Storingsmelding
MEPA-FW
Optie LCD
"Checksum
"Checksum
EEPROM"
EEPROM"
Via de gegevens in de EEPROM wordt een
CRC-som berekend. Bij een verschil
tussen data- en controlesom wordt deze
foutmelding gegenereerd.
"Overflow meas.
"Meas. overflow"
value"
Afhankelijk van de strooilichtintensiteit
worden dempingsrelais ingeschakeld.
Bij onvoldoende demping wordt deze
foutmelding gegenereerd.
"Trigger level check
"Check cycle"
cycle"
De controlecyclus wordt niet succesvol
uitgevoerd.
De actuele verontreiniging kon bij de
vervuilingsmeting (→ blz. 17, § 2.2.5) niet
worden vastgesteld (signaal te zwak).
"Span test not
"Check cycle"
successful"
De 70%-waarde ligt buiten de tolerantie
van ±3%.
De meetnauwkeurigheid kan niet meer
worden gegarandeerd.
76
Mogelijke oorzaak
● Storing bij het inschakelen van
het FWE200; de standaard
parameters worden geladen (→
blz. 50, § 4.3)
● Als gevolg van een reset of
stroomuitval konden de laatste
parameters niet worden opge-
slagen
● EEPROM van het FWE200 of de
zend-/ontvangsteenheid defect
● Ontvangstoptiek niet in meetpo-
sitie
● Draaimechanisme evt. defect
● Relais voor demping van de
strooilichtintensiteit defect
● Uitlaatopening voor spoellucht,
diafragma of sintermetaalfilter
in de binnenkant van de sonde
dichtgelopen
● Laserstraal niet meer in juiste
stand
● De ontvangstoptiek beweegt niet
goed tijdens de vervuilingsme-
ting.
● Uitval laserdiode
● Uitval motor of verschuifmecha-
nisme voor ontvangstoptiek (slij-
tage)
● Plots gewijzigde meetomstan-
digheden tijdens het bepalen
van de controlewaarde (bijv.
vreemde delen in de laserstraal)
● Elektronica defect
FWE200 · Gebruiksaanwijzing · 8019491/V 1-0/2016-03 · © SICK AG
Maatregel
Reset FWE200 (→ blz. 78, afb. 44):
Als de storing blijft:
Maak de verbindingskabel naar de zend-/
ontvangsteenheid aan de stekker van de
elektronica-behuizing los en zet een reset in
werking.
Als de storing verder wordt weergegeven, is er
sprake van een EEPROM-fout van het FWE200,
anders is de EEPROM van de zend-/ontvangst-
eenheid defect.
Laad de apparaatparameters opnieuw.
Ga naar het tabblad "Protocol", sla de
parameters op ( → blz. 56, § 4.3.5) en druk
op de knop "Read from device".
Druk op de knop "Write to device" (het
wachtwoord Niveau 1 en de bedrijfsmodus
"Maintenance" moeten zijn ingesteld).
Parametreer FWE200 opnieuw.
Sluit FWE200 aan op een veilige, ongestoorde
spanningsvoorziening.
Bouw de zend-/ontvangsteenheid uit de strooi-
cel uit ( → blz. 66, § 5.2.7), zet een controlecy-
clus in werking (schakel van "Maintenance"
over op "Measurement" of spanning-reset) en
controleer het verloop; de verbindingskabel
moet zijn aangesloten.
Neem contact op met SICK-service.
Bouw de zend-/ontvangsteenheid uit de strooi-
cel uit en controleer de laserstraal op vrije
doorgang of stel opnieuw af ( → blz. 80, § 6.3.1
resp.. → blz. 82, § 6.3.2); maak indien nodig
de sonde aan de binnenkant schoon (→ blz.
66, § 5.2.7).
Herhaal de controlecyclus na de reiniging.
Controleer de beweging van de ontvangstop-
tiek (→ blz. 83, § 6.3.3).
Als de fout opnieuw optreedt: deactiveer de
controlecyclus (tabblad "Parameter") en her-
start het apparaat (fout wordt niet meer weer-
gegeven, de verontreinigingscorrectie van de
meetwaarden vindt plaats met de het laatst
correct gemeten verontreiniging).
Neem contact op met SICK-service.
Herhaal de controlecyclus.
Controleer de kabelverbinding tussen laser- en
processorkaart (→ blz. 81, afb. 47).
Neem contact op met SICK-service.
Foutdiagnose