BKT-Focus
Programmakeuzewiel
De camera maakt automatisch drie opnamen: één met de instelling voor
handmatige scherpstelling, één met een vaste scherpstellingspositie die
dichterbij ligt en één met een vaste scherpstellingspositie die verder weg ligt.
De scherpstellingsposities dichterbij en verder weg kunnen in drie stappen
worden ingesteld: groot, middelgroot en klein. Beelden worden vastgelegd
terwijl de scherpstellingspositie met deze volgorde wordt aangepast: huidige
positie, verder weg en dichterbij.
De drie opnamen worden met hetzelfde interval genomen als bij een
continu-opname. Zie Continu-opnamen
1
Selecteer
FUNC., gebruik de knop
om
(BKT-Focus) te selecteren en
druk vervolgens op de knop MENU.
* De huidige instelling wordt weergegeven.
U kunt instellingen selecteren door het
multifunctionele keuzewiel te draaien.
2
Stel de waarde waarmee de
scherpstellingspositie verspringt in
met de knop
Druk op de knop
vergroten of op de knop
U kunt instellingen selecteren door het multifunctionele keuzewiel te draaien.
U kunt direct na het selecteren van instellingen een opname maken door
op de ontspanknop te drukken. Na de opname wordt het menu opnieuw
weergegeven, zodat u de instellingen eenvoudig kunt wijzigen.
3
Druk op de knop FUNC./SET en maak de opname met de
handmatige scherpstelling
De modus BKT-Focus is niet beschikbaar wanneer u opnamen maakt
met de flitser. In dat geval wordt er slechts één opname gemaakt,
bij de handmatige scherpstellingspositie.
Drie opnamen worden continu gemaakt, ongeacht de instelling voor
continu-opnamen
76
* (BKT-Uit) in het menu
of
.
om de scherpstellingsafstand vanaf het centrum te
om deze te verkleinen.
(p.
40).
(p.
40).
of
(p.
64).