Standen voor hulpprogrammatuur
U kunt de volgende instellingen wijzigen:
• Instelling modus MIDI-controller (pagina 99)
• Instelling demo/schermbeveiliging (pagina 100)
• Instelling auto stand-by (pagina 101)
• Instelling MIC TALKOVER-modus (pagina 102)
• Instelling MIC TALKOVER-niveau (pagina 102)
• MIC LOW CUT FILTER-instelling (pagina 103)
• Instelling voor microfoonuitvoer voor de boothmonitor (pagina 103)
• Instelling voor microfoongeluidsbegrenzer die aan de masteruitgang
moet worden toegevoegd (pagina 104)
• Instelling voor microfoongeluidsbegrenzer die aan de boothuitgang
moet worden toegevoegd (pagina 104)
• Instelling dempingsniveau master (pagina 104)
• Mono/stereo-instelling voor de masteruitgang (pagina 105)
• Instelling dempingsniveau booth (pagina 105)
• Mono/stereo-instelling voor de boothuitgang (pagina 105)
• Instelling piekbegrenzer voor de masteruitgang (pagina 106)
• REC OUT-instelling (pagina 106)
• Instelling Kanaalfader starten (pagina 107)
• Instelling Crossfader starten (pagina 107)
• Cut-lag-instelling crossfader (pagina 108)
• Knipperinstelling slipmodus (pagina 108)
• Instelling branden/knipperen van [SLIP]-knop (pagina 109)
• Instelling helderheid ring draaiwiel (pagina 109)
• Instelling helderheid scherm draaiwiel (pagina 109)
• Instelling helderheid BEAT FX-scherm (pagina 110)
• Fabrieksinstellingen herstellen (pagina 110)
Instellingen aanpassen
98
Nl