Ga naar Inhoud
Afbeelding 4-1 De proeflens inbrengen
A
Opmerking: Gebruik alleen de proeflenzen met smalle rand. De proeflenzen met brede rand
verstoren het perifere gezichtsveld van de patiënt en hebben een negatieve invloed op de
testresultaten. Verplaats de lenshendel naar de temporale kant van de patiënt zodat deze de
wenkbrauw of neus van de patiënt niet belemmert.
U verwijdert de handmatige proeflenshouder door eerst de lenzen te verwijderen en vervolgens
de aanwijzingen voor het vervangen van de Liquid Trial Lens-houder op pagina
Het oog dat niet wordt getest afdekken
Positioneer het oogkapje over het oog dat niet wordt getest zodat de patiënt door dat oog niet meer
kan zien. Zorg ervoor dat niets het zicht van het te testen oog belemmert.
Esterman-test
De Esterman-tests zijn ontworpen voor gebruik bij de dagelijkse correctie van de patiënt. Als de
patiënt bij het dagelijks functioneren geen bril nodig heeft, voert u de test zonder correctie uit. Als
de patiënt bij het dagelijks functioneren wel een bril gebruikt, voert u de monoculaire of binoculaire
test uit met de bril van de patiënt. Gebruik geen proeflenzen en geen Liquid Trial Lens. Het gebruik
van een oogkapje is vereist bij de monoculaire versie van de Esterman-test.
Om de patiënt te positioneren voor de binoculaire test, doet u het volgende:
1. Beweeg de kinsteun helemaal naar rechts.
2. Laat de patiënt met de kin leunen in de kinhouder aan de linkerkant.
3. Pas de kinsteun aan tot de oogmonitor midden tussen de ogen van de patiënt uitkomt.
Gebruiksaanwijzing HFA3
Gebruik van handmatige proeflenzen
Proeflenzen in de handmatige proeflenshouder inbrengen:
1. Gebruik de proeflenswaarden op het scherm Test om de juiste
proeflens te vinden voor het te testen oog. Wijzig de informatie voor
afstandsrefractie en proeflens op dit scherm door een bepaald veld
te selecteren.
2. Breng de proeflenshouder in een opwaartse positie vanuit de
opslagpositie in de bodem van de kom door uw vinger(s) vanaf de
buitenkant onder de lenshouder te brengen en deze omhoog te
brengen (Afbeelding 3-1, A).
3. Plaats de cilindrische lens, indien aangegeven, in het slot dat het
verst van de patiënt is verwijderd en lijn de as uit (Afbeelding 3-1, B).
4. Plaats de sferische lens in het slot dat zich het dichtst bij
de patiënt bevindt (vóór de cilindrische lens) (Afbeelding 3-1, C).
B
Instellen en testen
C
4-6
te volgen.
2660021166138 Rev. A 2019-01
4-7