Plaats geen thermische werkschakelaar of motorbeveiligingsschakelaar voor de CRMX-dakventilator, want dit
heeft een negatieve invloed op de (gelijkstroom)motor. De motor-elektronica is reeds voorzien van de nodige
beveiligingen. Een zekeringautomaat met een trage C-karakteristiek is wel noodzakelijk.
Bij dakopstellingen van groepen CRMX-ventilatoren, die onderling verbonden zijn via een voedings-, netwerk of
stuurstroomkabel: ook blikseminslag op deze kabelverbinding kan tot defecten leiden. Vooral bij ringvormige
netwerken is dit risico aanwezig vanwege de hoge inductiespanningen bij blikseminslag.
■ De voedingskabel, eventuele besturingskabels en eventueel een drukslang, kunnen via een doorvoer van
onder de voet van de CRMX-dakventilator tot onder de kap worden gevoerd. Deze doorvoer is onder de kap
aangegeven met 'supply cable' . Voor doorvoer naar de werkschakelaar kan gebruik gemaakt worden van een
doorvoer naar één van de holtes op de hoeken van de CRMX-dakventilator. Deze doorvoeren zijn aangegeven
met 'cable' .
■ Zorg ervoor dat de luchtslang in het drukmeetpunt altijd buiten de luchtstroom of vlak met de wand wordt
gemonteerd. Bij niet loodrechte montage wordt niet alleen een statische druk maar ook een dynamische druk
gemeten waardoor de regeling niet nauwkeurig op een constante statische druk kan regelen.
Drukslang in het kanaal
Legenda
A
Ventilator
B
Geluiddemper
C
Dakopstand
Drukslang
D
binnendoor
Drukslang buiten het kanaal
Legenda
A
Ventilator
B
Geluiddemper
C
Dakopstand
Drukslang
E
buitenom
Kabelwartel met
F
insteekkoppeling
G
Drukmeetpunt
NL - 25