Inhoudsopgave
Advertenties
Grenswaarde voor doorstroming vastleggen
4.3.3
De tussen de thermische cycloon en strooicel gemeten verschildruk kan behalve voor de
instelling van de optimale doorstroming (→ blz. 45, § 4.1.6) ook voor de controle hiervan
worden gebruikt. Als er een grenswaarde wordt ingevoerd, wordt er een melding uitgegeven
als het minimum hiervan niet wordt bereikt. Hierdoor kan worden voorkomen dat de
doorstroming bijv. als gevolg van afzettingen in het stuk voor de extractie onder de voor
een
onderhoudsmaatregelen te treffen.
Het FWE200 geeft de volgende meldingen uit:
Melding
Waar-
schuwing
Storing
54
correcte
werking
van
Controlewaarde
Gemeten verschildruk kleiner
dan 1,5 keer grenswaarde
(wordt apparaatintern
gegenereerd)
Gemeten verschildruk kleiner
dan grenswaarde
● Als er geen grenswaarde is ingevoerd of als de ventilator niet in bedrijf is,
wordt de doorstroming niet gecontroleerd, d.w.z. zullen er geen
waarschuwingen of storingsmeldingen verschijnen.
● Tijdens de startfase (tot het meetgas de streeftemperatuur heeft bereikt
resp. max. 1 uur na start) is bij een ingevoerde grenswaarde de controle
actief. Een te geringe doorstroming wordt alleen op het LC-Display
weergegeven. Het relais voor waarschuwing resp. storing schakelt niet
omdat tijdens de startfase nog het onderhoudsrelais actief is.
● De hysterese voor de grenswaarde bedraagt 10%.
het
apparaat
vereiste
Signalisatie
● Op het LC-Display weergave van "Warning Eductor air/
flow"
● Relais "Warning" schakelt
● Op het LC-Display weergave van "Malfunction - Eductor
air/flow"
● Relais "Malfunction" schakelt
● In het MEPA-FW weergave storende bit 00400000
FWE200 · Gebruiksaanwijzing · 8019491/V 1-0/2016-03 · © SICK AG
Inbedrijfstelling en parametrering
waarde
zakt,
door
tijdig
Advertenties
Inhoudsopgave
