Storing
Bij een tractor met
continudruksysteem (voor een
deel oudere John Deere
tractoren) wordt de hydraulische
olie te warm
Bij een tractor met Load-
Sensing-systeem en olie-opname
via de tractorregeleenheid wordt
de hydraulische olie te warm
Bij een tractor met Load-
Sensing-systeem en directe olie-
opname en stuurleiding wordt de
hydraulische olie te warm
+
werkt niet
AMATRON
+
In de AMATRON
klinkt een
waarschuwingssignaal
De strooischijven gaan niet
draaien als ze via de
+
worden
AMATRON
ingeschakeld
ZA-M BAG0040.2 09.08
Oorzaak
Systeemomschakelbout op het
strooiventielblok is niet tot aan de
aanslag naar binnen gedraaid
(tegengesteld aan
fabrieksinstelling).
Defecte steekkoppelingen
Defecte tractorregeleenheid
Systeemomschakelbout op het
strooiventielblok is niet tot aan de
aanslag naar buiten gedraaid
(fabrieksinstelling).
Oliehoeveelheid van de
tractorregeleenheid niet
voldoende gereduceerd.
Defecte steekkoppelingen
Defecte tractorregeleenheid
Systeemomschakelbout op het
strooiventielblok is niet tot aan de
aanslag naar binnen gedraaid
(tegengesteld aan
fabrieksinstelling).
Defecte steekkoppelingen
Stroomvoorziening defect.
Sensor levert verkeerde
toerentalinformatie aan de
+
.
AMATRON
Toets voor het inschakelen van
de aandrijving van de
strooischijven is niet minimaal 3
seconden ingedrukt
(veiligheidsfunctie).
Olietoevoer van de tractor niet
ingeschakeld
Oplossing
Systeemomschakelbout op het
strooiventielblok tot aan de
aanslag naar binnen draaien.
Steekkoppeling controleren;
eventueel repareren resp.
vervangen.
Tractorregeleenheid controleren;
eventueel repareren resp.
vervangen.
Systeemomschakelbout op het
strooiventielblok tot aan de
aanslag naar buiten draaien.
Oliehoeveelheid van de
tractorregeleenheid reduceren.
Steekkoppeling controleren;
eventueel repareren resp.
vervangen.
Tractorregeleenheid controleren;
eventueel repareren resp.
vervangen.
Systeemomschakelbout op het
strooiventielblok tot aan de
aanslag naar binnen draaien.
Steekkoppeling controleren;
eventueel repareren resp.
vervangen.
Stroomvoorziening van
+
controleren
AMATRON
Zie help-toets AMATRON
Sensorafstand (ca. 1- 4 mm) van
beide hydraulische motoren
controleren. Hiervoor beide
strooischijven bij uitgeschakeld
hydraulisch systeem compleet
verder draaien. Bij elk van de 4
contacten moet de
toerentalsensor in- en
uitschakelen. In ingeschakelde
toestand brandt de LED aan de
achterkant naast de kabelinvoer.
Toets voor het inschakelen van
de aandrijving van de
strooischijven minimaal 3
seconden indrukken.
Olietoevoer van de tractor
inschakelen.
Storingen
+
81