•
Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner
[Knipperdetectie]
(=
47).
•
Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continu-opnamen maken
kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden,
camera-instellingen en zoompositie.
•
Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
•
Als u flitst, kan de opnamesnelheid afnemen.
•
Als u Gezichts-ID
(=
38) gebruikt, wordt de locatie waar de naam wordt
opgenomen in de afbeelding bepaald in de eerste opname, en gebruikt voor
verdere opnamen.
Opnamebereik en scherpstellen
(=
35) of
Close-ups maken (macro)
Stel de camera in op [e] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich dichtbij bevinden. Zie "Opnamebereik"
over het scherpstelbereik.
•
Als u flitst, kan vignetvorming optreden.
•
Om camerabeweging te voorkomen plaatst u de camera op een statief en
neemt u opnamen met de camera ingesteld op [[]
Foto's
(=
177) voor meer informatie
z
z
Druk op de knop <q>, kies [e] (druk op
de knoppen <q><r> of draai de knop
<7>) en druk vervolgens op de knop
<m>.
z
z
Als de instelling is voltooid, wordt [e]
weergegeven.
(=
36).
Voorblad
Vóór gebruik
Algemene
bediening camera
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Auto-modus
3
Andere
opnamemodi
4
P-modus
5
Tv-, Av- en
M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu
Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
69