8.1
Instelling van de montagehoogte
De opgegeven montagehoogten, doorgaans
horizontaal 80/80, in cm gelden voor de normale
bemesting.
Bij de voorjaarsbemesting, als de planten al een
groeihoogte van 10 - 40 cm hebben, moet de
halve groeihoogte bij de opgegeven
montagehoogten (bijv. 80/80) worden opgeteld.
Bij een groeihoogte van 30 cm moet dus
montagehoogte 95/95 worden ingesteld. Bij een
grotere groeihoogte moet volgens de gegevens
voor de nabemesting worden ingesteld. Bij dichte
begroeiing (koolzaad) moet de
centrifugaalstrooier met de opgegeven
montagehoogte (bijv. 80/80) boven de begroeiing
worden ingesteld. Is dit bij grotere groeihoogten
niet meer mogelijk, dan eveneens volgens de
instelgegevens voor de nabemesting te werk
gaan.
ZA-M BAG0040.2 09.08
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken en/of stoten voor personen
achter/onder de kunstmeststrooiers als gevolg van het
onbedoeld wegvallen van de machine, wanneer de
topstanghelften per ongeluk uit elkaar worden gedraaid of
getrokken!
Stuur personen weg uit de gevarenzone achter resp. onder de
machine, voordat u de montagehoogte van de topstang instelt.
Stel de montagehoogte exact volgens de gegevens in de strooitabel
bij beladen machine op het veld in. Meet de ingestelde
montagehoogte aan de voor- en achterzijde van de strooischijven
steeds vanaf de grond (Afb. 32).
1. Schakel de aftakas van de tractor uit (indien nodig).
2. Wacht tot eventueel roterende strooischijven volledig tot
stilstand zijn gekomen (indien nodig), voordat u de
montagehoogte instelt.
3. Stuur personen uit de gevarenzone achter resp. onder de
machine weg.
4. Stel de benodigde montagehoogte op het veld volgens de
gegevens in de strooitabel en overeenkomstig het gewenste
type bemesting in (normale of nabemesting) in.
4.1 Breng de kunstmeststrooier via de driepuntshydraulica van
de tractor omhoog of omlaag, tot de strooischijf in het
midden van de zijkant de vereiste hoogte bereikt.
4.2 Wijzig de lengte van de topstang, wanneer de
montagehoogten a en b aan de voor- en achterzijde van de
strooischijven van de vereiste montagehoogten afwijken.
Montagemaat b kleiner dan
a
= lengte van de topstang vergroten
Montagemaat b groter dan
a
= lengte van de topstang verkleinen
Afb. 32
Instellingen
61