jppasta van de snij-units. Stel de kooi/ondermes
afstand zo nodig bij.
BELANGRIJK: Als de omkeerschakelaar na
het beëindigen van de omgekeerde draaibeweg-
ing niet op OFF wordt gezet, komen de snij-
units niet omhoog en functioneren niet op de
juiste wijze.
BELANGRIJK: Als de snij-units worden ver-
wijderd t.b.v. werken met een omgekeerde
draaibeweging (bijvoorbeeld wanneer onder-
messen worden vervangen) moeten de kooisnel-
heid-sensors die zich links vooraan en -achter-
aan op de snij-units bevinden worden wegge-
haald. Alvorens met de omgekeerde
draaibeweging te beginnen moet een 9,5 mm
dopschroef worden vastgedraaid in het link-
ereinde van de kooias waarmee de kooi tijdens
de omgekeerde draaibeweging wordt aange-
dreven. Gebruik NOOIT de dopschroef
waarmee de magneet is bevestigd voor aandri-
jving van de kooi tijdens een omgekeerde
draaibeweging—deze schroef moet tot een
maximum koppel van 0,7 kgm worden aange-
draaid om beschadiging van de magneet te
voorkomen.
VOORBEREIDING VOOR DE
WINTERSTALLING
Tractor
1. Maak tractor, snij-units en motor grondig schoon.
2. Controleer de bandenspanning. Pomp alle tractor-
banden op tot # 15-20 psi (1,03-1,38 bars).
3. Controleer alle bevestigingen op vastzitten, zo
nodig corrigeren.
4. Alle smeer- en draaipunten moeten worden ges-
meerd, en overtollig smeermiddel dient te
afgeveegd.
5. Krassen, afschilfering en roest moeten licht wor-
den geschuurd en bijgelakt. De metalen car-
rosserie dient waar nodig te worden uitgedeukt.
6.
Accu en kabels dienen als volgt te worden onder-
houden:
a. Haal de accuklemmen van de polen.
b. Maak accu, klemmen en polen met een staal-
borstel en een zuiveringszoutoplossing schoon.
c. Smeer de kabelklemmen en accupolen in met
Grafo 112X skin- over smeer (Toro onderdeel
nr. 50547) of vaseline om corrosie te
voorkomen.
d. Laadt de accu na elke 60 dagen langzaam
gedurende 24 uur op om sulfatering te
voorkomen.
Motor
1.
Tap de motorolie uit het carter en plaats de aftap-
plug terug.
2.
Vervang het oliefilter door een nieuw exemplaar.
3.
Vul het carter met 3,7 l SAE10W30 motorolie.
4.
Start de motor en laat hem twee minuten stationair
lopen.
5.
Zet de motor af.
6.
Tap alle brandstof zorgvuldig af uit de tank, de lei-
dingen en de brandstoffilter/waterafscheider.
7.
Spoel de brandstoftank door met verse, schone
dieselolie.
8.
Zorg dat alle brandstofsysteemfittingen vastzitten.
9.
Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt en maak
het grondig schoon.
10. Dicht de luchtfilterinlaat en de motoruitlaat af met
weerbestendige tape.
11. Controleer antivriesbeveiliging en vul de inhoud
bij om voorbereid te zijn op de verwachte mini-
mumtemperatuur in uw gebied.
Onderhoud
41