Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoud
ONDERHOUD VAN DE SNIJ-
UNITS
OMGEKEERDE DRAAIBEWEGING
GEVAAR
De kooien kunnen tijdens een omgekeerde
draaibeweging stoppen. Tracht nooit om ze in zo'n
geval met de hand te herstarten. Zet de motor af en
draai de maaihoogteknop één stand richting "A".
Attentie
Tijdens een omgekeerde draaibeweg-
ing werken alle voorste units tegelijk, evenals
de achterste units.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal vlak, laat
de snij-units neer, zet de motor af, trek de han-
drem aan en zet de ENABLE/ DISABLE schake-
laar op DISABLE.
2.
Ontsluit de zitplaats en klap hem omhoog om het
controle- mechanisme te bereiken.
3.
Open de klep hiervan en zet de maaihoogte-selec-
tieknop in de "P" stand.
4.
Voer een provisorische kooi/ondermes bijstelling
uit van alle snij-units die zijn bedoeld voor omge-
keerde draaibeweging.
5.
Start de motor en laat hem stationair lopen.
Teneinde lichamelijk letsel te voorkomen
dient men handen en voeten op veilige afstand
van de kooien te houden wanneer de motor
loopt. Omdat verandering van het motorto-
erental tijdens het werken met omgekeerde
draaibeweging de kooien kan laten stoppen
moet dit worden vermeden. De omgekeerde
draaibeweging mag alleen worden uitgevoerd
met stationair lopende motor. Tracht nooit om
kooien met de hand of de voet te draaien
zolang de motor loopt.
40
GEVAAR
6. Om te bepalen of de vóór- dan wel de
achterkooien een omgekeerde draaibeweging krij-
gen opgedragen, kiest u de relevante stand op de
omkeerschakelaar
7. Zet de ENABLE/DISBALE schakelaar op DIS-
ABLE. Beweeg de Omhoog/omlaag/maaien con-
trolehendel naar voren om een omgekeerde
draaibeweging van tevoren vastgestelde kooien te
starten.
Teneinde lichamelijk letsel te voorkomen dient u
veilige afstand van de snij-units te bewaren vóór
u enig werk uitvoert.
8. Breng slijppasta aan met de meegeleverde borstel
met lange steel. Gebruik nooit een borstel met een
korte steel.
9. Als een kooi die een omgekeerde draaibeweging
moet maken dit te langzaam of onregelmatig doet,
zet de motor dan af en draai de maaihoogteknop
één stand richting "A". Herhaal fasen 5 t/m 8.
(Stand "P" geeft de laagste snelheid bij de omge-
keerde draaibeweging en stand "A" de hoogste.
Nieuwe motoren voeren doorgaans een bevredi-
gende omgekeerde draaibeweging in stand "P" uit
maar na verloop van tijd kan een instelling dichter
bij stand "A" nodig zijn ter compensatie van
motorslijtage).
10. Om een bijstelling aan de snij-units te verrichten
terwijl een omgekeerde draaibeweging wordt uit-
gevoerd zet u de kooien in de OFF stand door de
Omhoog/omlaag/maaien controlehendel naar
achteren te halen, de ENABLE/DISABLE schake-
laar op DISABLE en de motor uit te zetten. Na
voltooiing van de bijstelling herhaalt u fasen 5 t/m
8.
11. Herhaal deze procedure voor alle snij-units die zijn
bestemd voor omgekeerde draaibeweging.
12. Wanneer het werken met de omgekeerde
draaibeweging is volbracht zet u de omkeer-
schakelaar op OFF, klapt u de zitplaats neer, draait
u beide borgbouten stevig vast, en wast u alle sli-
GEVAAR
Advertenties
Inhoudsopgave
