Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
unit kan worden bijgesteld overeenkomstig de uiteen-
lopende staat van het gras. Grotere druk helpt de snij-
units tegen de grond te houden wanneer met hogere
snelheid wordt gemaaid en om een gelijkmatige maai-
hoogte te handhaven op ruig terrein of daar waar zich
opgehoopt los gras bevindt.
Elke drukveer kan op vier verschillende standen wor-
den bijgesteld. Elke volgende stand vermeerdert of ver-
mindert de neerwaartse druk op de snij-unit met 3 kg.
1. Parkeer de machine op een horizontaal vlak, laat
de snij-units neer, zet de motor af, trek de han-
drem aan en haal de contactsleutel eruit.
2. Verwijder de vloerplaat vóór de zitplaats en open
de motorkap om toegang te krijgen tot alle (5)
veren.
VOORZICHTIG
De veren staan onder spanning: ga behoedzaam
te werk tijdens het bijstellen.
1. Zeskantas van veersteun 2. Borgklem
3. Plaats een steeksleutel op de zeskantas van de
veersteun.
4. Verwijder de dopschroef en contramoer die de
borgklem vastzetten en draai aan de as om de
veerspanning te verminderen.
5. Zet de veersteun in de gewenste positie en breng
schroef en moer weer aan terwijl u aan de as draait
om de veerspanning te verminderen.
22
Afbeelding 18
HET SLEPEN VAN DE TRACTOR
Als het nodig mocht zijn om de machine te slepen doe
dit dan uitsluitend in voorwaartse richting en met een
snelheid van maximaal 16 km/uur.
Attentie: Indien van het bovenstaande wordt
afgeweken kan ernstige schade aan de hydrostatis-
che transmissie het gevolg zijn.
Een defecte machine wordt als volgt gesleept:
1. Verwijder de dopschroeven waarmee de cardanas
op het aandrijf-koppelmechanisme is vastgezet.
Draai de dopschroeven los die de cardanas aan de
transmissie vastzetten (Afb.19) en verwijder de
cardanas.
1. Cardanas
Belangrijk: Als de cardanas niet wordt verwi-
jderd vóór met slepen wordt begonnen, kan de
transmissie-invoeras niet draaien waardoor
inwendige smering achterwege blijft en ernstige
schade aan het transmissiesysteem het gevolg
kan zijn.
2. Bevestig een geschikte ketting, strop of kabel in
het midden van de voorste chassisbalk (Afb.20).
Attentie: Vergrendel beide rempedalen aan elka-
ar vóór het slepen begint.
3.
Bevestig het andere einde van de sleepkabel aan
een voertuig waarmee de machine, met een veilige
snelheid van maximaal 16 km/uur, kan worden
voortgetrokken.
Afbeelding 19
Advertenties
Inhoudsopgave
