Het spotmetingpuntkader aan het AF-kader koppelen
1
Stel de meetmethode in op [ ].
z
z
Voer de stappen in "De meetmethode
wijzigen"
selecteren.
2
Configureer de instelling.
z
z
Druk op de knop <n> en kies
[Spotmetingpunt] op het tabblad [4].
Kies vervolgens [AF-Punt]
z
z
Het spotmetingpuntkader wordt nu
gekoppeld aan de verplaatsing van het
AF-kader
•
Niet beschikbaar wanneer [AF Frame] is ingesteld op [Gezichts-
AiAf]
(=
71) of [AF Tracking]
(=
Foto's
(=
64) uit om [
] te
(=
25).
(=
72).
73).
De ISO-waarde wijzigen
z
z
Druk op de knop <m> en kies [
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
24).
z
z
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch aangepast aan de
opnamemodus en –omstandigheden.
Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Laag
Voor opnamen bij bewolkt weer of in de schemering.
Voor opnamen bij nacht of binnenshuis in donkere
Hoog
kamers.
•
Druk de ontspanknop half in als u de automatisch ingestelde ISO-waarde wilt
bekijken wanneer de camera is ingesteld op [
•
Kiezen voor een lagere ISO-waarde levert wel scherpere beelden, maar onder
bepaalde opnameomstandigheden wordt de kans wel groter dat het onderwerp
onscherp is.
•
De keuze voor een hogere ISO-waarde zal de sluitertijd verhogen, wat
onscherpe onderwerpen vermindert en het flitserbereik vergroot. Foto's
kunnen er echter wel korrelig uitzien.
•
U kunt de camera ook zo instellen dat u door te draaien aan de ring <y> de
ISO-waarde wijzigt
(=
83).
Voorblad
Foto's
Vóór gebruik
Algemene
] in het
bediening camera
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Auto-modus
3
Andere
opnamemodi
4
P-modus
5
Tv-, Av- en
M-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
].
8
Menu
Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
65