Problemen oplossen
Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de
camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen,
neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Voeding
Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt.
•
Controleer of de batterij is opgeladen
(=
•
Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst
•
Controleer of het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder goed is gesloten
(=
14).
•
Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de polen
met een wattenstaafje en plaats de batterij enige malen opnieuw.
De batterij raakt snel leeg.
•
Bij lage temperaturen nemen de prestaties van batterijen af. Maak de batterij een
beetje warm, bijvoorbeeld door deze in uw zak te houden. Zorg dat de polen niet in
contact komen met metalen voorwerpen.
•
Als dit niet helpt en de batterij weer snel leeg is na het opladen, is de levensduur
verstreken. Koop dan een nieuwe batterij.
De lens wordt niet ingetrokken.
•
Open het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet als de camera aanstaat.
Sluit het klepje en schakel de camera in en daarna weer uit
De batterij is gezwollen.
•
Het is normaal dat batterijen een beetje zwellen. Dit is niet gevaarlijk. Als de batterij
echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, moet u contact
opnemen met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning.
Weergave op een tv
De camerabeelden worden vervormd of helemaal niet weergegeven op
een tv
(=
146).
Opnamen maken
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt.
•
Druk in de afspeelmodus
(=
85) de ontspanknop half in
12).
(=
13).
(=
14).
(=
23).
Vreemde weergave op het scherm bij weinig licht
Vreemde weergave op het scherm bij opnamen.
Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto's worden
vastgelegd, maar wel in films worden opgenomen.
•
Bij helder licht kan het scherm donker worden.
•
Bij TL- of LED-verlichting kan het scherm flikkeren.
•
Als u een opname maakt met een heldere lichtbron, kan er een paarsachtige band
verschijnen op het scherm.
Er is geen datumstempel aan de beelden toegevoegd.
•
Configureer de instelling [Datumstemp.
automatisch aan beelden toegevoegd, maar alleen als u de instelling [Datum/Tijd]
hebt geconfigureerd (=
14).
•
Datumstempels worden niet toegevoegd bij een opnamemodus
deze instelling niet kan worden geconfigureerd (=
[h] knippert op het scherm wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt
en opnemen is niet mogelijk
(=
31).
[
] verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt
(=
31).
•
Stel [IS modus] in op [Continu]
(=
79).
•
Klap de flitser op en stel de flitsmodus in op [h]
•
Verhoog de ISO-waarde
(=
65).
•
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te
houden. In dit geval moet u [IS modus] instellen op [Uit]
De opnamen zijn niet scherp.
•
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken
•
Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden
•
Stel [AF-hulplicht] in op [Aan]
(=
47).
•
Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
•
Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling
(=
24).
]
(=
37). Datumstempels worden niet
(=
173) waarin
37).
(=
76).
(=
79).
(=
23).
(=
177).
(=
72, 75).
Voorblad
Vóór gebruik
Algemene
bediening camera
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Auto-modus
3
Andere
opnamemodi
4
P-modus
5
Tv-, Av- en
M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu
Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
160