Bio-functies
Dankzij de lage temperaturen die u kunt instellen kunt u vlees bijzonder
mals en sappig bereiden, yoghurt maken, gistdeeg laten rijzen en fruit
drogen.
Attentie: Bij alle bio-functies moet het temperatuurvoorstel wor-
1
den gewijzigd!
Bij braden met lage temperatuur hebt u max. 20 procent minder ener-
2
gie nodig dan bij normaal braden.
Braden met lage temperatuur
Voor braden met lage temperatuur de ovenfunctie INFRATHERM ge-
bruiken.
Attentie: Voor het braden vetfilter inzetten!
1
Servies
• Om te braden zijn alle soorten hittebestendig servies geschikt.
• Bij servies met kunststof grepen erop letten, dat deze hittebestendig
zijn.
• Bij lage temperatuur altijd zonder deksel braden.
Inzetniveaus
• Bij braden met lage temperatuur het 1e inzetniveau van onderen
gebruiken.
Algemene aanwijzingen
Het braden vindt in 2 fasen plaats:
• Om aan te braden een hoge temperatuur kiezen.
• Daarna op een lagere temperatuur omschakelen.
47