het Diagnostic ACE display even knippert wan-
neer de corresponderende schakelaar wordt ges-
loten. Overtuig u ervan of het mogelijk is om elke
schakelaar met de hand over te zetten.
7. Als een schakelaar is gesloten en de bijbehorende
LED knippert niet loop dan alle bedrading en
verbindingen van de schakelaar na en/of voer een
controle uit met een ohmmeter. Vervang eventueel
defecte schakelaars en repareer zo nodig de
bedrading.
Diagnostic ACE is tevens in staat om te ontdekken
welke outputsolenoïden of -relais zijn
ingeschakeld. Dit is een snelle manier om vast te
stellen of een machinestoring een elektrische of
hydraulische oorzaak heeft.
Verificatie van de outputfunctie:
1. Parkeer de machine op een horizontaal vlak, laat
de snij-units neer, zet de motor af en trek de han-
drem aan.
2. Open de klep van het controlepaneel. Lokaliseer
de kabelboom met connectors nabij de controller.
Haal de terugkoppellus-connector voorzichtig los
van de kabelboomconnector. Zet de maaihoogte-
selectieknop in stand "A".
3. Verbindt de Diagnostic ACE connector met de
kabelboom-connector. Zorg dat het juiste over-
drukplaatje op de Diagnostic ACE display is
aangebracht.
4. Zet de contactsleutel in de ON stand maar start de
motor niet.
Attentie: De rode tekst op het overdrukplaatje
verwijst naar de inputschakelaars en de
groene naar de outputs.
5.
De "inputs displayed" (getoonde inputs) LED op
de kolom rechtsonderaan de Diagnostic ACE dis-
play dient te zijn verlicht. Als de "outputs dis-
played" (getoonde outputs) LED is verlicht, druk
dan op de tuimelschakelaar van de Diagnostic
ACE display om in plaats daarvan de "inputs dis-
played" LED te laten branden.
Attentie: Het kan nodig zijn om enkele malen
op de volgende wijze tussen "inputs dis-
played" en "outputs displayed" te wisselen.
Voor een heen-en-weer beweging drukt u
eenmaal op de tuimelschakelaar hetgeen zo
vaak als nodig kan worden herhaald.
HOUDT DE TUIMELSCHAKELAAR
NIET VAST.
6. Zet u op de zitplaats en probeer de gewenste func-
tie van de machine uit te voeren. (Indien u hulp
behoeft bij de verificatie van de juiste inputin-
stelling voor elke functie, raadpleeg dan de Logic
tabel). De betreffende output LED's dienen te
gaan branden om aan te geven dat de elektronische
controller een bepaalde functie activeert. (Zie het
overzicht of de Logic tabel om zeker te zijn van de
gespecificeerde output LED's).
Attentie: Indien één van de LED's knippert is
dit een teken van een elektrisch probleem
met de betreffende OUTPUT. Repareer of
vervang defecte elektrische onderdelen
onmiddellijk. Om een knipperende LED
terug te stellen zet u de contactsleutel op
OFF en daarna weer op ON.
Indien geen van de LED's knippert maar de correcte
output LED's niet branden ga dan na of de vereiste
inputschakelaars in de aangewezen stand staan om de
betreffende functie te laten plaatsvinden. Verifieer de
juiste schakelaarfunctie.
Indien de output LED's branden overeenkomstig de
specificatie maar de machine werkt niet naar behoren
duidt dit op een niet-elektrisch probleem. Voer de
nodige reparatie uit.
Attentie: Als gevolg van beperkingen in het
elektrische systeem is het mogelijk dat de
output LED's voor "START", "PREHEAT"
en "ETR/ALT" niet knipperen zelfs wanneer
zich een elektrische storing in deze functies
voordoet. Indien het probleem van de
machine te maken schijnt te hebben met één
van deze functies, overtuig u dan hiervan
door het elektrische circuit te controleren met
een volt/ohmmeter om er zeker van te zijn of
deze functies al dan niet een elektrische stor-
ing veroorzaken.
Bediening
25