2
Selecteer
(Custom 2) of
met de knop
op de knop FUNC./SET.
Er wordt een vinkje ( ) weergegeven naast
een diashow die al beelden bevat.
Alleen
(Custom 1) wordt weergegeven
in de standaardinstellingen.
U kunt instellingen selecteren door het multifunctionele keuzewiel te draaien.
Wanneer u alle beelden tegelijk selecteert, gebruikt u de knop
om [markeer] te selecteren en drukt u vervolgens op de knop FUNC./SET.
Daarnaast selecteert u [markeer] met de knop
FUNC./SET, selecteert u [OK] met de knop
FUNC./SET. Als u wilt terugkeren naar
drukt u op de knop FUNC./SET om de selectie van de beelden op te heffen
die zijn opgegeven bij de methode in stap 3. Opgegeven beelden kunnen
ook worden geselecteerd of gedeselecteerd wanneer de functie [Herstel]
is uitgevoerd.
3
Selecteer de gewenste beelden voor de diashow.
Enkelvoudige weergave
Selecteer een beeld met de knop
en maak de selectie (of hef de selectie op)
door op de knop FUNC./SET te drukken.
In het bovenste deel van de geselecteerde
beelden worden het selectienummer en een
vinkje ( ) weergegeven.
Druk op
te geven
(p.
gedrukt, drukt u op de knop FUNC./SET om opnamen te selecteren
of de selectie op te heffen.
Indexweergave
Draai de zoomknop naar
de indexweergave (9 beelden) te activeren.
Gebruik de knop
beeld te selecteren en maak een selectie
of hef de selectie op door op de knop
FUNC./SET te drukken.
Onder de geselecteerde beelden worden het
selectienummer en een vinkje ( ) weergegeven.
4
Druk op de knop MENU.
Het selectiescherm wordt gesloten.
(Custom 1),
(Custom 3)
of
en druk
om de springbalk weer
90). Na het springen en nadat u op de knop MENU hebt
om
,
,
of
of
, drukt u op de knop
of
en drukt u op de knop
,
of
met de knop
of
om een
5
of
of
,
101