In bedrijf stellen, opstarten, bedienen en uitschakelen (vervolg)
Andere typen mechanische afdichtingen
Raadpleeg voor de installatie en instelling van andere typen mechanische afdichtingen de instructies van de
fabrikant.
Aansluiting van vloeistofafdichting voor mechanische afdichtingen
Smering van de afdichting is vereist
Tussen de afdichtingsvlakken moet zich vloeistoffilm bevinden voor goede smering. Bepaal de locatie van
de kranen aan de hand van de afbeeldingen die bij de afdichting worden geleverd.
Afdichting doorspoelmethodes
U kunt de volgende methoden gebruiken om de afdichting door te spoelen of te koelen.
Methode
Productdoorspoeling Leg de leiding zo dat de pomp de verpompte vloeistof van de behuizing wegduwt
Externe doorspoeling Leg de leiding zo dat de pomp een schone, koele, compatibele vloeistof
Overig
Pomp vullen
Pomp vullen met aanzuigtoevoer boven de pomp
1.
Draai de aanzuigisolatieklep langzaam open.
2.
Open de luchtgaten op de aanzuig- en afvoerleidingen totdat de verpompte vloeistof uitstroomt.
3.
Sluit de luchtgaten.
1.
Afvoerisolatieklep
2.
Keerklep
3.
Aanzuigisolatieklep
Pomp vullen met aanzuigtoevoer onder de pomp
Gebruik een bodemklep en een externe vloeistofbron om de pomp te vullen. De vloeistof kan afkomstig
zijn van een van de volgende bronnen:
• Een vulpomp
• Een afvoerleiding onder druk
• Een andere externe toevoer
1.
Draai de afvoerisolatieklep dicht.
2.
Open de ontluchtingskleppen in de behuizing.
46
Beschrijving
en in het afdichtingsdrukstuk spuit. Een externe warmtewisselaar koelt indien
nodig de verpompte vloeistof voordat deze in het afdichtingsdrukstuk komt.
rechtstreeks in het afdichtingsdrukstuk spuit. De spoelvloeistofdruk moet 0,35 tot
2
1,01 kg/cm
inspuitsnelheid moet 0,5 tot 2 gpm (2 tot 8 lpm) zijn.
U kunt andere methoden toepassen waarbij meerdere drukstuk- of
afdichtingskameraansluitingen worden gebruikt. Raadpleeg de referentietekening
van de mechanische afdichting en de leidingschema's.
1
2
3
Model 3700, API 610 10e editie / ISO 13709 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
(5–15 psi) groter zijn dan de afdichtingskamerdruk. De