Helderheid/kleur aanpassen
(Directe effecten)
U kunt de beeldhelderheid en -kleuren eenvoudig op de volgende manier
tijdens het opnemen aanpassen.
1
Open de modus [
z
z
Stel het programmakeuzewiel in op
[
2
Configureer de instelling.
z
z
Draai de ring <y> om het instelscherm te
openen. Druk op de knoppen <o><p>
om een instellingsoptie te selecteren en
druk vervolgens op de knoppen <q><r>
of draai de ring <y> of de knop <7> om
de waarde op het scherm aan te passen.
z
z
Druk op de knop <m>.
3
Maak de opname.
Pas het niveau aan naar rechts voor helderder beelden en naar links
Helderheid
voor donkerder beelden.
Pas het niveau aan naar rechts voor levendiger beelden en naar links
Kleur
voor meer ingetogen beelden.
Pas het niveau aan naar rechts voor een warme, rode kleur en naar
Tint
links voor een koele, blauwe kleur.
Foto's
Films
].
].
Specifieke scènes
Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera maakt
automatisch de instellingen voor optimale foto's.
1
Open de modus [K].
z
z
Stel het programmakeuzewiel in op
[K].
2
Selecteer een opnamemodus.
z
z
Druk op de knop <m>, selecteer [I] in
het menu en selecteer vervolgens een
opnamemodus
3
Maak de opname.
I Portretopnamen maken (Portret)
z
z
Mensen fotograferen met een
verzachtend effect.
Voorblad
Vóór gebruik
Algemene
bediening camera
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
1
2
3
4
(=
24).
5
6
Foto's
Films
7
8
9
10
Index
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Tv-, Av- en
M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
51