Hoofdstuk 6 Werking van de Parcmow
Afbeelding 18: Willekeurig traject binnen de begrenzingsdraad
Het laadstation stuurt een signaal uit dat een elektromagnetisch veld genereert binnen het
gebied dat afgebakend is door de begrenzingsdraad. De robot beschikt over een spoel die
het magnetische veld detecteert.
Het elektromagnetische veld is het sterkst bij de begrenzingsdraad. Als de robot bij de draad
komt, dan vertraagt hij. Vervolgens gaat hij over de draad heen. De spoel detecteert dan
een faseverandering. Hierdoor stopt de robot, gaat hij een stukje achteruit, draait hij in een
willekeurige terugkaatshoek en gaat hij verder in een andere richting. Deze hoek is normaal
tussen 108° en 172° en is afhankelijk van de ingestelde parameters in de software.
Als de robot normaal aan het maaien is, dan verplaatst hij zich met een snelheid van circa
0,77 m/s (2,8 km/h). In gedeelten waar het gras langer is, pas de robot automatisch de
maaimodus aan door te vertragen .
De robot kan obstakels detecteren (permanente of tijdelijke) met behulp van een set
sonarsensoren
(pagina 18). Bij detectie van een obstakel vertraagt de robot en rijdt hij er heel
zacht tegenaan, zoals aangegeven door de druksensoren op de bumper. De robot gaat een
stukje achteruit en draait vervolgens een willekeurig aantal graden om verder te gaan met
maaien.
Afbeelding 19: Manoeuvres van de robot om een obstakel heen
Parcmow Gebruikershandleiding
Versie: Release 4.2.0
Laatst bijgewerkt: 2020-02-28
23