10-6
Stap
8. Controleer de voltooiing.
9. Controleer gemarkeerde bestaande
records.
Stap
Scenario 2: Gegevenssynchronisatie instellen op AAN voor gegevenssynchronisatie van één of meer HFA II-i's en
HFA3's
1. Voldoe aan de voorafgaande
vereisten.
2. Statische IP-adressen toewijzen
3. Schakel DHCP uit en geef
statische IP-adressen op.
Gegevenssynchronisatie
U kunt de voltooiing van de Gegevenssynchronisatie controleren. Ga naar Instellingen >
Systeeminformatie > Database en bekijk het Totale aantal patiëntrecords en het Totale aantal tests.
Indicator voor bestaand record
Nadat de Gegevenssynchronisatie en de Controle op bestaande patiënten zijn voltooid,
ziet u mogelijk patiëntrecords die worden aangegeven als mogelijk bestaande patiënten met het
pictogram naast een patiëntnaam in de lijst met zoekresultaten. Deze markering helpt u in uw
gegevensbeheer omdat de patiëntrecords van alle instrumenten nu zijn gesynchroniseerd en HFA3
automatisch mogelijke bestaande records heeft ontdek. Dit kan voorkomen wanneer records
onafhankelijk zijn gemaakt en mogelijk verschillen bevatten in de manier waarop de naam, het
ID-nummer of de Geboortedatum zijn opgegeven. De HFA3 identificeert en markeert de records
die mogelijk al bestaan. Wanneer een operator een record ziet dat is gemarkeerd, moet deze de
mogelijke al bestaande records beoordelen en deze records ofwel samenvoegen ofwel als
verschillende records laten staan, naar gelang nodig is.
Zie
'Potentiële dubbele patiënten', op pagina 3-14
Tabel 10-2 Scenario 1: Stel de functionaliteit Gegevenssynchronisatie in op AAN in HFA3
Scenario 2: Gegevenssynchronisatie van HFA II-i (een of meer) en HFA3 (een of meer)
• Zorg ervoor dat alle HFA II-i-instrumenten op versie 5.0 of 5.1 zitten en zijn verbonden met
hetzelfde netwerk.
• Zorg ervoor dat alle HFA3-instrumenten op versie 1.5 zitten en zijn verbonden is met hetzelfde
netwerk.
Opmerking: Eén HFA3 wordt geïdentificeerd voor verbinding per HFA II-i. Er kan meer dan één
HFA II-i worden verbonden met één HFA3.
Als er twee of meer HFA3-instrumenten zijn, kiest u er een om te verbinden met HFA II-i. De
HFA3-instrumenten worden gesynchroniseerd en de HFA II-i-test wordt opgenomen in de
synchronisatie.
Wijs een Statisch IP-adres toe voor elk HFA3-instrument dat u gaat verbinden met een HFA II-i.
Wijzig voor de HFA3 die wordt verbonden met de HFA II-i de HFA3 naar Statische IP.
• Ga op de HFA3 naar Instellingen > Netwerk
• Ga naar: DHCP > en gebruik schuifbalk om het volgende te selecteren: Uitgeschakeld
• Geef het Statische IP-adres op dat is toegewezen aan de HFA3.
Opmerking: De HFA3-instrumenten die niet zijn verbonden met een HFA II-i kunnen ingesteld
blijven op DHCP.
Tabel 10-3 Stel de functionaliteit Gegevenssynchronisatie in op AAN in HFA II-i en HFA3
Gebruiksaanwijzing HFA3
Ga naar Inhoud
Beschrijving
voor meer informatie.
Beschrijving
2660021166138 Rev. A 2019-01