Download Print deze pagina

Advertenties

HP Latex 850-en 820
HP SCITEX LX850- en LX820-printers
Gebruikershandleiding

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor HP Latex 850

  • Pagina 1 HP Latex 850-en 820 HP SCITEX LX850- en LX820-printers Gebruikershandleiding...
  • Pagina 2 Verenigde Staten gedeponeerde gewijzigd. handelsmerken van Microsoft Corporation. De enige garanties voor HP-producten en - diensten worden vermeld in de specifieke garantieverklaring bij dergelijke producten en diensten. Niets in deze kennisgeving mag worden geïnterpreteerd als een aanvullende garantie.
  • Pagina 3 Het contrast van het voorpaneel wijzigen .................. 15 HP Internal Print Server starten ....................15 Een andere taal voor HP Internal Print Server selecteren .............. 15 Voorkeuren voor HP Internal Print Server instellen ............... 15 3 Werken met substraten ....................18 Overzicht ..........................
  • Pagina 4 Werken met de onderdelen van het inktsysteem ................. 76 Inktpatronen bestellen ......................81 Benodigdheden recyclen ......................82 5 Afdrukopties ........................83 Menu's in HP Internal Print Server .................... 83 Afdruktaken beheren ......................84 Indeling voor afdrukken ......................88 CallMe@HP ........................... 99 6 Accessoires ........................
  • Pagina 5 Volledige informatie over printerstatus ◦ Printermeldingen ◦ Kalibratie en aanpassing van de printer ◦ Beheer en installatie van voorinstellingen van substraten ◦ Upgrades van printerfirmware ◦ Toegang tot het online HP Printing Knowledge Center ◦ Basisfuncties van de printer NLWW...
  • Pagina 6 De basisonderdelen worden weergegeven op het volgende voor- en achteraanzicht van de printer. Vooraanzicht Inktpatronen Toegang tot printkoppen Voorpaneel Scherm en toetsenbord van HP Internal Print Server Voorpaneel voor toegang tot computer en printkopreinigingsrol Voorste afbuigingsrol Knoppen voor noodstop Alleen LX850: Spanningsrol...
  • Pagina 7 Achteraanzicht Aan/uit-schakelaars en -lampjes Aardlekschakelaars: ACB-1, ACB-2, ACB-3, RCB-1 Toegang tot printkoppen Knoppen voor noodstop Inktpatronen Substraatdrukgrepen Alleen LX850: As met dubbele rol, met differentieelkern (LX820 is een accessoire, onderdeelnummer Q6705A) Achterste afbuigingsrol Inktcollectorset (alleen LX850) Inktcollectorbus 8 inktcollectors met vervangbaar schuimrubber Basisonderdelen NLWW...
  • Pagina 8 Printerconfiguratie Hieronder vindt u een tabel met de configuratie van HP Scitex-printers. HP LX610-inkten * HP LX600-inkten ** Printerco- LX850 LX820 LX800 LX600 L65500 LX850 LX820 LX800 LX600 L65500 nfig. √ √ √ √ √ √ √ √ √ √...
  • Pagina 9 Het voorpaneel bestaat uit de volgende onderdelen: Aan/uit-toets - Hiermee zet u de printer aan of uit. Zie De printer in- en uitschakelen op pagina Aan/uit-lampje - Geeft aan of de printer aan of uit staat. Als het lampje niet brandt, is de printer uitgeschakeld.
  • Pagina 10 Printersoftware U hebt de volgende software nodig voor de printer: HP Internal Print Server wordt bij de printer geleverd en wordt uitgevoerd op een computer in de ● printer. Hiermee kunt u de volgende taken uitvoeren: Substraten laden en verwijderen ◦...
  • Pagina 11 Het apparaat moet uit veiligheidsoverwegingen worden vervangen. Neem contact op met HP Support om de aardlekschakelaar te verwijderen en te vervangen. Als de aardlekschakelaar wel uitvalt, werkt deze goed. Breng de printer weer terug in originele ●...
  • Pagina 12 Brandgevaar De droog- en uithardingsmodules van de printer werken bij hoge temperaturen. Neem contact op met uw Service Partner als de geïntegreerde aardlekschakelaar herhaaldelijk uitvalt. Let op het volgende om de kans op brand te voorkomen: Gebruik het netstroomvoltage dat op de naamplaat is vermeld. ●...
  • Pagina 13 Voor de inkt in uw printer worden geen oplosmiddelen gebruikt en de printer levert dan ook niet de problemen op die daarmee gepaard gaan. HP raadt u echter aan om handschoenen te dragen wanneer u werkt met onderdelen voor het inktsysteem.
  • Pagina 14 Label Beschrijving Gevaar van elektrische schokken. De printer heeft twee netvoedingen. De printer bevat geen onderdelen die door gebruikers kunnen worden onderhouden. Als de zekering moet worden vervangen, kunnen de onderdelen van de printer die nog onder stroom staan een gevaar opleveren. Het onderhoud dient te worden uitbesteed aan gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
  • Pagina 15 Noodstopknoppen Op verschillende plaatsen op de printer zijn vier noodstopknoppen geplaatst. In noodsituaties drukt u op een van deze noodstopknoppen om het afdrukken te stoppen. Er wordt een systeemfoutbericht op het voorpaneel weergegeven en de ventilatoren werken op maximumsnelheid. Laat alle noodstopknoppen los voordat u de printer opnieuw start.
  • Pagina 16 Basisconfiguratieopties De printer in- en uitschakelen De printer heeft twee stroomverbruikniveaus. Elektronica aan: de elektronische onderdelen die relatief weinig stroom verbruiken zijn ingeschakeld. ● Alles aan: alle onderdelen zijn ingeschakeld, inclusief de mechanische onderdelen en droogmodules ● die meer stroom verbruiken. Ga als volgt te werk om de printer in te schakelen: Zorg dat alle aardlekschakelaars omhoog staan (ACB1, ACB2, ACB3, RCB1).
  • Pagina 17 Handleiding voor onderhoud en probleemoplossing. Ga als volgt te werk om de printer en de HP Internal Print Server-computer uit te schakelen: Wacht totdat op het voorpaneel wordt aangegeven dat de printer gereed is.
  • Pagina 18 Ga als volgt te werk om de printer uit te schakelen, maar niet de HP Internal Print Server-computer: Wacht totdat op het voorpaneel wordt aangegeven dat de printer gereed is. Druk op de Aan/uit-toets op het voorpaneel en wacht totdat het voorpaneeldisplay zwart wordt. Dit duurt meestal een minuut.
  • Pagina 19 Een andere taal voor HP Internal Print Server selecteren Wanneer u HP Internal Print Server start, wordt de taal gebruikt die is ingesteld in het Configuratiescherm van Windows. Ga als volgt te werk om een andere taal in te stellen: Open het Configuratiescherm via het menu Start.
  • Pagina 20 ● Units (Maateenheden) voor lengte en temperatuur Remarks (Opmerkingen), toevoegen als voettekst aan het af te drukken bestand ● Font (Lettertype) van de voettekst ● Printer IP address (IP-adres van de printer) ● Actie als taak mislukt ● Actie als taak wordt onderbroken ●...
  • Pagina 21 Default (Standaard): de standaardmarges zijn ingesteld op 5,0 mm (0,02 inch). Een ◦ standaardwaarde voor de linkermarge kunt u instellen in het venster Job Properties (Taakeigenschappen). De bovenstaande velden moeten worden ingevuld door uw Service Partner. Voorkeuren voor HP Internal Print Server instellen NLWW...
  • Pagina 22 Werken met substraten Overzicht Toepassingen Voor elke afdruktoepassing is een geschikt substraattype beschikbaar. POP-toepassingen Banieren: kunnen vrij in de ruimte worden opgehangen, horizontaal of verticaal. Meestal van vinyl, ● maar ook stof is mogelijk. Met achtergrondverlichting: meestal toegepast in een lichtbak die overdag en ´s nachts ●...
  • Pagina 23 Andere toepassingen Lichtbakken op vliegvelden: continu van binnenuit verlicht. Formaat varieert van middelgrote ● tot zeer grote afbeeldingen. Gebruikt voor bewegwijzering en reclame. Bushokjes: van binnenuit verlichte lichtbak, zichtbaar bij dag en nacht. Wordt vaak verwisseld ● (bijvoorbeeld elke week). Straatnaamborden: verschillende materialen, van BlueBlack-papier voor billboards tot ●...
  • Pagina 24 HP Backlit Polyester Film Stof Polyester Fabric – 100%, 150%, 250% Vlaggen voor binnen, muurafbeeldingen, HP Heavy Textile Banner (gecertificeerd door Oeko-Tex) interieurdecoratie HP Light Textile Display Banner – 150%, 250% (gecertificeerd door Oeko-Tex) Hoofdstuk 3 Werken met substraten NLWW...
  • Pagina 25 HP PVC-free Wall Paper bedrukt met HP Latexinkten is GREENGUARD Children & Schools Certified. Zie http://www.greenguard.org/. HP PVC-free Wall Paper bedrukt met HP Latex-inkten voldoen aan de AgBB-criteria voor gezondheid gerelateerde evaluatie van VOS-uitstoot van bouwproducten voor binnen. Zie http://www.umweltbundesamt.de/produkte-e/bauprodukte/agbb.htm.
  • Pagina 26 ● de overige substraten. Zie Positie van de wagenbalk instellen op pagina Controleer of u de juiste voorinstelling voor het substraat gebruikt in HP Internal Print Server en het ● juiste ICC-profiel en andere instellingen in de RIP. HP-substraten zijn speciaal ontwikkeld voor de beste resultaten op uw printer. U kunt desgewenst de ●...
  • Pagina 27 Er zijn diverse recycleerbare substraten verkrijgbaar, zoals HP HDPE Reinforced Banner, HP Wrinkle- ● free Flag with liner, HP Heavy Textile Banner, HP Photo-realistic Poster Paper en HP DuPont™ Tyvek® Banner. Niet in alle regio's bestaan echter mogelijkheden voor recycling. Neem contact op met lokale recyclingbedrijven voor informatie over recycling van deze producten.
  • Pagina 28 Het substraat kan in veel verschillende configuraties voor de gewenste toepassing worden geladen. Voordat u het substraat laadt, gaat u naar HP Internal Print Server en selecteert u Substrate > Load/ Unload (Substraat > Laden/Verwijderen. Selecteer vervolgens de gewenste configuratie.
  • Pagina 29 De basisconfiguraties worden hieronder beschreven. Gebruik deze configuraties voor afdrukken met één of twee rollen, en voor poreuze en niet-poreuze substraten. Voor poreuze substraten is een inktcollectorset vereist: zie De inktcollectorset (alleen LX850) op pagina Rol-naar-rolconfiguratie wordt gebruikt als u een hele rol wilt bedrukken zonder te snijden, ●...
  • Pagina 30 De inktcollectorset (alleen LX850) op pagina Start de printer. Zie De printer in- en uitschakelen op pagina Ga naar HP Internal Print Server en selecteer Substrate > Load/Unload (Substraat > Laden/ Verwijderen) om het venster Printer Configuration (Printerconfiguratie) te openen. Hoofdstuk 3 Werken met substraten...
  • Pagina 31 39 voor meer informatie. Druk in HP Internal Print Server op de knop Load (Laden) om de substraatcontrole te starten en voer vervolgens het substraattype in het venster Loaded Substrate (Geladen substraat) in. Als de printer 's nachts was uitgeschakeld met geladen substraat, en is blootgesteld aan hoge of...
  • Pagina 32 De juiste positie wordt hieronder aangegeven, waarbij (1) de rand van het substraat aangeeft. Het substraat moet vrij kunnen bewegen en niet de uiteinden van de randhouder raken. Verkeerd geplaatste randhouders kunnen de printkoppen en de wagen beschadigen. VOORZICHTIG: Verwijderen en vervangen Wanneer de printer is afgeleverd, zijn de randhouders al op de printplaat geïnstalleerd en hoeven niet te worden verwijderd.
  • Pagina 33 Reinig indien nodig de plaat en droogplaten met een doek die is bevochtigd met een allesreiniger. Open de inktcollectorcontainer en controleer of de schuimblokken van de inktcollector droog zijn. Volg de aanwijzingen in HP Internal Print Server om de installatie te voltooien. Lees voor meer informatie de stappen hieronder.
  • Pagina 34 Als de wagenbalk helemaal omhoog is gekomen, gaat u achter de printer staan en controleert u de configuratie van de inktcollector. Verwijder de uitsparingen in de schuimblokken van de inktcollector zodat de gaten precies in de markeringen op de inktcollector passen. Plaats de eerste inktcollector aan de linkerkant.
  • Pagina 35 Beweeg geleidelijk aan naar rechts en plaats de andere inktcollectors. Verplaats de blauwe veerklem om de laatste inktcollector aan de rechterkant te plaatsen. Controleer of alle inktcollectors met elkaar zijn uitgelijnd en of er geen openingen tussen de collectors zijn. Controleer of er geen openingen tussen de schuimblokken zijn.
  • Pagina 36 Verwijderen). Zorg dat het selectievakje Ink collector (Inktcollector) in de laadconfiguratie is ingeschakeld. Laat de wagenbalk in de normale positie zakken. U moet wellicht de positie van de linkerrand en de substraatbreedte opgeven in HP Internal Print Server als de printer deze niet zelf detecteert. De set verwijderen U moet de inktcollectorset verwijderen als u wilt afdrukken op niet-poreuze substraten.
  • Pagina 37 Berg de inktcollectors op in de doos. Zet ze niet boven op elkaar omdat ze dan scheeftrekken. Voordat u de wagenbalk in de normale positie zet, gaat u naar HP Internal Print Server en selecteert u Substrate > Load/Unload (Substraat > Laden/Verwijderen). Schakel het selectievakje Ink collector (Inktcollector) in de laadconfiguratie uit.
  • Pagina 38 Alle andere substraten Als u een droogplaat in de hellende positie wilt laten zakken, moet u aan de zwarte knoppen onder de plaat trekken. Als een bepaald substraat niet voldoende droogt wanneer de droogplaten in de stand omlaag TIP: staan, kunt u proberen om deze in de horizontale positie te zetten. Een rol op de as plaatsen Afdrukken met een enkele rol en dubbelzijdig afdrukken De as heeft een pneumatische connector aan de ene kant en een drijfwerk aan de andere kant.
  • Pagina 39 Let op de positie van het uiteinde van de rol op de schaalverdeling die te vinden is op het aangedreven uiteinde van de as. De positie mag niet minder zijn dan 3,2 cm (1,25 inch) op die schaal, omdat het substraat anders buiten de afdrukzone valt en tegen de printerkleppen loopt. De invoer- en uitvoerassen moeten op identieke wijze op de respectievelijke assen worden geplaatst.
  • Pagina 40 De assen met dubbele rol laden Plaats de assen in de assteunen en zorg dat de differentieelkernen op de invoer- en uitvoerassen met elkaar zijn uitgelijnd. Als de beide differentieelkernen in de juiste positie zitten, gebruikt u inbussleutel 4 om de schroeven aan te draaien en vast te zetten.
  • Pagina 41 Draai het binnenste deel van elke kern los en verwijder deze. Plaats de eerste rol op de as. Plaats de kern opnieuw en zet deze vast met de inbussleutel. Plaats de tweede rol op de as. Plaats de kern opnieuw en zet deze vast met de inbussleutel. Een rol op de as plaatsen NLWW...
  • Pagina 42 Zorg dat het uiteinde van de rol aan de rechterkant zich binnen de maximaal toegestane afstand bevindt van het rechteruiteinde van de as. Deze moet zich tussen het drijfwerk en de stippellijn bevinden. Controleer of de rolkern precies op de differentieelkern zit. Controleer of de rolkern precies op de differentieelkern zit.
  • Pagina 43 Een rol in de printer plaatsen Bij het laden van het substraat is het de bedoeling om een gelijkmatige druk langs de breedte en over het hele substraatpad te krijgen, zodat het risico op scheeftrekken, kreuken en het telescoopeffect minimaal is.
  • Pagina 44 Als u alleen bent, tilt u eerst het ene uiteinde van het substraat in de printer en daarna het andere uiteinde. Ga naar de HP Internal Print Server en selecteer Substrate > Load/Unload (Substraat > Laden/ verwijderen). Selecteer vervolgens de gewenste printerconfiguratie.
  • Pagina 45 Open de vergrendeling aan beide kanten van de as (als deze gesloten waren) en druk de rol op de as in de printer. Zet de vergrendelingen weer vast om de as op zijn plaats te houden. Als u vergrendeling aan de achterkant niet kunt vastzetten, probeert u de as naar de zijplaat TIP: te schuiven om te controleren of de eindflens niet op de lagers rust.
  • Pagina 46 Als u voor de printer staat en merkt dat u te weinig substraat hebt afgerold, selecteert u Start main roller motion (Hoofdrol starten) in het voorpaneel om meer substraat af te rollen. Het substraat wordt afgerold als u eraan trekt. Als u vinylsubstraat laadt op een LX850-printer, wordt aanbevolen de uitvoerafbuigingsrol van de inktcollectorset te gebruiken om kreuken te voorkomen.
  • Pagina 47 Randhouders van substraat op pagina Ga naar HP Internal Print Server en druk op de knop Load (Laden). Beide rollen worden gedraaid om de diameters te controleren. De printer controleert ook de breedte van de rol, de draairichting, het vacuüm en de kalibratie van het substraatdoorvoermechanisme (dit duurt 1- 2 minuten).
  • Pagina 48 Kies in de lijst met substraattypen van HP Internal Print Server het type dat u hebt geladen. De inhoud van het venster Loaded Substrate (geladen substraat) wordt automatisch bijgewerkt wanneer het substraat is geladen en gecontroleerd. Als de printer de randen van het substraat echter...
  • Pagina 49 Zie Een rol op de as plaatsen op pagina Ga naar de HP Internal Print Server en selecteer Substrate > Load/Unload (Substraat > Laden/ verwijderen). Selecteer vervolgens de gewenste printerconfiguratie. Verwijder de substraatrandhouders van de afdrukplaat of schuif ze opzij, zodat ze niet in de weg zitten bij het laden van het substraat.
  • Pagina 50 Als de twee rollen ongelijk van lengte zijn, moet de langste rol aan de rechterkant zitten, gezien vanaf de voorkant van de printer, of aan de linkerkant gezien vanaf de achterkant. Plaats de uiteinden van de as op de daarvoor bestemde platforms aan de achterkant van de printer. De kunststof kussentjes absorberen de schokken.
  • Pagina 51 Leid de voorranden van beide rollen door de printer naar de uitvoeras. U wordt aangeraden deze handeling uit te voeren met twee personen (één per rol). TIP: Als u voor de printer staat en merkt dat u te weinig substraat hebt afgerold, selecteert u Start main roller motion (Hoofdrol starten) in het menu Substrate (Substraat) op het voorpaneel om meer substraat af te rollen.
  • Pagina 52 Ga naar HP Internal Print Server en druk op de knop Load (Laden). De rollen worden gedraaid om de diameters te controleren. De printer controleert ook de breedte van de rol, de draairichting, het vacuüm en de kalibratie van het substraatdoorvoermechanisme (dit duurt 1-2 minuten).
  • Pagina 53 Kies in de lijst met substraattypen van HP Internal Print Server het type dat u hebt geladen. De inhoud van het venster Loaded Substrate (geladen substraat) wordt automatisch bijgewerkt wanneer het substraat is geladen en gecontroleerd. Als de printer de randen van het substraat echter...
  • Pagina 54 Als u alleen bent, tilt u eerst het ene uiteinde van het substraat in de printer en daarna het andere uiteinde. Ga naar de HP Internal Print Server en selecteer Substrate > Load/Unload (Substraat > Laden/ verwijderen). Selecteer vervolgens de gewenste printerconfiguratie.
  • Pagina 55 Open de vergrendeling aan beide kanten van de as (als deze gesloten waren) en druk de rol op de as in de printer. Zet de vergrendelingen weer vast om de as op zijn plaats te houden. Als u vergrendeling aan de achterkant niet kunt vastzetten, probeert u de as naar de zijplaat TIP: te schuiven om te controleren of de eindflens niet op de lagers rust.
  • Pagina 56 Leid de voorrand van het substraat door de printer, via de hoofdrol en de voorste rol naar de spanningsrol. Als u voor de printer staat en merkt dat u te weinig substraat hebt afgerold, selecteert u Start main roller motion (Hoofdrol starten) om meer substraat af te rollen. Het substraat wordt afgerold als u eraan trekt.
  • Pagina 57 Achter Voor Als de substraatrand goed is geplaatst en het substraat gelijkmatig gespannen is, brengt u de hendel van de spanningsrol omlaag. Ga naar het voorpaneel en selecteer Carriage beam position > Move to printing (normal) (Positie wagenbalk > Verplaatsen naar afdrukpositie (normaal)) om de wagenbalk te laten zakken naar de normale positie, dichtbij het substraat.
  • Pagina 58 Randhouders van substraat op pagina Ga naar HP Internal Print Server en druk op de knop Load (Laden). De invoerrol wordt gedraaid om de diameter te controleren. De printer controleert ook de breedte van de rol, de draairichting, het vacuüm en de kalibratie van het substraatdoorvoermechanisme (dit duurt 1-2 minuten).
  • Pagina 59 Deze configuratie lijkt op de rol-naar-vrijevalconfiguratie, maar met gebruik van een collectierol en een lusvormer. De volgende afbeelding laat een configuratie met een rol poreus substraat zien waarvoor de inktcollectorset is geïnstalleerd. Laad of verwijder de collector niet tijdens het afdrukken. TIP: Voordat u het substraat laadt, selecteert u een lusvormer van de goede lengte die even breed is als het substraat.
  • Pagina 60 OPMERKING: voet of een ander voorwerp onder de collector aan de rechterkant. Ga naar HP Internal Print Server en druk op de knop Enable collector (Collector inschakelen). Selecteer de draairichting: Outwards (Naar buiten draaien) is de aanbevolen richting omdat u een uitvoerrol met een diameter tot 230 mm (9 inch) kunt gebruiken.
  • Pagina 61 De draairichting kan tijdens het afdrukken niet meer worden gewijzigd: de OPMERKING: collector moet eerst worden uitgeschakeld en vervolgens weer ingeschakeld. Een rol plaatsen met de substraatlader Met de substraatlader kunt u het substraat sneller in de printer laden omdat de wagenbalk niet omhoog gebracht hoeft te worden.
  • Pagina 62 Duw de tab van de substraatlader in het substraatpad en blijf duwen totdat de tab aan de andere kant tevoorschijn komt. U kunt meer substraat doorvoeren met de toets Move substrate (Substraat doorvoeren) of door handmatig aan de invoeras te draaien. Trek de tab van de substraatlader door het substraatpad.
  • Pagina 63 U kunt de substraatlader onder de printer bewaren. Dubbelzijdig afdrukken Als u de optie voor dubbelzijdig afdrukken selecteert, kunt u tijdens het laden de aanwijzingen voor dubbelzijdig afdrukken volgen. De rol-naar-rolconfiguratie wordt aanbevolen voor dubbelzijdig afdrukken. U kunt niet dubbelzijdig afdrukken als de as met dubbele rol of de inktcollectorset wordt gebruikt.
  • Pagina 64 Voordat u het substraat verwijdert, klikt u op de knop Load/Unload (Laden/Verwijderen) in de IPS, selecteert u How to unload side A (Hoe zijde A verwijderen) en volgt u de instructies op het scherm. Afdruktaken moeten zijn gedefinieerd voor dubbelzijdig afdrukken, zijde A en OPMERKING: zijde B, deze informatie is tijdens het afdrukken beschikbaar in Print Properties (Afdrukeigenschappen).
  • Pagina 65 Verzamel het substraat op de uitvoeras. Controleer of het substraat goed op de as wordt gerold om een telescoopeffect te voorkomen. Verwijder de invoeras. Verwijder de uitvoeras (1), breng deze in dezelfde stand naar de invoerzijde (2) en plaats de as in de invoerpositie (3).
  • Pagina 66 Zijde B: laden en afdrukken De rol plaatsen in rol-naar-rolconfiguratie Een rol plaatsen (rol-naar-rolconfiguratie) op pagina Standaard wordt de linkerrand van het substraat gedetecteerd om bij dubbelzijdig OPMERKING: afdrukken registratiefouten langs de scanas te verminderen. Als u afdrukt op doorschijnend substraat of substraattypen met onregelmatige randen, kunt u deze optie uitschakelen door te klikken op Substrate Edge Detection (Substraatrand detecteren).
  • Pagina 67 Verwijder de rol (zie de procedure hierna). Een rol verwijderen Ga naar HP Internal Print Server en selecteer Substrate > Load/Unload > Unload (Substraat > Laden/Verwijderen > Verwijderen). Til de substraatdrukgrepen aan de achterkant van de printer omhoog.
  • Pagina 68 Met de beschikbare Media Finder-toepassing kunt u de beschikbaarheid van substraten controleren. Als u de voorinstelling van een gedownload nieuw substraat wilt installeren, gaat u naar HP Internal Print Server en selecteert u Substrate > Presets management (Substraat > Beheer voorinstellingen).
  • Pagina 69 U kunt alleen de voorinstellingen wijzigen die u zelf hebt gemaakt. De meegeleverde OPMERKING: voorinstellingen van HP kunnen niet worden gewijzigd. Voordat u een nieuwe voorinstelling maakt, is het handig wat u iets meer weet over hoe de printer werkt.
  • Pagina 70 Als u een nieuwe voorinstelling maakt, kopieert u een bestaande voorinstelling, geeft u deze een nieuwe naam en brengt u de gewenste wijzigingen aan. Selecteer Substrate > Create (Substraat > Maken) in HP Internal Print Server. Hoofdstuk 3 Werken met substraten...
  • Pagina 71 Geef het substraat de gewenste naam. Gebruik de naam van de fabrikant om verwarring te voorkomen. TIP: Als u meerdere inktdichtheden voor dit substraat wilt gebruiken, of meerdere TIP: printdoorgangen, kunt u de inktdichtheid en/of het aantal doorgangen in de naam verwerken. Selecteer het bovenliggende substraat.
  • Pagina 72 van het bovenliggende substraat overgenomen. Klik op Finish (Voltooien) als u nu geen instellingen voor het substraat wilt wijzigen. Bedenk hoe u het nieuwe substraat gaat gebruiken. Als u een hoge afdrukkwaliteit wilt, moet u meer doorgangen plannen. Als u snel wilt afdrukken, hebt u minder doorgangen nodig. Maak een lijst met de afdrukmodi die u waarschijnlijk gaat gebruiken.
  • Pagina 73 Wacht vijf minuten nadat het laatste deel van de testafdruk uit de printer is gekomen. Beoordeel de testafdruk in het uitvoergebied: Veeg met een vinger over de vierkantjes bovenaan. De inkt moet droog zijn en stevig verbonden ● met het substraat. Zoek naar coalescentieproblemen in het midden van de testafdruk (zie de Handleiding voor ●...
  • Pagina 74 Als u bericht krijgt dat de substraatdoorvoer voor het huidige substraat niet automatisch kan worden gedetecteerd, selecteert u Substrate > Settings (Substraat > Instellingen) en stelt u de optie Automatic tracking (OMAS) (Automatisch volgen) in op Off (Uit). Pas de substraatdoorvoer handmatig aan (zie de Handleiding voor onderhoud en probleemoplossing).
  • Pagina 75 Verhoog de droog- en uithardingstemperatuur, tenzij u deze waarde in een vorige stap hebt verlaagd. Gebruik de volgende tabel als richtlijn. Uitharden (°C) Drogen (°C) Verlaag de waarde voor luchtstroom in stappen van 20%. Als de randen van het substraat nog niet volledig zijn uitgehard, schakelt u de uithardingsventilatoren uit met de schakelaar aan de kant van de ventilatoren.
  • Pagina 76 Als de uithardingsventilatoren zijn uitgeschakeld met de schakelaar aan de zijkant, schakelt u deze weer in. Als de luchtstroom nog niet is ingesteld op 100%, verhoogt u de luchtstroom in stappen van 20% en controleert u de uithardstatus na elke stap. Verhoog de droogtemperatuur in stappen van 5 graden, tenzij u deze waarde in een vorige stap hebt verlaagd.
  • Pagina 77 ICC-profielen staan op de RIP-computer. Raadpleeg uw RIP-documentatie voor informatie over het exporteren van ICC-profielen. Als u de voorinstelling voor uw substraat wilt exporteren, gaat u naar HP Internal Print Server en voert u de volgende stappen uit: Selecteer Substrate preset management (Voorinstellingen substraat beheren).
  • Pagina 78 OPMERKING: Voorinstelling substraat verwijderen Als u een voorinstelling wilt verwijderen, gaat u via uw printer naar HP Internal Print Server en selecteert u Substrate > Remove (Substraat > Verwijderen). Selecteer vervolgens de categorie en het type substraat dat u wilt verwijderen in een lijst met substraten die kunnen worden verwijderd.
  • Pagina 79 107). Voorkom contact met de pennen, geleiders en het circuit. Elke inktpatroon bevat 3 liter HP-latexinkt waarvoor geen speciale ventilatie nodig is en die geen chemisch afval produceert. De inktpatroon bestaat uit een zak in een recycleerbare kartonnen doos. Printkoppen De inkt uit de inktpatronen wordt via de printkoppen op het substraat afgezet.
  • Pagina 80 Inktpatronen die leeg of over datum zijn, moeten worden verwijderd en vervangen. Als een inktpatroon leeg is, ontvangt u een bericht in HP Internal Print Server en gaat een oranje lampje naast de betreffende inktpatroon knipperen. U kunt een inktpatroon ook verwijderen als deze te weinig inkt bevat en u lange tijd ononderbroken wilt afdrukken.
  • Pagina 81 Koppel de inktpatronen los door de tabjes aan elke kant van de patroon in te drukken en rustig naar u toe te trekken. Verwijder de lege inktpatroon uit de printer. Als patroon niet leeg lijkt, raadpleegt u de Handleiding voor onderhoud en probleemoplossing. Houd rekening met gemorste inkt, dit kan 2% tot 5% van de oorspronkelijke inhoud bedragen.
  • Pagina 82 10 seconden nog niet brandt, moet u de patroon opnieuw aansluiten. Als de patroon over datum of van het verkeerde type is, gaat het rode lampje branden. Ga naar HP Internal Print Server of het voorpaneel voor meer informatie en voor de juiste oplossing.
  • Pagina 83 Verwijder ook deze printkop voorzichtig. Verwijder de printkop uit de printer. De verpakking van de nieuwe printkop kunt u gebruiken om de oude printkop af te voeren of voor het geval een printkop moet worden geretourneerd aan HP. Een printkop plaatsen Controleer of de nieuwe printkop de juiste kleuren heeft.
  • Pagina 84 Schud de printkop volgens de instructies op de verpakking. Verwijder de verpakking en de beschermkapjes. U kunt de beschermkapjes bewaren voor als u een printkop tijdelijk uit de printer wilt TIP: verwijderen. Duw de nieuwe printkop op zijn plaats in de printer en duw de hendel omlaag. Plaats de printkop langzaam en verticaal, recht omlaag.
  • Pagina 85 Groen lampje knippert langzaam: inktpatroon wordt gebruikt, niet aanraken. Oranje lampje knippert: inktpatroon is leeg. ● Rood lampje brandt: er is een probleem. Ga voor meer informatie naar HP Internal Print Server. ● Alle lampjes uit: geen inktpatroon, de inktpatroon is niet aangesloten of onbekend probleem.
  • Pagina 86 HP LX610 3-liter Magenta Latex Scitex Ink Cartridge CN671A HP LX610 3-liter Yellow Latex Scitex Ink Cartridge CN672A HP LX610 3-liter Light Cyan Latex Scitex Ink Cartridge CN674A HP LX610 3-liter Light Magenta Latex Scitex Ink Cartridge CN675A Tabel 4-2...
  • Pagina 87 Afdrukopties Menu's in HP Internal Print Server HP Internal Print Server heeft de volgende menu's. Het menu File (Bestand) Het menu Information Het menu Printer (Informatie) ● Add New Job (Nieuwe taak ● Printing adjustments toevoegen) Alerts (Meldingen) (Printerafstellingen) ●...
  • Pagina 88 Minimaal één TIFF-bestand met hoge resolutie met de af te drukken afbeelding ● De uitvoermap moet de gedeelde map zijn op de HP Internal Print Server-computer, die tijdens de installatie van de printer is gemaakt. HP Internal Print Server kan niet rechtstreeks bestanden ophalen uit het netwerk omdat de toegang niet snel genoeg is.
  • Pagina 89 Het veld Job Notes (Opmerkingen) kan worden gebruikt voor het eventueel toevoegen van tekst aan de annotaties onderaan. Klik op Save (Opslaan) om de taak voor verdere verwerking op te slaan in HP Internal Print Server. Afdruktaken beheren NLWW...
  • Pagina 90 (Bezig met roteren). Nadat het roteren is voltooid, kan de taak worden afgedrukt. Afdrukwachtrij beheren In het hoofdvenster van HP Internal Print Server vindt u een overzicht van de afdruktaken en diverse pictogrammen waarmee u de wachtrij kunt beheren. Hoofdstuk 5 Afdrukopties...
  • Pagina 91 Boven de afdrukwachtrij worden de volgende pictogrammen weergegeven: Add New Job (Nieuwe taak toevoegen) : zie Een taak uit de RIP toevoegen op pagina ● Add Existing Job (Bestaande taak toevoegen) : een taak terugsturen naar de wachtrij die al is ●...
  • Pagina 92 (Bestaande taak toevoegen). Indeling voor afdrukken Als u een taak importeert in HP Internal Print Server of als u met de rechtermuisknop op de wachtrij in HP Internal Print Server klikt, wordt het venster Job Properties (Taakeigenschappen) weergegeven. Dit venster bevat een lijst met methoden waaruit u kunt kiezen: ●...
  • Pagina 93 venster Advanced Nesting Arrangement (Indeling geavanceerd nesten) om de indeling handmatig te wijzigen. Zie Nesten op pagina voor elke indeling kunt u zelf een linkermarge opgeven die leeg blijft, of u kunt opgeven dat uw taken gecentreerd op het substraat worden afgedrukt, zodat er aan beide kanten evenveel witruimte overblijft. Alle indelingen kunnen ook bij afdrukken op twee rollen worden gebruikt.
  • Pagina 94 Hiermee wordt uw afbeelding automatisch in delen opgedeeld en deze delen worden afzonderlijk afgedrukt. U kunt op nog twee manieren de grootte van deze delen instellen: Selecteer de breedte en hoogte van elk deel. Het aantal delen wordt vervolgens automatisch ●...
  • Pagina 95 De gewenste afbeeldingen selecteren Selecteer Create a double-sided job (Dubbelzijdige afdruktaak maken) in HP Internal Print Server. Klik in het venster 'Add a double-sided job' (Dubbelzijdige afdruktaak toevoegen) op de knop Browse (Bladeren) en selecteer het bestand dat moet worden afgedrukt op zijde A (de eerste zijde die wordt bedrukt).
  • Pagina 96 Selecteer in het vervolgkeuzemenu de zijde waarvan u de eigenschappen wilt definiëren of weergeven. De zijde die u hier selecteert, is de zijde die wordt bedrukt. Als u zijde B wilt OPMERKING: bedrukken, selecteert u B. Voor zijde A kunt u de volgende eigenschappen definiëren: ●...
  • Pagina 97 Centreren van de afbeeldingen kan eventuele registratiefouten OPMERKING: voorkomen. Voor zijde B kunt u de volgende eigenschappen definiëren, en alle bovenstaande ● eigenschappen bekijken: Rows to Register (Te registreren rijen): hiermee bepaalt u welke lijnen voor ◦ afbeeldingsregistratie in de printer worden gescand. Als u waarde 1 (de standaardwaarde) selecteert, stopt de printer met afdrukken en wordt elke lijn voor afbeeldingsregistratie gescand.
  • Pagina 98 Klik op de knop Layout (Indeling) als u wilt bekijken hoe elke zijde wordt bedrukt. Klik op de knop Preview both (Voorbeeld van beide) om een voorbeeld van de afbeeldingen op zijde A en zijde B weer te geven. Gebruik deze simulatieweergave om de stand van de afbeeldingen ten opzichte van elkaar te controleren.
  • Pagina 99 Het aantal exemplaren wordt automatisch gedistribueerd volgens de parameters die zijn opgegeven in stap Dubbelzijdige afdruktaak definiëren op pagina 91 (aantal rijen, kolom, gecentreerd) . Na elke rij afbeeldingen wordt automatisch een zwarte lijn voor afbeeldingsregistratie ● afgedrukt (a). Deze registratielijn wordt gebruikt om bij het afdrukken op zijde B de rijen op zijde B te plaatsen en het aantal registratiefouten te minimaliseren.
  • Pagina 100 Controleer of de doorvoersensor schoon is. Zie het hoofdstuk over het schoonmaken van de doorvoersensor in de Handleiding voor onderhoud en probleemoplossing. Laad zijde B. Zie Zijde B: laden en afdrukken op pagina 62 Selecteer Substrate Edge Detection (Substraatrand detecteren) als u OPMERKING: nauwkeurig wilt afdrukken.
  • Pagina 101 Het naast elkaar op het substraat afdrukken van taken heeft als voordeel dat u sneller kunt afdrukken TIP: en minder substraat verbruikt. De optie Nesting (Nesten) kunt u selecteren in HP Internal Print Server vanuit de vensters Choose Image File (Afbeeldingsbestand selecteren) of Job Properties (Taakeigenschappen). Het venster Choose Image File (Afbeeldingsbestand selecteren)
  • Pagina 102 Geneste taken moeten met hetzelfde aantal doorgangen worden afgedrukt. Het gebruikte aantal doorgangen wordt daarom overgenomen van de eerste taak. Als u in dit gedeelte klikt op de knop Arrange (Rangschikken), wordt het venster Advanced Nesting Arrangement (Indeling geavanceerd nesten) weergegeven. Als u de functie voor geavanceerd nesten gebruikt, wordt het aantal doorgangen voor alle taken overgenomen van de taak waarvoor het hoogste aantal doorgangen is opgegeven.
  • Pagina 103 Klik op de knop Reset (Standaardwaarden) om terug te gaan naar de standaardindeling. Als u tevreden bent over de indeling, klikt u op OK. CallMe@HP Met deze optie kunt u bij HP vragen om externe ondersteuning. Neem contact op met uw HP-partner voor meer informatie. CallMe@HP...
  • Pagina 104 Neem contact op met uw Service Partner (zie de Handleiding voor onderhoud en ● probleemoplossing) of ga naar uw wederverkoper. In sommige landen kunnen klanten gebruikmaken van HP Direct. ● U kunt de volgende accessoires bestellen voor uw printer. Naam...
  • Pagina 105 Printerspecificaties Functionele specificaties Tabel 7-1 Inktbenodigdheden Printkoppen Cyaan en zwart, lichtmagenta en lichtcyaan, geel en magenta Inktpatronen Inktpatronen met 3 liter inkt: cyaan, magenta, geel, zwart, lichtcyaan, lichtmagenta Tabel 7-2 Substraatafmetingen Minimaal Maximaal Rolbreedte 914 mm (36 inch) 3,20 m (126 inch) Breedte dubbele rol 914 mm (36 inch) 2 ×...
  • Pagina 106 Tabel 7-3 Basismodi: Afdrukresolutie en -snelheid (vervolg) Afdruksnelheid (m²/u) 2642 mm 3200 mm Resolutie (ppi) (104 inch) (126 inch) Maximale inktdichth Doorgan Rendering Afdrukken BIDI BIDI Afdrukkwaliteit 150% High quality plus 600 × 600 600 × 1200 – – (Lichtbakken Production plus 600 ×...
  • Pagina 107 1,80 m (71,18 inch) Hoogte 1,65 m (65,08 inch) 2,03 m (80,08 inch) Geheugenspecificaties Tabel 7-6 Geheugenspecificaties voor de HP Internal Print Server-computer Geheugen (DRAM), standaard 4 GB Vaste schijf 160 GB Voedingsspecificaties De onderdelen voor drogen en uitharden worden van stroom voorzien via een driefasige lijn waarvoor een eenheid voor stroomdistributie voor een gebouw is vereist.
  • Pagina 108 De elektronische regelcomponenten en de HP Internal Print Server worden van stroom voorzien via een enkelfasige lijn die kan worden gebruikt met een ononderbroken stroomvoorziening (UPS). U wordt dringend geadviseerd gebruik te maken van een UPS. Tabel 7-8 Specificaties voor de enkelfasige lijn van de printer...
  • Pagina 109 9,84 mm (0,25 inch) vrouwelijke connector, BSP- of NPT-draad ● PTFEtape voor het een goede aansluiting en het voorkomen van luchtlekken ● Milieuspecificaties Voor de meest recente milieuspecificaties voor de printer gaat u naar http://www.hp.com/ en zoekt u op “ecological specifications”. Milieuspecificaties Tabel 7-12 Milieuspecificaties voor de printer...
  • Pagina 110 Stroomschema voor maken voorinstellingen 106 Bijlage A Stroomschema voor maken voorinstellingen NLWW...
  • Pagina 111 Woordenlijst Aerosolfilter De printkoppen produceren veel fijne inktdruppeltjes die voor het overgrote deel op het substraat terechtkomen. Een klein deel van deze druppels komt echter naast de printer terecht. Aan elke kant van de printkopwagen wordt dan ook een aerosolfilter geplaatst om deze druppels op te vangen. Een stang waarop tijdens het afdrukken een rol substraat rust.
  • Pagina 112 Een manier om de maximumhoeveelheid te bepalen van elke inktkleur die op een bepaald substraat kan worden afgezet. Inktdichtheid De relatieve hoeveelheid inkt die per gebiedseenheid wordt afgezet op het substraat. Inktlimieten Een manier om de maximumhoeveelheid te bepalen van alle inktkleuren die op een bepaald substraat kunnen worden afgezet.
  • Pagina 113 Dun, vlak materiaal waarop wordt afgedrukt. TCP/IP Transmission Control Protocol/Internet Protocol: de communicatieprotocollen waarop internet is gebaseerd. Uitharden Uitharden is nodig om het latex te laten samensmelten waardoor een polymere film ontstaat die werkt als beschermlaag. Tegelijkertijd worden de overblijvende co-solventen van de afdruk verwijderd. Uitharden is essentieel om de duurzaamheid van de afdruk te garanderen.
  • Pagina 114 64 geheugenspecificaties 103 printkop laden, op as 27 bestellen 82 laden in printer 27 informatie over 75 ondersteunde typen 20 HP Internal Print Server plaatsen 79 poreus 25 inleiding 6 specificatie 101 rol-naar-rol 39 starten 1 verwijderen 78...
  • Pagina 115 rol-naar-vrijeval met collector 54 substraatlader 39 tips 22 toepassingen 18 toevoegen 64 verwijderen 63 verwijderen, voorinstelling 74 voorinstelling bewerken 74 voorinstellingen 64 voorinstelling maken 64 substraat, randhouders 27 substraat verwijderen 63 taal 14 vaste schijf, specificatie 103 veiligheidslabels 9 veiligheidsmaatregelen 6 vereisten luchttoevoer 104 verwijderen, afdruktaak 88 voedingsspecificaties 103...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Latex 820Scitex lx850Scitex lx820