5.6
Weegtechniek
Afb. 22/...
(1) Weegframe
(2) Weegcel
(3) Bladveer
(4) Lagerlus
(5) Meetschroef
(6) Begrenzingsbout
Bij de kunstmeststrooier ZA-M 1500
profiS kan dankzij de weegtechniek
nauwkeurig worden bepaald hoeveel kunstmest
is gestrooid.
Eveneens kan de hoeveelheid worden
gedoseerd zonder afdraaiproef.
De ZA-M 1500 profiS heeft een
weegframe voor de strooier waaraan de weegcel
zit.
De strooier is met twee bladveren aan de
bovenzijde en twee lagerlussen aan de
onderzijde met parallellogramgeleiding aan het
weegframe bevestigd.
De bladveren en de lagerlussen nemen alle
horizontale krachten op, waarbij de verticale
kracht (het gewicht van de strooier) door de
meetschroef in de weegcel wordt opgenomen.
De horizontale stand van de bladveren
en de lagerlussen is heel belangrijk
voor het nauwkeurig bepalen van het
gewicht.
Vóór het gebruik wordt een kalibratiefactor voor
de betreffende mestsoort ingevoerd. Als de
mestsoort niet bekend is, kan een afdraaiproef
bij stilstand worden uitgevoerd.
Na het ingeven van de kalibratiefactor kan met
de kalibratierit worden begonnen. Hiervoor wordt
op het veld bij stilstaande machine de kalibratie
op de boordcomputer AMATRON
Na het strooien van minimaal 200 kg mest wordt
de kalibratie bij stilstaande machine op de
+
beëindigd. Deze heeft nu een
AMATRON
nieuwe kalibratiefactor berekend aan de hand
waarvan exact de gewenste hoeveelheid mest
kan worden verspreid.
Voor verschillende mestsoorten
moeten verschillende
kalibratiefactoren worden bepaald.
ZA-M BAG0040.2 09.08
Afb. 22
+
gestart.
Opbouw en werking
41