Handige opnamefuncties
Raster weergeven
Als verticale en horizontale referentie tijdens het opnemen kunnen op het
scherm rasterlijnen worden weergegeven.
z
z
Druk op de knop <n>, kies [Raster]
op het tabblad [4] en kies [Aan]
(=
z
z
Zodra de instelling is voltooid, wordt het
raster op het scherm weergegeven.
z
z
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
•
Rasterlijnen worden niet opgeslagen bij de opname.
Het gebied waarop wordt scherpgesteld
vergroten
U kunt de scherpstelling controleren door de ontspanknop half in te
drukken, waardoor het gedeelte van het beeld waarop is scherpgesteld in
het AF-kader wordt vergroot.
Foto's
Films
25).
Foto's
1
Configureer de instelling.
z
z
Druk op de knop <n>, selecteer
[AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] en
selecteer vervolgens [Aan]
2
Controleer de scherpstelling.
z
z
Druk de ontspanknop half in. Het gezicht
dat als hoofdonderwerp gedetecteerd is,
wordt nu uitvergroot.
z
z
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[Uit] in stap 1.
•
Het scherpgestelde gebied wordt niet vergroot als u de ontspanknop
half indrukt terwijl er geen gezicht is gedetecteerd, als de persoon
zich te dicht op de camera bevindt en zijn gezicht te groot is voor
het scherm, of als de camera een bewegend object waarneemt.
•
De weergave wordt niet vergroot bij gebruik van de digitale zoom
als u een tv als beeldscherm gebruikt
(=
(=
25).
(=
34) of
144).
Voorblad
Vóór gebruik
Algemene
bediening camera
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Auto-modus
3
Andere
opnamemodi
4
P-modus
5
Tv-, Av- en
M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu
Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
46