5
Gebruik de TAB [E][F]-knoppen om de USB-display met het
gedownloade paneelinstellingenbestand van de website op
te roepen.
6
Druk op de knop die overeenkomt met het bestand, om het
bericht REPLACE/APPEND voor het vervangen/toevoegen van
paneelinstellingen te selecteren.
7
Druk op de [F]-knop (REPLACE) om alle momenteel aanwezige
records in het instrument te verwijderen en te vervangen door
de records van het geselecteerde bestand.
Druk tijdens het bevestigingsbericht op de [G]-knop (YES).
8
Druk op de [F]-knop (YES) in het getoonde bericht (met de
bevestiging dat het vervangen is voltooid) om de MUSIC
FINDER-display op te roepen.
5
Door het aantal records in de MUSIC FINDER-display te controleren,
kunt u verifiëren of de record inderdaad is vervangen.
Over de Music Finder-records
Elk gegeven dat vanuit de MUSIC FINDER-display kan worden opgeroepen, wordt
een 'record' genoemd. Er zijn drie verschillende typen records, die hierna worden
beschreven.
• Paneelinstellingen
Instellingsdata, zoals voices, stijlen, enz.
• Song (SONG)
Songdata die vanuit de Song Selection-display zijn geregistreerd in de Music
Finder (pagina 59)
• Audio (AUDIO) (CVP-509/505/503)
Audiodata die vanuit Song Selection-display zijn geregistreerd in de Music Finder
(pagina 84)
74
CVP-509/505/503/501 Gebruikershandleiding
OPMERKING
Ook nadat de Music Finder-records
zijn vervangen, kunt u de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen
herstellen door tijdens deze stap
in de PRESET-display het bestand
'MusicFinderPreset' te selecteren.
Het aantal
records.
OPMERKING
Zie pagina 77 voor informatie over
het registreren van de song-/
audiodata in de Music Finder.