U moet de gaten indien mogelijk door zowel de montageblokjes van de behuizing als de voetstukken
van de grondplaat heen boren. De metaalspanen die door het (uit)boren worden geproduceerd
kunnen dan gemakkelijker worden opgeruimd.
Opmerking: Als er watergekoelde voetstukken zijn geleverd, mag het grondplaatvoetstuk niet
worden doorboord. Anders kan er lekkage van koelwater optreden.
2.
Verwijder alle bramen en metaalspanen uit de gaten.
3.
Ruim de gaten met een nummer 7 tapse deuvelruimer om te zorgen dat de tapse deuvels er goed in
passen.
Steek de deuvels in de gaten tot een diepte waarbij alleen het schroedraaddeel zichbaar, ten teken dat
de deuvel goed is geplaatst.
4.
Sla de tapse deuvels goed in de gaten met een hardhouten blok of zachte hamer.
Opmerking: Verwijder altijd de deuvels voordat u de behuizing verwijdert. Wanneer u dat niet doet,
kan de behuizing beschadigd raken.
Model 3700, API 610 10e editie / ISO 13709 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
In bedrijf stellen, opstarten, bedienen en uitschakelen (vervolg)
51