Controle luchthoeveelheid
De luchthoeveelheid wordt bepaald door het
toerental van de vleugel en de statische onderdruk
in de dakopstand. Zie de paragraaf Tabellen en
grafi eken voor de luchthoeveelheid als functie van
het toerental en de statische onderdruk.
Het toerental kan vastgesteld worden door:
■ Het toerental uit te lezen op het tabblad Live in
de gebruikersinterface van de webserver.
■ Alleen mogelijk met de variant CRMX
Manual & CRMX Automatic.
■ Te meten middels een stroboscoop.
De onderdruk kan worden vastgesteld door:
■ De onderdruk in de dakopstand te meten
middels een externe drukmeter.
■ De onderdruk uit te lezen op het tabblad Live in
de gebruikersinterface van de webserver.
■ Alleen mogelijk met de variant CRMX
Manual & CRMX Automatic.
De luchthoeveelheid kan worden vastgesteld door:
■ Te bepalen of het een installatie zonder- of met
geluidsdemper (GD) betreft.
■ Middels het gevonden toerental de bijbehorende
instelling te bepalen m.b.v. de tabelwaarden in
de paragraaf Tabellen en grafi eken.
■ Middels het gevonden toerental het bijbehorende
sturingspercentage (%) en de instelling te
bepalen m.b.v. de tabelwaarden in de paragraaf
Tabellen en grafi eken en evt. interpolatie.
■ De desbetreffende luchtlijn in de fi guur
hieronder te bepalen op basis van de gevonden
instelling en vervolgens een lijn bij de
gevonden onderdruk naar rechts te tekenen.
■ Vanuit het gevonden snijpunt een lijn naar
beneden te tekenen en de luchthoeveelheid
vast te stellen.
Voorbeeld
■ Gevonden toerental met een CRMX 210 is
gelijk aan 1116 min-1.
■ Het betreft hier een CRMX 210 met dakopstand
zonder geluidsdemper.
■ Het sturingspercentage betreft 60% en de
instelling is dus 6.
■ Middels de fi guur hierboven kan er een snijpunt
bepaald worden tussen luchtlijn met instelling
6 en de onderdruk van 117 Pa. Dit resulteert in
1677 m
3
/hr.
Vergelijk de luchthoeveelheid met de totale
gemeten luchthoeveelheid door de ventielen.
Indien blijkt dat de bepaalde luchthoeveelheid niet
overeenkomt met de ontwerpwaarde betekent dit
dat de weerstand in het systeem lager- of hoger is
dan de ontwerpwaarde.
Mogelijke oorzaken voor relatief hogere waarde:
■ Lagere kanaalweerstanden dan aangenomen.
■ Ventielen of roosters niet gemonteerd of
ingeregeld (te ver open).
■ Lekkage in het kanalensysteem.
Mogelijke oorzaken voor relatief lagere waarde:
■ Hogere kanaalweerstanden dan aangenomen.
■ Ventielen of rooster niet ingeregeld (te ver dicht).
■ Verstopping in het kanalensysteem.
NL - 45