●
●
2.
Als de streepvorming niet wordt veroorzaakt door aeroworms, gaat u verder met de volgende procedure:
a.
Horizontale strepen
i.
ii.
iii.
b.
Verticale strepen
i.
NLWW
Controleer de positie van de wagenbalk
Controleer de aerosolfilters
Strepen in alle kleuren:
Controleer de compensatie van de substraatdoorvoer en kalibreer zo nodig. (menu Printer
▲
> Advance calibration (Doorvoer kalibreren)...)
Streepvorming in één of meer kleuren op de bovenste rij:
a.
Voer een controle- en reinigingsroutine uit, druk de printkopstatusplot af en controleer het
aantal verstopte spuitmondjes.
b.
Als het aantal verstopte spuitmondjes in een printkop grofweg meer dan 300 is, voert u
een grondige reinigingsroutine uit, waarbij u de getroffen kleuren selecteert.
c.
Nadat u de reinigingsroutines hebt uitgevoerd, drukt u de printkopstatusplot en de plot
voor probleemoplossing met de afbeeldingskwaliteit opnieuw af en controleert u de
huidige status van de printkoppen (er zouden minder verstopte spuitmondjes moeten zijn)
en van de streepvorming. Als nog steeds streepvorming zichtbaar is, verhoogt u het aantal
doorgangen.
d.
Als geen van de bovenstaande stappen werkt, vervangt u de printkop die streepvorming
veroorzaakt (die kop met de meeste verstopte spuitmondjes).
e.
Als het probleem zich blijft voordoen nadat u de printkop hebt vervangen, is er mogelijk
een probleem met de compatibiliteit van het substraat.
Streepvorming in één of meer kleuren op de onderste rij:
a.
Voer de printkopuitlijning uit en controleer nogmaals de gelijkmatigheid met behulp van de
plot voor probleemoplossing met de afbeeldingskwaliteit.
b.
Voer een controle en reiniging uit, druk de printkopstatusplot af en controleer het aantal
verstopte spuitmondjes. Als het aantal verstopte spuitmondjes in een printkop meer dan
300 is, voert u een grondige reinigingsroutine uit, waarbij u de getroffen kleuren selecteert.
c.
Controleer de compensatie van de substraatdoorvoer en kalibreer zo nodig.
d.
Wijzig het type masker en/of verhoog het aantal doorgangen.
e.
Verminder de inktdichtheid.
f.
Als het probleem zich blijft voordoen na de corrigerende handelingen, is er mogelijk een
probleem met de compatibiliteit van het substraat.
Brede strepen:
a.
Voer een printkopuitlijning uit.
b.
Controleer de positie van de wagenbalk.
c.
Verlaag de uithardingstemperatuur om vervorming te verminderen.
Controleplot voor afbeeldingskwaliteit 387