Oliepeil
LET OP: Controleer het oliepeil regelmatig en
vul olie bij indien nodig. Voeg niet teveel toe.
Een te hoog oliepeil kan ernstige schade aan
de mo to r/transmissie aanrichten. Wis
gemorste olie weg.
1
V02C3MY
LINKERKANT VAN BEDIENINGSPANEEL
1. Peilstok
Plaats het voertuig op een vlak oppervlak, laat
de motor ongeveer 1 minuut draaien en stop
hem vervolgens. Controleer het oliepeil als
volgt:
1. Verwijder de peilstok en maak hem
schoon.
2. Schroef de peilstok in tot hij de bodem
raakt.
3. Verwijder de peilstok en lees het oliepeil
af. Dit moe t dicht bij het b ovenste
merkteken liggen.
3
V02C3NY
1. Vol
2. Toevoegen
3. Bedrijfsbereik
Verwijder de peilstok om olie toe te voegen.
Steek een trechter in de buis om morsen te
voorkomen. Voeg een beetje olie toe en
controleer het oliepeil opnieuw. Herhaal dit tot
het oliepeil het bovenste merkteken op de
peilstok heeft bereikt. Voeg niet teveel toe.
Bevestig de peilstok correct.
Motorkoelvloeistof
Aanbevolen koelvloeistof
Gebruik altijd ethyleenglycol-antivries met
anticorrosiemiddel, speciaal bestemd voor
aluminium interne verbrandingsmotoren.
Vul het koelsystee m met Bo mbardier
voorgemengd koelmiddel (stuknr. 219 700
362) of met gedestilleerd water en een
a n t i v r i e s o p l o s s i n g ( 5 0 % w a t e r, 5 0 %
antivries).
Koelmiddelpeil
Controleer het koelmiddelpeil wanneer de
motor koud is. Voeg nooit koelmiddel toe
aan het koelsysteem terwijl de motor heet
is.
1
2
2
V02A08Y
1. Koelmiddelreservoir
2. Radiator
3. Schokdemper rechts vooraan
WAARSCHUWING
1
3
69