Namen van onderdelen en functies
• [USB B]: hiermee gebruikt u een muziekstuk dat naar een deck is geladen.
4 USB A, LINE, USB B-schakelaars
Hiermee selecteert u de ingangsbron van elk kanaal voor de componenten die
op dit apparaat zijn aangesloten.
• [USB A]: hiermee gebruikt u een muziekstuk dat naar een deck is geladen.
• [LINE]: hiermee gebruikt u een uitgangsapparaat op lijnniveau (dj-speler
enz.) dat is aangesloten op de [LINE]-ingangen.
Meer lezen: Externe ingangen gebruiken (pagina 94)
• [USB B]: hiermee gebruikt u een muziekstuk dat naar een deck is geladen.
5 MASTER LEVEL-regelaar
Hiermee regelt u het volume van het geluid van de masteruitgang.
6 CLIP-indicator
Knippert als het uitgangsniveau te hoog is.
• Knippert traag: net voordat het geluid wordt vervormd.
• Knippert snel: het geluid is vervormd.
7 Hoofdniveau-indicator
Geeft het volume van het geluid van de masteruitgang aan.
8 BOOTH LEVEL-regelaar
Hiermee regelt u het volume van het geluid van de [BOOTH]-uitgang.
9 MASTER CUE-knop
Hiermee speelt u het mastergeluid af via uw hoofdtelefoon.
a BEAT FX-scherm
Toont de naam van het effect, de BPM, de parameter van het effect enz.
b BEAT , knoppen
Druk op:
Hiermee verhoogt of verlaagt u de tijd van het effect.
30
Nl