pictogram voor instellingen. Display Achtergrond bewerken Volg de instructies van het systeem om uw foto's te uploaden. Geluid Alleen foto's die voldoen aan de volgende voorwaarden worden weergegeven: •...
  • Pagina 320 SYNC Selecteer het volgende om aanpassingen te doen via het aanraakscherm: Menu-item Instellingen Voertuig Maak uw keuze uit het volgende: Sfeerverlichting Instellingen camera Valet parking modus inschakelen Sfeerverlichting (indien geplaatst) Wanneer u deze functie inschakelt, verlicht de sfeerverlichting de beenruimtes en bekerhouders in diverse kleuren.
  • Pagina 321 SYNC Selecteer het volgende om aanpassingen te doen via het aanraakscherm: Menu-item Actie en omschrijving Instellingen Druk op het pictogram voor instellingen. Voertuig Instellingen camera Maak uw keuze uit het volgende: Verbeterde Park Pilot Vertraging achteruitrijca- mera Meer informatie over het systeem van de achteruitrijcamera is te vinden in een ander hoofdstuk.
  • Pagina 322 SYNC Selecteer het volgende om aanpassingen te doen via het aanraakscherm: Menu-item Actie en omschrijving Instellingen Druk op het pictogram voor instellingen. Systeem Maak uw keuze uit het volgende: Taal Selecteer dit om het aanraakscherm weer te geven in een van de beschikbare taalopties Afstand Selecteer dit om eenheden weer te geven in kilometer of mijl.
  • Pagina 323 SYNC Selecteer het volgende om aanpassingen te doen via het aanraakscherm: Menu-item Actie en omschrijving Instellingen Spraaksturing Maak uw keuze uit het volgende: Dialoogmodus Standaard interactiemodus biedt meer gedetailleerde inter- actie en richtlijnen. Geavanceerde modus heeft minder hoorbare interactie en meer geluidssignalen. Bevestiging meldingen Laat het systeem u korte vragen stellen als het uw verzoek niet duidelijk heeft gehoord of begrepen.
  • Pagina 324 SYNC Menu-item Actie en omschrijving Automatisch afspelen Als deze functie is ingeschakeld, gaat het systeem automa- tisch naar de mediabron bij de eerste verbinding. Hiermee kunt u muziek beluisteren tijdens het indexeren. Als deze functie is uitgeschakeld, gaat het systeem niet automatisch naar de geplaatste mediabron.
  • Pagina 325 SYNC Menu-item Actie en omschrijving Route eigenschappen De kortste route, snelste route of meest ecologische route selecteren als uw voorkeursroute. Deze route wordt het eerst weergegeven. Steeds uw voorkeursroute gebruiken. Als dit is ingesteld op ja, berekent het systeem slechts één enkele route. Zo kunt u uw bestemming sneller invoeren.
  • Pagina 326 SYNC Menu-item Actie en omschrijving Laat het systeem eventuele pictogrammen bij smog weer- geven. Laat het systeem pictogrammen bij weerswaarschuwingen weergeven. Laat het systeem weergeven waar er beperkt zicht kan zijn. Laat het systeem pictogrammen weergeven bij aanbeve- lingen om uw radio aan te zetten voor verkeersberichten. Te vermijden gebieden Voer specifieke gebieden in die u wilt vermijden op geplande navigatieroutes.
  • Pagina 327 SYNC Menu-item Actie en omschrijving Internet gegevensverbin- Als dit compatibel is met uw telefoon, kunt u uw internetda- ding taverbinding aanpassen. Selecteer dit om uw verbindingspro- fiel te maken met het persoonlijke netwerk of uw verbinding uit te schakelen. U kunt ook kiezen om uw instellingen aan te passen of het systeem steeds verbinding te laten maken, nooit verbinding te laten maken bij roaming of te vragen om verbinding te maken.
  • Pagina 328 SYNC Menu-item Actie en omschrijving Gateway-modus (toegangspunt) Hiermee maakt u van SYNC een toegangspunt voor een telefoon of computer wanneer dit is ingeschakeld. Dit vormt het Local Area Network in uw auto om zodat u bijvoorbeeld games kunt spelen, bestanden kunt overdragen en op internet kunt surfen.
  • Pagina 329 SYNC Het logo Wi-Fi CERTIFIED is een keurmerk voor certificering van de Wi-Fi Alliance. Help E142607 E142626 Selecteer het volgende om aanpassingen te doen via het aanraakscherm: Menu-item Actie en omschrijving Instellingen Druk op het pictogram voor instellingen. Help Maak uw keuze uit het volgende: Systeeminfor- Serienummer systeem aanraakscherm matie...
  • Pagina 330 SYNC Menu-item Actie en omschrijving De ICE-contactpersonen die u selecteert, verschijnen op het einde van de oproepprocedure voor Emergency Assistance. Bewerken Selecteer dit voor toegang tot uw telefoonboek en selecteer daarna de gewenste contact- personen. De nummers verschijnen dan als opties op dit scherm voor de toetsen ICE 1 en ICE 2.
  • Pagina 331 SYNC ENTERTAINMENT E161892 Medede- Bericht en beschrijving Medede- Bericht en beschrijving ling ling Deze knoppen bieden aanvul- lende bedieningselementen voor de radio of mediabron. Zie de tabel met bedieningsele- menten voor AM/FM-radio voor meer informatie. Voorkeuzestations in het geheugen en cd-bediening. N.B.: Sommige functies zijn wellicht niet Raak deze toets aan om naar beschikbaar in uw regio.
  • Pagina 332 SYNC Toetsen Item Actie en omschrijving Raak een van de tabbladen aan om naar de radio te luisteren. Om te wisselen tussen voorkeuzestations in AM, FM en DAB, raakt u gewoon het tabblad AM, FM of DAB aan. Presets Om een station op te slaan, houdt u één van de gebieden voor voorkeuzestations in het geheugen ingedrukt.
  • Pagina 333 SYNC Menu-item Actie en omschrijving EQ modus Aanpassing volume Radiotekst Hiermee kunt u de informatie bekijken die door FM-stations wordt uitgezonden. Via AST (automatisch opslaan) kan het systeem de zes sterkste stations op uw huidige locatie automatisch opslaan. Nieuwsbericht Als de optie voor nieuwsaankondigingen actief is, onderbreekt het systeem de actieve audiobron om binnenkomende nieuwsberichten weer te geven, als het...
  • Pagina 334 SYNC Druk op de spraaktoets en zeg desgevraagd: Spraakcommando Radio Dan kunt u een commando zeggen zoals: Zeg een frequentie of voorkeuzestation. Zeg een voorkeuzestation. Radio uit help E142611 Voor toegang drukt u op de hoek linksonder op het aanraakscherm en selecteert u: Menu-item Plaats uw cd en selecteer:...
  • Pagina 335 SYNC Om de geluidsinstellingen af te stellen, Als u niet naar een cd luistert, druk dan selecteert u: op de spraaktoets en zeg na de toon: Menu-item Spraakcommando Opties CD-speler Geluidsinstellingen Als u naar een cd luistert, kunt u diverse commando's zeggen.
  • Pagina 336 SYNC USB-poort E175710 Voor toegang en om muziek op uw E175711 apparaat af te spelen, drukt u op de hoek Voor toegang en om muziek op uw linksonder op het aanraakscherm. apparaat af te spelen, drukt u op de hoek linksonder op het aanraakscherm.
  • Pagina 337 SYNC Mededeling Actie en omschrijving Soortg. muz. Met deze functie kunt u muziek kiezen die lijkt op wat er momenteel wordt afgespeeld. Meer info Raak deze toets aan om informatie over de schijf te bekijken, bijvoorbeeld het huidige nummer, naam van de artiest, album en genre.
  • Pagina 338 SYNC Doorzoek. artiest of album. Als u informatie over het nummer wilt Met deze functie kunt u de inhoud van het bekijken, bijvoorbeeld titel, artiest, bestand, apparaat bekijken. U kunt er ook mee map, album en genre, raak dan de zoeken op categorieën, zoals op genre, albumhoes op het scherm aan.
  • Pagina 339 SYNC Spraakcommando Soortgelijke muziek Help ___ is een dynamische lijst, wat betekent dat het de naam van allerlei gegevens kan zijn, zoals een groep, artiest of nummer. U kunt bijvoorbeeld zeggen "Artiest The Beatles afspelen" of "Nummer Penny Lane afspelen". Informatie over ondersteunde Voor toegang drukt u op de hoek mediaspelers, formaten en...
  • Pagina 340 SYNC Schakel de motor, de radio en de WAARSCHUWINGEN draagbare audiospeler uit. Schakel de Uit veiligheidsoverwegingen dient u parkeerrem in en zet de versnelling in geen draagbare audiospelers aan te de stand P. sluiten of instellingen hiervan aan te 2. Sluit het ene uiteinde van de passen tijdens het rijden.
  • Pagina 341 SYNC • Stel het volume van de draagbare Menu-item muziekspeler niet hoger in dan nodig is om het volume van de cd of FM-radio Pas het geluid op uw te evenaren, aangezien dit vervorming draagbare audiospeler aan veroorzaakt en de geluidskwaliteit tot het volume van het FM- beperkt.
  • Pagina 342 Bluetooth Zie de handleiding van uw mobiele koppelen met SYNC. Zo kunt u uw mobiele telefoon of ga naar uw lokale Ford website telefoon gebruiken voor handenvrije om de compatibiliteit van uw telefoon te communicatie.
  • Pagina 343 SYNC kan u meer opties voor uw mobiele telefoon bieden. Raadpleeg de handleiding van uw mobiele telefoon en ga naar de lokale website van Ford voor meer informatie over de compatibiliteit van uw mobiele telefoon. Meer mobiele telefoons koppelen...
  • Pagina 344 SYNC Menu-item Actie en omschrijving Zorg dat Bluetooth is ingesteld op Aan en dat uw mobiele telefoon in de juiste modus staat. Raadpleeg indien nodig de handleiding van uw mobiele telefoon. Selecteer SYNC en er verschijnt een PIN-code van zes cijfers op uw apparaat.
  • Pagina 345 SYNC N.B.: U kunt de oproep ook weigeren door op de telefoontoets op het stuurwiel te drukken. Om de oproep te weigeren, selecteert De oproep negeren door niets te doen. SYNC registreert dit dan als een gemiste oproep. Menu-item Opties telefoonmenu Weigeren Druk op de hoek linksboven op het aanraakscherm om een keuze te maken...
  • Pagina 346 SYNC Menu-item Actie en omschrijving Bepaalde smartphones kunnen de overdracht van adressen ondersteunen wanneer deze in de contactgegevens in het telefoonboek staan. Als uw mobiele telefoon deze functie ondersteunt, kunt u deze adressen selecteren en gebruiken als bestemmingen en ze opslaan als favorieten. Oproepgesch.
  • Pagina 347 SYNC Een tekstbericht opstellen N.B.: Tekstberichten downloaden en verzenden via Bluetooth zijn functies die N.B.: Deze functie is afhankelijk van de afhankelijk zijn van de mobiele telefoon. snelheid. De functie is niet beschikbaar wanneer uw auto sneller dan 8 km/h rijdt. Om een tekstbericht op te stellen en te verzenden, selecteert u: Menu-item Actie en omschrijving...
  • Pagina 348 SYNC Een tekstbericht ontvangen Wanneer een nieuw bericht ontvangen wordt, weerklinkt er een geluidssignaal en wordt er op het scherm een pop-up weergegeven met de naam en ID van de beller, als uw mobiele telefoon dat ondersteunt. U kunt het volgende selecteren: Menu-item Actie en omschrijving Weergave...
  • Pagina 349 SYNC Menu-item Actie en omschrijving Internet gegevensverbin- Als uw mobiele telefoon compatibel is, gebruikt u dit scherm ding om uw internetdataverbinding in te stellen. Selecteer dit om uw verbindingsprofiel te maken met het persoonlijke netwerk of uw verbinding uit te schakelen. U kunt ook kiezen om uw instellingen aan te passen of het systeem steeds verbinding te laten maken, nooit verbinding te laten maken bij roaming of te vragen om verbinding te maken.
  • Pagina 350 SYNC INFORMATIE E161889 Item Menu-item Verkeer Meldingen Kalender SYNC-Applicaties Waar ben ik? Als uw auto is uitgerust met Meldingen Navigatie, druk dan op de toets E142608 Informatie voor toegang tot Als uw auto is uitgerust met deze functies. Als uw auto niet is uitgerust Navigatie, raak dan de toets I met Navigatie, druk dan op de hoek van E142608...
  • Pagina 351 SYNC Druk op Meldingen en kies dan een van de volgende services: Menu-item Actie en omschrijving Weergave Het complete bericht Wissen Het bericht Alles wissen Berichten WAARSCHUWINGEN Op dit scherm worden eventuele systeemberichten weergegeven (zoals een Het systeem probeert geen storing met de SD-kaart).
  • Pagina 352 Selecteer dan: gekoppelde en verbonden gsm. Ga voor meer informatie over het systeem en Menu-item Emergency Assistance naar de regionale website van Ford. Applicat. N.B.: Bij een noodgeval kan Emergency Emergency Assistance Assistance, als hulpmiddel voor communicatie, u helpen contact op te nemen met de specifieke afdelingen voor reddingsacties voor de openbare veiligheid.
  • Pagina 353 Emergency Assistance de lokale de noodhulpdienst dat er een botsing hulpdiensten kan bellen. Ga naar uw lokale is geweest en geeft het Ford website voor meer informatie. introductiebericht. Dit bericht kan ook de gps-coördinaten van uw auto In het geval van een aanrijding omvatten.
  • Pagina 354 Bosnië-Herzegovina, Macedonië, noodoproep uit te voeren. Nederland, Oekraïne, Moldavië en Rusland. N.B.: Het is mogelijk dat de Ga naar uw lokale Ford website voor meer noodhulpdiensten de gps-coördinaten niet informatie. ontvangen; in dit geval is handenvrije communicatie met een medewerker van de Privacy notice Emergency Assistance noodhulpdienst beschikbaar.
  • Pagina 355 SYNC Waar ben ik? Selecteer het volgende voor de locatie en informatie over de auto: Menu-item Actie en omschrijving Informatie Help Selecteer dan: Waar ben ik? Om de huidige locatie van uw auto te bekijken, als uw auto is uitgerust met navi- gatie.
  • Pagina 356 SYNC Aan: Raak de schakelaar aan om het systeem uit en in te schakelen. De buitenlucht kan niet in de auto komen wanneer u het systeem uitschakelt. Passagiersinstellingen: Raak + of – aan om de temperatuur in te stellen. Raak het pictogram voor stoelverwarming aan om de stoelverwarming in of uit te schakelen (indien aanwezig).
  • Pagina 357 SYNC Beenruimte en ontdooien: Verdeelt de lucht door de luchtroosters voor ontdooien en ontwaseming van de voorruit, luchtroosters in de vloer en luchtroosters in de vloer bij de achterbank en maakt gebruik van buitenlucht om te zorgen dat de ruiten minder snel beslaan. Dashboard: Verdeelt de lucht via de luchtroosters in het dashboard.
  • Pagina 358 SYNC N.B.: De SD-kaartgleuf is veerbelast. Voor NAVIGATIE het verwijderen van de SD-kaart drukt u de kaart in en laat u deze weer los. Probeer de N.B.: De navigatie SD-kaart moet zich in de kaart niet naar buiten te trekken om deze te SD-kaartgleuf bevinden om het verwijderen;...
  • Pagina 359 SYNC Menu-item Actie en omschrijving Aantal Voer een huisnummer in Straat Voer een straat in Stad Als op deze knop wordt gedrukt, kunt u wisselen tussen invoer van een stad of Suizen postcode. Land Land wordt voorgeselecteerd op basis van uw huidige gps-locatie.
  • Pagina 360 SYNC Wanneer u uw bestemming hebt gekozen, drukt u op: Menu-item Actie en omschrijving Als bestem. invoeren Om dit als uw bestemming in te voeren. U kunt kiezen om dit in te stellen als routepunt (zodat het systeem u via dit punt stuurt op weg naar uw huidige bestemming) of op te slaan als favoriet.
  • Pagina 361 SYNC POI-categorieën (Point Of N.B.: Als uw auto op een herkende weg rijdt Interest) en u niet op de toets Route starten drukt, gaat het systeem standaard naar de Snelste U kunt kiezen uit een aantal route en begint de routegeleiding. POI-categorieën op het scherm.
  • Pagina 362 SYNC Menu-item Berichten op tweede niveau, acties en beschrijvingen Boven-beneden Beneden-boven Melding POI parkeren Wanneer de melding POI parkeren is ingeschakeld, worden de pictogrammen weergegeven op de kaart wanneer u in de buurt van uw bestemming komt. Dit is wellicht niet erg nuttig in dichtbevolkte gebieden en kan de kaart onoverzichtelijk maken wanneer er andere POI's worden weergegeven.
  • Pagina 363 SYNC Navigatie eigenschappen Menu-item Berichten op tweede niveau, acties en beschrijvingen Navigatie eigenschappen Selecteer daarna het volgende: Gevarenwaarschuw. Laat het systeem de gevarenlocatie inschakelen in landen waar dit bij wet is toegestaan. Navigatiemeldingen Om het soort spraakberichten te selecteren die het systeem gebruikt.
  • Pagina 364 SYNC Menu-item Berichten op tweede niveau, acties en beschrijvingen Laat het systeem automatisch verkeersproblemen voorkomen. Verkeersberichten in- of uitschakelen. Laat het systeem pictogrammen bij ongevallen weergeven. Laat het systeem pictogrammen bij files weergeven. Laat het systeem afgesloten wegen weergeven. Laat het systeem pictogrammen bij wegwerkzaamheden weergeven.
  • Pagina 365 SYNC Kaartmodus Rijrichting (2D-kaart) Deze toont altijd de richting waarin Druk op de groene balk rechtsboven op het wordt gereden bovenaan op het aanraakscherm om de kaartmodus weer scherm. Deze weergave is E142642 te geven. De kaartmodus toont een beschikbaar voor kaarten met geavanceerde weergave, bestaande uit een schaal tot 5 km/h.
  • Pagina 366 SYNC U kunt op dit pictogram drukken Schuifcursor, hiermee kunt u om de kaart weer te centreren de kaart verschuiven; het vaste E146188 wanneer u weg van de huidige pictogram staat in het midden locatie van uw auto op de kaart bent van het scherm.
  • Pagina 367 SYNC Symbool bestemming duidt Symbool geen gps duidt aan het eindpunt van een geplande dat er onvoldoende route aan. gps-satellietsignalen beschikbaar zijn voor een E142653 E142655 nauwkeurige positionering van Punt volgende manoeuvre de kaart. Dit pictogram kan worden duidt de locatie van de volgende weergegeven bij normaal gebruik in een afslag op de geplande route aan.
  • Pagina 368 SYNC Route bekijken/bewerken HERE is de leverancier van de digitale kaarten voor de navigatietoepassing. Als U kunt deze functies openen wanneer u fouten in de kaartgegevens vindt, kunt u er een route actief is: die direct aan HERE melden; ga daarvoor naar www.here.com.
  • Pagina 369 Het systeem vraagt Indien u echter vragen mocht hebben, u om het volledige raadpleeg dan de onderstaande tabellen. adres te zeggen. Bezoek de Ford website om de Het systeem geeft compatibiliteit van uw gsm te controleren. een voorbeeld op het scherm weer.
  • Pagina 370 SYNC Problemen met gsm's Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Probeer de contacten in uw tele- foonboek over te brengen naar SYNC door de optie voor toevoegen te gebruiken. Als de ontbrekende contacten op Het systeem zegt "Tele- uw SIM-kaart zijn opgeslagen, foonboek gedownload"...
  • Pagina 371 SYNC Problemen met gsm's Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing iPhone • Ga naar de Instellingen van uw mobiele telefoon. • Ga naar het Bluetooth-menu. • Zorg dat de verbindingsstatus Niet verbonden is. • Druk op de blauwe cirkel om het volgende menu te openen.
  • Pagina 372 SYNC Problemen met gsm's Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Uw gsm moet het downloaden van sms'en met behulp van Bluetooth ondersteunen om sms'en te kunnen ontvangen. Dit is een gsm-afhanke- Ga naar het menu tekstberichten lijke functie. van SYNC om te zien of uw gsm de functie ondersteunt.
  • Pagina 373 SYNC Problemen met USB en media Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Dit is een apparaatafhan- Zorg dat u het apparaat aansluit op kelijke functie. Bluetooth audio SYNC en druk op afspelen op uw streamt niet. Het apparaat is niet apparaat. aangesloten.
  • Pagina 374 SYNC Problemen met spraakcommando's Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing SYNC begrijpt Controleer de spraakcommando's voor uw niet wat ik zeg. gsm en voor uw media aan het begin van U gebruikt mogelijk de betreffende hoofdstukken. onjuiste spraakcom- Raadpleeg het audiodisplay tijdens een mando's.
  • Pagina 375 SYNC Problemen met spraakcommando's Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Zorg dat u de naam exact zegt zoals het systeem deze heeft opgeslagen. Als de U zegt de naam wellicht naam van de contactpersoon bijvoorbeeld niet exact zoals het Joe Wilson is, zegt u "Joe Wilson opbellen". systeem deze heeft Het systeem werkt beter wanneer volledige opgeslagen.
  • Pagina 376 SYNC Problemen met spraakcommando's Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Het SYNC spraakbesturings- systeem heeft SYNC past de fonetische uitspraakregels problemen met van de geselecteerde taal op de namen in het herkennen U zegt de buitenlandse de mediaspeler of USB flashdrive toe. van buitenlandse namen misschien met SYNC kan enkele uitzonderingen maken...
  • Pagina 377 SYNC Algemeen Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing SYNC ondersteunt slechts vier talen in een afzonderlijke module voor tekstweer- gave, spraakbesturing en gesproken De geselecteerde aanwijzingen. Het land waar u de auto taal voor het hebt gekocht, bepaalt de vier talen op instrumentenpa- basis van de meest populaire talen die er neel en het display...
  • Pagina 378 Bijlagen ELEKTROMAGNETISCHE WAARSCHUWINGEN Monteer geen zender/ontvangers, COMPATIBILITEIT microfoons, luidsprekers en dergelijke in het ontvouwbereik van WAARSCHUWINGEN de airbags. Uw auto is getest en gecertificeerd Bevestig geen antennekabels aan de volgens de wetgeving betreffende originele bedrading, elektromagnetische comptabiliteit brandstofleidingen en remleidingen (72/245/EEC, UN ECE Regeling 10 of van de auto.
  • Pagina 379 FORD MOTOR COMPANY verstrekte velden die door de gemonteerde zender in aanvullende software en/of systemen. het interieur van de auto worden opgewekt Deze van FORD MOTOR COMPANY niet de grenzen overschrijden waaraan het afkomstige aanvullende software en menselijk lichaam mag worden systemen, evenals bijbehorende media, blootgesteld.
  • Pagina 380 Bijlagen • De MS SOFTWARE en/of FORD • U mag de SOFTWARE gebruiken zoals SOFTWARE kan gekoppeld worden geïnstalleerd op het APPARAAT en aan en/of communiceren met, of kan anderszins gekoppeld aan door of via later met upgrades worden bijgewerkt...
  • Pagina 381 • Beëindiging: Zonder afstand van betrekking tot de SOFTWARE of de eventuele andere rechten, kan FORD bijbehorende service hebben MOTOR COMPANY of MS deze EULA verzameld. MS, Microsoft Corporation, beëindigen indien u niet voldoet aan de...
  • Pagina 382 SOFTWARE ("Aanvullende Componenten") hebt verkregen. Als FORD MOTOR COMPANY of derde software- en serviceleveranciers u Aanvullende componenten verstrekken of aan u beschikbaar stellen en er geen andere EULA-voorwaarden bij de...
  • Pagina 383 Alle rechten die niet specifiek onder deze met name als deze betrekking heeft op EULA zijn toegekend, zijn voorbehouden veiligheid en van elk risico met voor MS, Microsoft Corporation, FORD betrekking tot het gebruik van het MOTOR COMPANY, leveranciers van APPARAAT wordt uitgegaan.
  • Pagina 384 Dit Ford SYNC-systeem bevat software andere reden contact wilt opnemen met dat in licentie is gegeven aan de fabrikant FORD MOTOR COMPANY, zie dan het FORD MOTOR COMPANY door een partner adres dat in de documentatie bij het van Microsoft Corporation in het kader van APPARAAT staat.
  • Pagina 385 Bijlagen Algemene bediening Instructies lezen en opvolgen: Voordat u uw systeem op basis van Windows Spraakgestuurde commando's: Automotive gebruikt, dient u alle instructies Functies binnen het systeem op basis van en veiligheidsinformatie in deze Windows Automotive kunnen worden eindgebruikershandleiding uitgevoerd met enkel spraakcommando's. ("Gebruikershandleiding") te lezen en op Via spraakcommando's tijdens het rijden te volgen.
  • Pagina 386 Bijlagen Afleidingsgevaar: Voor bepaalde Noodhulpdiensten: Vertrouw niet op navigatiefuncties zijn handmatige navigatiefuncties in het systeem om (niet-verbale) instellingen vereist. Een noodhulpdiensten te lokaliseren. Vraag de dergelijke instelling uitvoeren of gegevens lokale autoriteiten of een medewerker van invoeren tijdens het rijden, kan uw de noodhulpdienst voor deze locaties.
  • Pagina 387 Bijlagen Telenav kan deze Overeenkomst en het U gaat ermee akkoord Telenav schadeloos privacybeleid op elk moment aanpassen, te stellen en niet aansprakelijk te stellen met of zonder kennisgeving aan u. U gaat voor eventuele vorderingen als gevolg van ermee akkoord om van tijd tot tijd gevaarlijk of anderszins ongeschikt gebruik http://www.telenav.com te bezoeken om van de Telenav-software in elk bewegend...
  • Pagina 388 Bijlagen 3.1 Licentiebeperkingen 4. Afwijzingen U gaat ermee akkoord niets van het In zoverre toegestaan door de toepasselijke volgende te doen: (a) de Telenav-software wetgeving zullen Telenav, diens of enig deel ervan nabouwen, licentiehouders en leveranciers, of decompileren, demonteren, vertalen, vertegenwoordigers of werknemers van de wijzigen, aanpassen of anderszins voorgaande, geenszins aansprakelijk zijn...
  • Pagina 389 Bijlagen DERDEN MET BETREKKING TOT DE UITSLUITING OF BEPERKING VAN TELENAV-SOFTWARE. Bepaalde INCIDENTELE SCHADE OF rechtsgebieden staan de disclaimer van GEVOLGSCHADE NIET TOE, ZODAT DE bepaalde garanties niet toe, dus deze BOVENSTAANDE BEPERKINGEN OF beperking is mogelijk niet op u van UITSLUITINGEN MOGELIJK NIET OP U toepassing.
  • Pagina 390 Bijlagen 7. Toewijzing afleiding, estoppel of anderszins, en Telenav en diens leveranciers en U mag deze Overeenkomst of uw rechten licentiehouders behouden hierbij al hun of verplichtingen met betrekking tot uw andere respectievelijke rechten dan de permanente overdracht van de licentie van licenties die expliciet worden toegekend de Telenav-software niet doorverkopen, in deze Overeenkomst.
  • Pagina 391 Bijlagen © 2013 HERE. Alle rechten voorbehouden. De Gegevens voor gebieden in Canada De koppen in deze Overeenkomst dienen omvatten informatie die is verkregen met slechts ter referentie en worden niet als toestemming van Canadese autoriteiten, onderdeel van deze Overeenkomst waaronder: ©...
  • Pagina 392 Bijlagen Toegestaan gebruik. Geen garantie. U gaat ermee akkoord dat u deze Deze Gegevens worden u “zoals ze zijn” Gegevens in combinatie met de verstrekt en u gaat ermee akkoord ze op TeleNav-software alleen gebruikt voor de eigen risico te gebruiken. Telenav en diens eigen en interne zakelijke doeleinden licentiehouders (en hun licentiehouders en waarvoor u een licentie hebt en niet voor...
  • Pagina 393 Bijlagen Volledige overeenkomst. GEVOLGSCHADE ALS GEVOLG VAN UW GEBRUIK VAN OF ONVERMOGEN TOT Deze algemene bepalingen vormen de GEBRUIK VAN DEZE INFORMATIE, ENIG volledige overeenkomst tussen Telenav DEFECT IN DEZE INFORMATIE, OF EEN (en diens licentiehouders, inclusief hun INBREUK OP DEZE ALGEMENE licentiehouders en leveranciers) en uzelf BEPALINGEN, IN EEN ACTIE ONDER met betrekking tot het onderwerp van deze...
  • Pagina 394 Bijlagen gegevens die werden geleverd of anderszins aangeboden, zal worden I. Gebieden in de VS/Canada gemarkeerd of ingebed zoals van A. Gegevens van de Verenigde Staten. toepassing met de volgende “Kennisgeving De Voorwaarden voor eindgebruikers van gebruik” en worden behandeld in voor elke Toepassing die Gegevens overeenstemming met deze kennisgeving: bevat voor de Verenigde Staten, zullen...
  • Pagina 395 Bijlagen noch expliciet, noch impliciet, 3. Voorwaarden voor eindgebruikers - voortvloeiend uit de wet of anders- Tenzij anders overeengekomen door zins, inclusief maar niet beperkt tot, de partijen, met betrekking tot het doeltreffendheid, volledigheid, verstrekken van elk gedeelte van de nauwkeurigheid of geschiktheid voor Gegevens voor het gebied van Canada een bepaald doel.
  • Pagina 396 Bijlagen van het gebruik of bezit van de II. Mexico. De volgende bepaling geldt Gegevens. De licentiehouders, voor de Gegevens voor Mexico, die waaronder Her Majesty, Canada bepaalde Gegevens omvatten van het Post en NRCan, zullen niet Instituto Nacional de Estadística y aansprakelijk zijn op welke wijze dan Geografía (“INEGI”): ook voor verlies van omzet of...
  • Pagina 397 Bijlagen A. Kennisgevingen van derden. Elke en singen” toepassingen voor geomarke- alle kopieën van de Gegevens en/of ting, GIS-toepassingen, mobiele daaraan gerelateerde verpakkingen toepassingen voor bedrijfsmiddelenbe- zullen gegevens bevatten van de heer, callcentertoepassingen, telemati- desbetreffende Kennisgevingen van catoepassingen, internettoepassingen derden, zoals hieronder uiteengezet en van openbare organisaties of voor het beschreven corresponderend met het bieden van geocoderingsdiensten.
  • Pagina 398 Bijlagen B. Papieren kaarten. Met betrekking tot land, de Topografische Dienst van elke licentie die aan de Klant wordt Nederland, het Nationaal Geografisch verleend voor het vervaardigen, Instituut van België, het Bundesamt für verkopen of verdelen van papieren Landestopografie van Zwitserland, het kaarten (oftewel een kaart die is Bundesamt für Eich-und Vermessungs- aangebracht op een papier of een met...
  • Pagina 399 Bijlagen Frankrijk “source: © IGN 2009 – BD Zweden “Based upon electronic TOPO ®” data © National Land Survey Sweden.” Duitsland “Die Grundlagendaten wurden mit Genehmigung Zwitserland “Topografische Grund- der zuständigen Behörden lage: © Bundesamt für entnommen” Landestopographie. Groot-Brit- “Contains Ordnance E.
  • Pagina 400 Bijlagen Beperkingen Product bevat gegevens met © 20XX Telstra Corporation Limited, GM Behalve indien u specifiek een licentie hebt Holden Limited, Intelematics Australia gekregen van NAV2, en zonder beperking Pty Ltd en Continental Pty Ltd. van de voorgaande paragraaf, mag u (a) deze Gegevens niet gebruiken met B.
  • Pagina 401 Bijlagen van NAV2 en die worden geretourneerd VAN DE INFORMATIE, NOCH VOOR ENIG aan NAV2 met een kopie van uw VERLIES VAN WINSTEN, ZAKEN, ontvangst. De Beperkte garantie is ongeldig OVEREENKOMSTEN OF BESPARINGEN, indien de Gegevens defect zijn door een OF ENIGE ANDERE DIRECTE, INDIRECTE, ongeluk, misbruik of verkeerd gebruik.
  • Pagina 402 Bijlagen Volledige overeenkomst Gracenote® Licentieovereenkomst voor eindgebruikers (EULA) Deze algemene bepalingen vormen de Dit apparaat bevat software van volledige overeenkomst tussen NAV2 (en Gracenote, Inc., 2000 Powell Street diens licentiehouders, inclusief hun Emeryville, California 94608 licentiehouders en leveranciers) en uzelf ("Gracenote").
  • Pagina 403 Bijlagen U gaat ermee akkoord dat uw BEDRIJVEN TE VERWIJDEREN OF, IN HET niet-exclusieve licenties voor het gebruik GEVAL VAN GRACENOTE, van Gracenote Inhoud, Gracenote GEGEVENSCATEGORIEËN TE WIJZIGEN Gegevens, de Gracenote Software en OM REDENEN DIE GRACENOTE Gracenote Servers worden beëindigd als VOLDOENDE ACHT.
  • Pagina 404 Bijlagen De bediening van deze apparatuur is TYPEGOEDKEURINGEN onderhevig aan de volgende twee voorwaarden: (1) deze apparatuur of dit RF-certificeringslogo's voor apparaat mag geen schadelijke bandenspanningscon- interferentie veroorzaken en (2) deze trolesensor(en) apparatuur of dit apparaat moet ontvangen interferentie accepteren (inclusief interferentie die kan leiden tot ongewenste bediening).
  • Pagina 405 Bijlagen E197811 E202555 Brazilië Moldavië E207818 E207821 Europese Unie EU Marokko E198001 E207819 Jordanië Filipijnen E197844 E207820 Maleisië Servië Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing...
  • Pagina 406 Bijlagen E207822 Singapore E203679 Taiwan E198002 Zuid-Afrika E198009 Oekraïne E203899 Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing...
  • Pagina 407 Index Actieve parkeerhulp........181 De actieve parkeerhulpfuncie uitschakelen............186 12 volt accu vervangen.......259 Fileparkeren, loodrecht op de weg parkeren, De accu verwijderen en opnieuw hulp voor parkeerplek verlaten....181 installeren............260 Problemen oplossen met het systeem.............186 Adaptieve cruise control gebruiken ................193 Adaptieve rijsnelheid instellen......194 Zie: Klimaatregeling..........115 Adaptieve snelheidsregeling Aanbeveling nieuwe onderdelen....10...
  • Pagina 408 Index Akoestische waarschuwingssignalen en Audiosysteem..........291 -indicaties............89 Algemene informatie........291 Automatische controle vloeistofpeil Waarschuwingsmelding voor sleutelloze transmissie..........257 systemen............89 Waarschuwingstoon koplampen aan..89 6F35 TRANSMISSIE..........257 Automatische grootlichtregeling.....66 Waarschuwingstoon parkeerrem aan..89 Waarschuwingstoon sleutel in Glare Free-grootlicht..........68 contactslot............89 Het systeem activeren........67 Alarm Het systeem handmatig onderbreken..68 Automatische klimaatregeling - Auto's Zie: Antidiefstalsysteem - Auto's met: met: Gescheiden automatische...
  • Pagina 409 Index Bagagenetten..........225 Camera 180 graden........190 Bagageverankeringspunten.....224 Cameraweergaven..........191 Bandenspanningcontrolesysteem..274 Het camerasysteem van 180 graden Banden met een controlesysteem lage gebruiken............191 Centrale vergrendeling.........76 bandenspanning vervangen.....275 Invloed van temperatuur op De ruiten openen..........76 bandenspanning...........275 De ruiten sluiten............76 Chassisnummer...........288 Werking van het controlesysteem lage Controle koelvloeistofpeil bandenspanning...........276 Banden...
  • Pagina 410 Index Elektrisch verstelbare stoelen....134 Elektrisch verstelbare lendensteun.....135 Elektromagnetische Economisch rijden........236 compatibiliteit..........374 Accessoires............237 Elektronische parkeerrem......170 Anticipatie.............237 De elektrische parkeerrem Bandenspanningen...........236 inschakelen............170 Efficiënte snelheid..........237 De elektrische parkeerrem vrijzetten....171 Elektrische systemen........237 Lege accu..............172 Schakelen..............237 Parkeren op een helling (auto's met Een dieselmotor starten......146 handgeschakelde transmissie)....170 Automatische uitschakeling van Entertainment..........327...
  • Pagina 411 Index Geheugenfunctie..........135 Infoberichten...........99 Een vooraf ingestelde positie koppelen aan Aandrijfregeling............113 uw afstandsbediening of intelligente Aandrijving op alle wielen........101 afstandsbediening........136 Aanrijdingswaarschuwing.........111 Een vooraf ingestelde positie Actief parkeren.............99 opslaan..............135 Adaptieve besturing..........100 Functie 'Easy Entry' en 'Easy Exit'....136 Adaptieve snelheidsregeling......99 Gereduceerd motorvermogen....236 Airbag..............100 Gevarendriehoek.........239 Alarm................101 Gloeilampentabel........267...
  • Pagina 412 Index Inhouden en specificaties .......288 Koplamphoogte afstellen......69 Koplampsproeiers.........63 Inhouden...............289 Koplamp verwijderen Specificatie............289 Inleiding..............7 Zie: Een koplamp verwijderen......265 Inrijden.............236 Banden..............236 Motor..............236 Ladingsteunen Remmen en koppeling........236 Inrijden Zie: Dakrekken en bagagedragers....225 Leren stoelbekleding reinigen ....270 Zie: Inrijden............236 Instellingen............312 Licentieovereenkomst eindgebruiker..........375 Geluid..............315 Instellingen............317 Licentieovereenkomst voor eindgebruikers Klok................313 (EULA) van SYNC.........375...
  • Pagina 413 Index MyKey aanmaken..........38 Configureerbare instellingen programmeren/wijzigen.......39 Parkeerhulp achter........178 MyKey gebruiken bij op afstand Indicatie van afstand tot obstakel....178 bedienbare startsystemen......40 Parkeerhulp ............177 MyKey .............37 Werking..............177 Werking..............37 Parkeerhulp voor...........178 Indicatie van afstand tot obstakel....179 Passagiersairbag..........31 ..................31 Navigatie............354 De passagiersairbag inschakelen....32 Bestemmingsmodus........354 De passagiersairbag uitschakelen....31 Kaartmodus............361 Passief antidiefstalsysteem ......52...
  • Pagina 414 Index Ruitensproeiers Snelheidsbegrenzer - Auto's met: Snelheidsregeling........200 Zie: Ruitenwissers en ruitensproeiers....61 Ruitensproeiervloeistof De intelligente snelheidsbegrenzer controleren..........259 gebruiken............201 Ruitenwisserbladen controleren....261 Gebruik van het systeem........200 Ruitenwisserbladen Werkprincipe............200 Snelheidsregeling Zie: Ruitenwisserbladen controleren..261 Ruitenwisserbladen vervangen....261 Zie: Gebruik maken van Positie voor onderhoud........261 snelheidsregeling...........192 Ruitenwissers en ruitensproeiers....61 Snelheidsregeling..........59 Type 1................59 Type 2...............59...
  • Pagina 415 Index Systeem hulp bij blijven rijden op Typegoedkeuringen........400 rijstrook............206 RF-certificeringslogo's voor Het systeem in- en uitschakelen....207 bandenspanningscontrolesensor(en).400 Systeemstatus MyKey controleren..40 Aantal admin-sleutels........40 Aantal MyKeys............40 Uitrusting mobiele communicatie ...10 MyKey-afstand.............40 Uitschakelvertraging koplampen....66 Unieke rijeigenschappen ......150 USB-poort............302 Tanken..............155 Technische specificaties Zie: Inhouden en specificaties .....285 Telefoon............337 Veiligheidsgordels vastmaken....27 Bellen..............340...
  • Pagina 416 Index Verwarmde ruiten en spiegels....126 Verwarmde achterruit (HRW).......126 Verwarmde buitenspiegel.......126 Verwarmde stoelen........138 Voorstoelen............138 Zitplaatsen achterin..........138 Verwarmde voorruit........126 Verwarmd stuurwiel........60 Verwarming Zie: Klimaatregeling..........115 Verzorging van banden......272 Banden wisselen..........272 Verzorging van de auto......269 Zie: Chassisnummer........288 Vloermatten..........238 Voertuigidentificatieplaatje.....287 Voorruitsproeiers..........62 Sproeier camera voor.........63 Voorruitwissers..........61 Intervalwissen............61 Snelheidsafhankelijke ruitenwissers.....61 Voorste mistlampen........69...
  • Pagina 417 Index Waarschuwingslamp stabiliteitsregeling..........88 Waarschuwingslamp veiligheidsgordel Waarschuwings- en vastmaken............86 indicatielampen..........84 Waarschuwingslamp Vorst......86 Aandrijflijn storing..........87 Water in brandstof..........89 Achterklep open............87 Weinig sproeivloeistof........87 Adaptieve besturing..........84 Waarschuwingsknipperlichten....239 Adaptieve snelheidsregeling......84 Waarschuwing veiligheidsgordel.....28 Auto start-stop.............85 Waarschuwing veiligheidsgordel Controlelamp achter..............28 hellingstartassistentiesysteem....87 Waarschuwing veiligheidsgordel Controlelampje dodehoekmonitor....85 uitschakelen............28 Controlelampje gloeibougie......86 Wagen wassen Controlelampje grootlicht.........87 Zie: Reinigen van buitenzijde auto....269...