3.7 Gaten boren voor de leidingen
VOORZICHTIG
Scherp element
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
Draag beschermende handschoenen.
De tank heeft drie of vier gaten, ∅100, voor de
inlaatleidingen, afhankelijk van de omvang. De tank
heeft tevens een gat, ∅40, voor de membraanpomp.
Zie paragraaf Productoverzicht. Deze gaten moeten
worden geboord om te kunnen worden gebruikt.
De gaten voor de uitlaatleidingen, de
ontluchtingspoort en de minimaal vereiste
kabelwartels zijn open.
1. Bepaal welke inlaten u wilt gebruiken. Zie
paragrafen Inlaten van tank en De
inschakelniveaus instellen.
2. Boor gaten met een gatenboor. De diameter van
de gatenboor moet hetzelfde zijn als de diameter
van de leiding.
Inlaat:
Gat voor membraanpomp:
3. Ontbraam de gaten.
Gaten boren voor leidingen
Gerelateerde informatie
3.2.1 Inlaten van tank
6.1 Productoverzicht
7.1 De inschakelniveaus instellen
3.8 De kabelwartels aanbrengen
Kies de juiste kabelwartel:
Kabelwartel voor UNILIFT pompen:
Kabelwartel voor SEG pompen:
Kabelwartel voor niveausensorbuis:
∅100
∅40
De kabelwartels aanbrengen
3.9 De ontluchtingspoort aanbrengen
1. Bevestig de pakking op de connector.
2. Monteer de nippel in het gat aan de bovenkant
van de tank.
3. Breng de moer binnen in de tank aan en draai
deze vast.
De ontluchtingspoort aanbrengen
M20
M25
M20
465