Opbouw en werking
5.5
Sluitschuiven en doseerschuiven
40
Afb. 21
Doseerschuiven
De strooihoeveelheid wordt elektronisch met behulp van de
boordcomputer AMATRON
Hierbij geven de door servomotoren (Afb. 21/1) bediende
doseerschuiven (Afb. 21/2) verschillende openingsbreedten voor de
doorlaatopeningen (Afb. 21/3) vrij.
Sluitschuiven
De sluitschuiven (Afb. 21/4) dienen voor het openen en sluiten van de
doorlaatopeningen en kunnen gescheiden hydraulisch worden
bediend (Afb. 21/5) via de boordcomputer AMATRON
+
ingesteld.
ZA-M BAG0040.2 09.08
+
.