Programma AE
In de modus Programma AE past de camera automatisch de sluitertijd
en de diafragmawaarde aan de helderheid van de scène aan.
Als de juiste belichting niet kan worden ingesteld, kunt u het probleem
verhelpen met behulp van de volgende methoden.
Gebruik de flitser.
Pas de ISO waarde aan.
Gebruik een andere modus voor lichtmeting.
Verschillen tussen de modi
De volgende instellingen kunnen worden gewijzigd in de modus
maar niet in de modus
Belichtingscompensatie
AEB
Flitser (Flitser aan,
Slow sync, 2e gordijn)
Continu-opnamen
AF lock
(Autofocusvergrendeling)
Flitsbelichtingsvergrendeling
De sluitertijd instellen
Wanneer u de sluitertijd instelt in de automatische belichtingsmodus met
sluitertijdprioriteit, wordt er automatisch een diafragmawaarde geselecteerd
in overeenstemming met de helderheid. Kortere sluitertijden bieden
u de mogelijkheid om een momentopname te maken van een bewegend
onderwerp, terwijl u met langere sluitertijden een uitvloeieffect krijgt en
u de mogelijkheid hebt om zonder flitser opnamen te maken in donkere
omstandigheden.
Als de opname onderbelicht (onvoldoende licht) of overbelicht (te veel licht)
zou worden en de juiste belichting niet verkregen kan worden wanneer de
ontspanknop half is ingedrukt, wordt de diafragmawaarde op het LCD-scherm
rood. Draai het multifunctionele keuzewiel om de sluitertijd aan te passen
en de diafragmawaarde wit weer te geven op het scherm.
Stel in het menu Opname [Safety Shift] in op [Aan]. De sluitertijd wordt
automatisch aangepast voor de juiste belichting van de beelden
Wanneer u op de knop
in
(p.
69). U kunt tussen de modi schakelen door op de knop te drukken.
Bij de handmatige scherpstelling is dit anders
50
en
.
Witbalans
Belichtingscompensatie
voor de flitser
Meetmethode
AF-kader verplaatsen
Program Shift
drukt, stelt u de modus voor belichtingscorrectie
ISO-waarde
Interval
Foto-effect
Handmatige scherpstelling
AE lock (belichtings-
vergrendeling)
Histogram
(p.
64).
,
(p.
52).