7-10
Verbinden met een netwerk
15.Selecteer Einde wanneer u alle instellingen hebt ingevoerd, om de printer aan de printerlijst
toe te voegen.
16. Markeer de printer in de printerlijst en selecteer Testpagina afdrukken om de printer te testen.
Opmerking: Elke printer in de lijst van printers kan als de standaardprinter worden ingesteld.
WAARSCHUWING: als het instrument extern is aangesloten op niet-medische
randapparatuur met wisselstroom (bijvoorbeeld printers, opslagapparatuur,
enzovoort) dient het volledige systeem te voldoen aan de systeemeisen in de
norm IEC 60601-1. Deze norm vereist het gebruik van een isolatietransformator
om de niet-medische randapparatuur van stroom te voorzien, indien de
apparatuur zich binnen 1,5 m van de patiënt bevindt. Als het randapparaat zich
buiten de omgeving (verder dan 1,5 m) van de patiënt bevindt en is aangesloten
op de HFA, dient een scheidingsapparaat te worden gebruikt of mag er geen
elektrische verbinding zijn tussen het niet-medische randapparaat en de HFA. De
Ethernet-poort van de HFA3 heeft de vereiste scheidingsafstand al geïntegreerd
in het HFA3-instrument, en kan daardoor rechtstreeks worden aangesloten op de
randapparaten die zich verder dan 1,5 meter bij de HFA3 vandaan bevinden.
Bekabelde printers
Als u direct verbinding wilt maken met een PostScript-printer wanneer een HFA3 in de modus voor
de lokale database staat:
1. Zorg ervoor dat de HFA3 niet is verbonden met een lokaal netwerk.
2. Sluit een geschikte kabel aan op de Ethernet-poort van het instrument (zie
Zijpaneel geopend', op pagina
3. Schakel de printer en de HFA3 in als dat nog niet het geval is (zorg ervoor dat beide apparaten
stroom krijgen) en meld u aan bij het instrument als Beheerder.
4. Selecteer Instellingen
> Netwerk en noteer het IP-adres van de HFA3. Het IP-adres zou
zich in het bereik 169.254.1.0 – 169.254.1.255 moeten bevinden als het instrument nog niet
eerder is verbonden met een netwerk.
5. U kunt de printer instellen op het instrument aan de hand van de stappen
'Draadloze printers', op pagina
Gedeelde netwerkprinters
Verbinding met een gedeelde netwerkprinter maken:
1. Controleer de IP-adressen van zowel de HFA3 als de printer, om er zeker van te zijn dat ze zich
op hetzelfde lokale netwerk bevinden.
2. Meld u aan bij het instrument als Beheerder.
3. U kunt de printer instellen op het instrument aan de hand van de stappen
printers', op pagina
7-8. Zorg ervoor dat u bij stap
selecteert.
Gebruiksaanwijzing HFA3
3-3) en op de printer (zie de instructies van de fabrikant).
7-8.
14.
Afdrukserver als de Printerverbinding
2660021166138 Rev. A 2019-01
Ga naar Inhoud
'De HFA3 –
12.- 16.
in
12.-16.
in
'Draadloze