3
Beelden selecteren voor transmissie
Afzonderlijke beelden
Selecteer een beeld met de knop
en maak de selectie (of hef de selectie op)
door op de knop FUNC./SET te drukken.
Geselecteerde beelden worden aangeduid
met een vinkje.
Als u op de knop
springbalk weergegeven om u te helpen
zoeken
(p.
90). Druk na de knop MENU op de knop FUNC./SET om een
selectie te maken of weer op te heffen en om de springbalk te verwijderen.
Als u bent overgeschakeld op indexweergave (weergave van negen
beelden tegelijk) door de zoomknop naar
op dezelfde manier selecteren (als u de zoomknop weer naar
verspringt de camera met negen beelden tegelijk. Draai de zoomknop vóór
het selecteren of het opheffen van de selectie naar
te verwijderen).
Alle beelden op een geheugenkaart
Selecteer [Markeer alles] zoals in stap 2
en druk op de knop FUNC./SET. Als u alle
beelden wilt selecteren, selecteert u [OK]
met de knop
FUNC./SET.
Selecteer [Herstel] om alle
afdrukinstellingen te annuleren.
4
Druk op de knop MENU.
De selectiemodus wordt uitgeschakeld en het menu Volgorde wordt
opnieuw weergegeven.
Beelden worden verzonden in de volgorde van de opnamedatum,
van oud naar nieuw.
U kunt maximaal 998 beelden tegelijk selecteren per geheugenkaart.
drukt, wordt de
of
en drukt u op de knop
of
te draaien, kunt u beelden
om de springbalk
6
draait,
111