4-18
Instellen en testen
Rastermenu
Het vervolgkeuzemenu Raster is beschikbaar bij Meridiaan, Point to Point en Statisch punt en biedt
verschillende instellingen voor rasterresolutie:
• 1°
• 10°
• 5°
• 15°
Opmerking:
Zie de functie
'Opmerking', op pagina
Punt verwijderen
Als u een testpunt wilt verwijderen, selecteert u het punt om het te markeren (het punt wordt groen)
en selecteert u Punt verwijderen.
Opmerking: Als twee testreacties tijdens een kinetische test overlappen, kunt u het eerste geteste
punt niet opnieuw testen of verwijderen.
Isopterlijnen
Isopterlijnen worden op het scherm getekend om drie of meer punten van hetzelfde stimulustype te
verbinden.
Modus Meridiaan
Volg wanneer de testmodus Meridiaan is geselecteerd, de volgende
stappen om een stimulus aan de patiënt te leveren:
1. Selecteer een stimulustype uit de legende met stimuli of kies een
Nieuwe stimulus.
2. Tik op het scherm of klik met de muis op een willekeurig punt op
het testpatroon. De waarden Meridiaan en Radius van het punt
worden boven het testpatroon weergegeven.
3. Houd de linkermuisknop ingedrukt of uw vinger op het scherm en
beweeg de muis of uw vinger naar een willekeurige locatie. De
waarden Meridiaan en Radius worden bijgewerkt boven het
testpatroon, en er wordt een vectorlijn met een pijl getekend vanaf
het punt naar het midden. Als de radius het maximum overschrijdt,
wordt het punt automatisch op de maximale positie geplaatst.
4. Til uw vinger op of laat de muisknop los om het punt te fixeren.
5. De stimulus begint onmiddellijk langs de lijn naar het midden
te bewegen.
6. Het punt langs de lijn waarop de patiënt reageert wordt door een
pictogram weergegeven.
Gebruiksaanwijzing HFA3
(
De standaardwaarde (5°) wordt vet weergegeven.)
4-4.
2660021166138 Rev. A 2019-01
Ga naar Inhoud