Stel de flitser in op
wanneer de flitser wordt gebruikt. Gebruik de vergrendeling
van de flitserbelichting voor flitsopnamen
1
Stel het 1-punts AF-kader of het spotmetingkader scherp
op het onderwerp waarvoor u de belichtingsinstelling wilt
vergrendelen en druk de ontspanknop half in.
Plaatsing van het AF-kader
Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken
In de modus
of geannuleerd
2
Druk de ontspanknop half in en
druk gelijktijdig op de knop
De ingestelde belichting wordt vergrendeld
(AE lock) en het pictogram
weergegeven op het LCD-scherm.
3
Bepaal het beeld opnieuw en maak de opname.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het AF-kader.
Wanneer u AE lock hebt uitgevoerd, wordt de belichtingsvergrendeling
geannuleerd wanneer u een functie uitvoert, met uitzondering
van de ontspanknop, het multifunctionele keuzewiel of het gebruik
van energiebesparing.
De automatisch geselecteerde combinaties van sluitertijden
en diafragmawaarden kunt u naar believen wijzigen, zonder dat
de belichting wordt veranderd (Program Shift). Dit doet u als volgt.
1. Stel het programmakeuzewiel in op
2. Stel scherp op het onderwerp waarop u de belichting wilt vastzetten.
3. Druk de ontspanknop half in en houd deze stand vast. Druk op
de knop ISO om de belichting in te stellen (
op het LCD-scherm). Laat de ontspanknop los, draai het
multifunctionele keuzewiel en selecteer de gewenste sluitertijd
of het gewenste diafragma.
4. Stel het beeld opnieuw samen en maak de opname. De instelling
wordt geannuleerd wanneer u de opname hebt gemaakt.
66
. U kunt de belichting niet vergrendelen
(p. 60)
kan de belichtingsvergrendeling worden ingesteld
(p.
41).
wordt
(p.
67).
(p. 68)
.
AE lock
,
of
wordt weergegeven
.