3.20 De regelaar instellen vóór de
inschakeling
LC 220
Selecteer instellingen via de DIP-switches. Zie de
installatie- en bedieningsinstructies van de regelaar.
LC 221
U moet het inschakelniveau en de nominale stroom
van de motor instellen om het product te kunnen
inschakelen. Alle andere instellingen zijn vooraf
ingesteld.
1. Sluit de afsluiters.
2. Zet de selectieschakelaars van de regelaar op
"UIT".
3. Schakel de regelaar in.
4. Als op het display "L_01" wordt weergegeven,
drukt u op [OK] om naar het menu voor het
inschakelniveau te gaan.
5. Selecteer het inschakelniveau met de linker- en
rechterpijl en druk op [OK]. Zie paragraaf De
inschakelniveaus instellen met een regelaar
6. Ga naar het menu voor de nominale stroom
"L_02" met de linker- en rechterpijl en selecteer
de nominale motorstroom [A] aan de hand van het
typeplaatje van de pompmotor.
U kunt bepaalde fabrieksinstellingen wijzigen. Zie de
installatie- en bedieningsinstructies van de regelaar.
LC 220
http://
net.grundfos.com/qr/i/
98503253
Gerelateerde informatie
7.1.1 De inschakelniveaus instellen met een
regelaar
LC 221
http://
net.grundfos.com/qr/i/
98503252
4. Het product in bedrijf nemen
4.1 Een product inschakelen met een
regelaar
Controleer of de regelaar correct is geplaatst. Zie
paragraaf De regelaar instellen vóór de inschakeling
1. Controleer of alle leidingen en aansluitingen goed
vastzitten.
2. Schakel de regelaar in.
3. Zet de keuzeschakelaar op "AUTO".
4. Open de isolatie-afsluiters.
5. Spoel een toilet door of open een kraan die is
verbonden met een van de inlaten.
6. Houd het stijgende vloeistofpeil in de tank in de
gaten tot aan het inschakelniveau en controleer of
de pompen ten minste tweemaal worden in- en
uitgeschakeld.
Gerelateerde informatie
3.20 De regelaar instellen vóór de inschakeling
4.2 Een product inschakelen zonder
regelaar
1. Controleer of alle leidingen en aansluitingen goed
vastzitten.
2. Open de isolatie-afsluiters.
3. Schakel de voedingsspanning naar de pomp in.
4. Spoel een toilet door of open een kraan die is
verbonden met een van de inlaten.
5. Houd het stijgende vloeistofpeil in de tank in de
gaten tot aan het inschakelniveau en controleer of
de pompen ten minste tweemaal worden in- en
uitgeschakeld.
475