•
Wanneer u een draadloze verbinding maakt met een ander apparaat dan
een computer, moet een geheugenkaart in de camera worden geplaatst.
Daarnaast moet de geheugenkaart beelden bevatten als u toegang wilt krijgen
tot webservices of draadloos verbinding wilt maken met een smartphone of
printer.
•
Als u de bijnaam van de camera wilt wijzigen, kiest u [Instellingen Wi-Fi] op het
tabblad [3] en kiest u daarna [Bijnaam apparaat veranderen].
•
Als het Wi-Fi-menu niet wordt weergegeven, maar alleen de informatie wijzigt
wanneer u op de knop <o> drukt, moet u eerst op de knop <p> drukken om
de uitgebreide informatieweergave te wijzigen
•
Er kunnen in stap 2 geen bijnamen worden ingevoerd die beginnen
met een spatie. Als u dit probeert en op de knop <n> drukt in het
toetsenbordscherm, wordt een bericht weergegeven. Druk op de knop <m>
om het toetsenbord te openen en voer een nieuwe bijnaam in.
Na de eerste Wi-Fi-verbinding.
•
Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via Wi-Fi worden
recente doelen het eerste vermeld wanneer u het Wi-Fi-menu opent
door op de knop <o> te drukken. U kunt eenvoudig opnieuw verbinding
maken door op de knoppen <o><p> te drukken om de apparaatnaam
te kiezen en vervolgens op de knop <m> te drukken.
•
Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm voor
apparaatselectie door op de knoppen <q><r> te drukken en vervolgens
de instelling te configureren.
•
Als u de meest recente bestemmingsapparaten liever niet wilt weergegeven,
drukt u op de knop <n> en selecteert u op het tabblad [3] [Instellingen
Wi-Fi] > [Doelhistorie] > [Uit].
Verbind de camera als volgt met uw toegangspunt via Wi-Fi.
Raadpleeg ook de gebruikshandleiding van het toegangspunt.
Controleer of de Wi-Fi-router of het basisstation voldoet aan de Wi-Fi-
(=
87).
normen op "Specificaties" (=
Als u reeds gebruikmaakt van Wi-Fi, bevestigt u de volgende items.
Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor instructies voor het
controleren van de netwerkinstellingen.
Verbinding maken via een
toegangspunt
Compatibiliteit van het toegangspunt
vaststellen
176).
•
Indien systeembeheerderrechten nodig zijn om netwerkinstellingen
aan te passen, moet u contact opnemen met de systeembeheerder
voor meer informatie.
•
Deze instellingen zijn erg belangrijk voor netwerkbeveiliging. Wees
voorzichtig wanneer u deze instellingen wijzigt.
Voorblad
Vóór gebruik
Algemene
bediening camera
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Auto-modus
3
Andere
opnamemodi
4
P-modus
5
Tv-, Av- en
M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu
Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
116