8.3
Instellen van de strooihoeveelheid
8.4
Controle strooihoeveelheid
Strooihoeveelheid controleren:
•
bij het wisselen van mestsoort;
•
bij verandering van strooihoeveelheid;
•
bij verandering van werkbreedte.
De strooihoeveelheid kan ook worden
gecontroleerd
•
aan het begin van het strooien (de
kalibratiefactor wordt bij het verspreiden van
de eerste 200 kg kunstmest bepaald) ;
•
continu tijdens het strooien (online-
kalibratie);
•
vóór het gebruik bij stilstaand voertuig.
Zie bedieningshandleiding
AMATRON
mest - Afb. 35/1.
ZA-M BAG0040.2 09.08
Zie bedieningshandleiding AMATRON
De voor de gewenste strooihoeveelheid vereiste schuifstand wordt
via de beide doseerschuiven elektronisch ingesteld.
Na invoer van de gewenste strooihoeveelheid op de AMATRON
[voorgeschreven hoeveelheid in kg/ha] moet de mestkalibratiefactor
worden bepaald (controle strooihoeveelheid). Deze bepaalt het
regelgedrag van de AMATRON
+
/ hoofdstuk Kalibratie
+
!
+
.
Afb. 35
Instellingen
+
63