Download Print deze pagina

Ford EDGE 2015 Instructieboekje pagina 278

Advertenties

De sneeuwkettingen of kabels moeten
per twee worden geplaatst, alleen op
de vooras.
Als u rijdt met kettingen op de banden,
mag u niet harder rijden dan 48 km/h
of dan de maximumsnelheid die wordt
aanbevolen door de kettingfabrikant -
de laagste snelheid is van toepassing.
Rijd voorzichtig. Als u hoort dat de
kabels tegen de auto schuren of
botsen, stop dan en maak ze opnieuw
vast. Als dit niet werkt, verwijder dan
de kabels om schade aan de auto te
voorkomen.
Verwijder de kabels rond de banden
wanneer ze niet meer nodig zijn. Rijd
niet met kabels rond de banden op een
droog wegdek.
Als er een tijdelijk reservewiel op uw
auto is geplaatst, mag u geen
sneeuwkettingen aanbrengen op de as
met het tijdelijk reservewiel.
Neem contact op met een erkende dealer
als u vragen hebt over sneeuwkettingen of
kabels.
BANDENSPANNINGCON-
TROLESYSTEEM
WAARSCHUWING
Het controlesysteem lage
bandenspanning vormt geen
vervanging voor de manuele controle
van de bandenspanning. U moet de
bandenspanning regelmatig controleren
met een bandenspanningsmeter. Als de
juiste bandenspanningen niet worden
aangehouden, kan het risico op een
klapband, verlies van controle, kantelen
van het voertuig en verwondingen
toenemen.
Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing
Velgen en banden
van toepassing) wanneer de banden koud
zijn.
U moet de banden oppompen tot de juiste
bandenspanning.
Zie Velgen en banden (bladzijde 272). De
bandenspanning staat ook op het label
voor oppompen van de banden (aan de
rand van het bestuurdersportier of de
B-stijl).
Om de bestuurder te helpen is uw auto
uitgerust met een controlesysteem lage
bandenspanning. Er gaat een
waarschuwingslamp branden wanneer één
of meer banden veel te weinig zijn
opgepompt. Als de waarschuwingslamp
voor lage bandenspanning brandt, moet u
de auto zo snel mogelijk stoppen wanneer
dit veilig is, de banden controleren en ze
oppompen tot de juiste bandenspanning.
Rijden op onvoldoende opgepompte
banden kan:
Het systeem is geen vervanging voor
correct onderhoud van de banden.
U moet de juiste bandenspanning
aanhouden, zelfs als de
waarschuwingslamp niet brandt bij te
weinig opgepompte banden.
274
U moet de bandenspanning
tweewekelijks controleren
(inclusief het reservewiel indien
ervoor zorgen dat ze oververhit raken.
leiden tot een klapband.
leiden tot een hoger brandstofverbruik.
de levensduur van de banden
beperken.
het gedrag of de stopprestaties van de
auto beïnvloeden.

Advertenties

loading