Laserstraal op vrije doorgang controleren
6.3.2
De laserstraal moet centrisch door het diafragma gaan (→ afb. 48). Als dit bij een correct
afgestelde laserstraal niet het geval is, moet het diafragma overeenkomstig opnieuw
worden afgesteld. Hiervoor zijn de volgende stappen nodig:
Bouw de zend-/ontvangsteenheid uit de strooicel uit.
Demonteer de kap en beschermbuis (→ blz. 67, afb. 39) (gebruik voor de beschermbuis
een inbussleutel SW4).
Vervang het sintermetaalfilter als dit erg vervuild is (→ blz. 91, § 7.3.2).
Controleer de straaldoorgang, stel indien nodig het diafragma opnieuw af.
Eventueel aanwezige afzettingen in de lichtbaan aan de diafragmaopening, in het sin-
termetaalfilter en bij de uitlaatopeningen voor spoellucht moeten worden verwijderd.
Bouw de zend-/ontvangsteenheid weer in elkaar, controleer de laserstraal conform de
vorige paragraaf op de juiste uitlijning en stel evt. opnieuw af.
Schakel de hoofdschakelaar uit, schakel de zekeringen voor de verwarmingsbanden in,
bouw de meet- en besturingseenheid samen en herstart de FWE200.
Afb. 48
Controle lichtbaan FWSE200
82
1
2
3
1
Diafragma
2
Bevestigingsschroef voor diafragma
3
Laserstraal
4
Afdekking voor controle
5
Bevestigingsschroeven voor sintermetaalfilter
6
Sintermetaalfilter
7
Uitlaatopening voor spoellucht
FWE200 · Gebruiksaanwijzing · 8019491/V 1-0/2016-03 · © SICK AG
4
5
6
Foutdiagnose
7