Tab. 10: Slots van de acyclische data-objecten
Nr.
Slot
Index
0
Slot 0
1
1
Slot 1
1
2
Slot 2
1
3
2
4
Slot 3
1
5
2
6
Slot 4
1
7
2
8
3
9
Slot 5
1
10
Slot 6
1
11
2
12
3
13
4
14
Slot 7
1
15
Slot 8
1
16
2
17
4
18
Slot 9
1
19
Slot 10
1
21
Slot 12
1
22
2
23
Slot 13
1
24
3
25
Slot 14
1
26
2
27
3
28
Slot 15
1
29
2
De acyclisch overgedragen gegevens zijn geadresseerd via een slot en
een index. Alle gegevens die zijn samengevat onder een slot kunnen dan
afzonderlijk via de index worden geadresseerd en cyclisch worden overge‐
dragen.
Data-object
Type
Apparaataanduiding
UINT32
Status
UINT32
Start-stop
BYTE
Resetten
BYTE
Mode
BYTE
Mode
BYTE
Frequentie
UINT16
Frequentie
UINT16
Actuele frequentie
UINT16
Maximale frequentie
WORD
Voorkeuze charge
UINT32
Voorkeuze charge
UINT32
Start charge
BYTE
Charge-geheugen
BYTE
Restslagen
UINT32
Factor extern
UINT16
Factor extern
UINT16
Factor extern
BYTE
Slaglengte
BYTE
Doseerbewaking
BYTE
Fout
UINT16
Waarschuwingen
UINT16
Slagenteller
UINT32
Slagenteller wissen
BYTE
Volumeteller
FLOAT
Liters per slag
FLOAT
Volumeteller wissen
BYTE
Identcode
STRING
Serienummer
STRING
Slots zijn identiek aan de modules van de cyclische
overdracht.
Lengte
Kanaal
4 Byte
MS1
4 Byte
MS1
1 Byte
MS1
1 Byte
MS1
1 Byte
MS1
1 Byte
MS1
2 Byte
MS1
2 Byte
MS1
2 Byte
MS1
2 Byte
MS1
4 Byte
MS1
4 Byte
MS1
1 Byte
MS1
1 Byte
MS1
4 Byte
MS1
2 Byte
MS1
2 Byte
MS1
1 Byte
MS1
1 Byte
MS1
1 Byte
MS1
2 Byte
MS1
2 Byte
MS1
4 Byte
MS1
1 Byte
MS1
4 Byte
MS1
4 Byte
MS1
1 Byte
MS1
32 Byte
MS1
16 Byte
MS1
Bedrijf
Kanaal
lezen/
schrijven
MS2
lezen
MS2
lezen
MS2
schrijven
MS2
schrijven
MS2
schrijven
MS2
lezen
MS2
schrijven
MS2
lezen
MS2
lezen
MS2
lezen
MS2
schrijven
MS2
lezen
MS2
schrijven
MS2
schrijven
MS2
lezen
MS2
schrijven
MS2
lezen
MS2
schrijven
MS2
lezen
MS2
schrijven
MS2
lezen
MS2
lezen
MS2
lezen
MS2
schrijven
MS2
lezen
MS2
lezen
MS2
schrijven
MS2
lezen
MS2
lezen
19