Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Indelingen Grijsschaal En Numeriek - Zeiss Humphrey 830 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Ga naar Inhoud
Foutpositieven (FP)
Foutpositieve fouten ontstaan wanneer een patiënt te snel reageert op een stimulus of reageert als
er geen stimulus is. In SITA-tests worden foutpositieven pas op het einde van de test berekend en
wordt een percentage van > 15% aangegeven door een dubbele X. Voor niet-SITA-tests wordt een
percentage van > 33% aangegeven. Een hoge score geeft aan dat de patiënt zich mogelijk veel te
druk maakt omdat hij of zij niet alle stimuli waarneemt. Patiënten die foutief reageren kunnen ook
abnormaal hoge drempelwaardenresultaten hebben.
Foutnegatieven (FN)
Een foutnegatieve wordt geregistreerd als de patiënt niet reageert wanneer een stimulus op een
bepaalde plaats veel helderder wordt herhaald dan de stimulus die hij of zij eerder had gezien.
Opmerking: Rapporten bevatten slechts één bericht met de prioriteit die aan een hoog
foutpositiefpercentage wordt gegeven, evenals een bericht waarin wordt aangegeven dat er
bovenmatig veel foutpositieven zijn. Als dat niet het geval is, wordt er een bericht over een lage
testbetrouwbaarheid weergegeven in rapporten van de SITA-test als het fixatieverlies > 20% is.
Voor niet-SITA-tests wordt hetzelfde bericht weergegeven als het aantal bij fixatieverlies > 20% is of
de foutnegatieven > 33% zijn.

De indelingen Grijsschaal en Numeriek

De grijsschaal-indeling toont de grootte en diepte van eventuele bestaande velddefecten. Elke
patroonvariatie komt overeen met een 5 dB-verandering in gevoeligheid. De vergelijkende schaal in
Tabel 6-2 toont de tien (10) grijsschaalpatronen en relateert deze aan decibels en apostilbs.
SYM
ASB
0,8–0,1 2,5–1
8–3,2
DB
41–50
36–40
31–35
Tabel 6-2 Grijsschaalsymbolen en numerieke equivalenten in apostilb (ASB) en decibel (dB).
Opmerking: De grijsschaal in SWAP-afdrukken ziet er vaak veel donkerder uit, omdat SWAP-tests
normaal gesproken lagere drempelgevoeligheidswaarden genereren dan wit-op-wit-tests.
De maximum (0 dB) stimulus in SWAP-tests is 6 foot-lambert, niet 10.000 apostilb.
Diagrammen totale afwijking
De numerieke waarden in het bovenste Diagram totale afwijking vertegenwoordigen het verschil in
decibel (dB) tussen de testresultaten van de patiënt en de voor leeftijd gecorrigeerde
normaalwaarden op elk geteste punt.
De onderste totale-afwijkingscurve (de probabiliteitscurve) zet de waarden van de bovenste curve
om in grijze symbolen die de markeerpunten aanduiden, die in vergelijking met de
referentielimieten onder de specifieke percentageniveaus vallen. Deze worden beschreven in de
legenda onder 'Probabiliteitssymbolen'. Bijvoorbeeld: een gevuld zwart vierkant duidt op een
puntlocatie met een waargenomen waarde die bij minder dan 0,5% van de personen in de
referentiedatabase voorkwam.
Gebruiksaanwijzing HFA3
Gegevens, tests en rapporten
25–10
79–32
251–
794–
100
316
26–30
21–25
16–20
11–15
2660021166138 Rev. A 2019-01
6-13
2512–
7943–
>
1000
3162
10000
6–10
1–5
< 0

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Humphrey 840Humphrey 850Humphrey 860

Inhoudsopgave