Uit te voeren werkzaamheden
Bereid conform blz. 31, afb. 14 de bevestigingspunten voor en breng aan.
Monteer de meet- en besturingseenheid.
Ventilatoreenheid monteren
3.2.3
Bij het bepalen van de montageplaats moeten de volgende punten in acht worden
genomen:
● Er dient een loodrecht, effen vlak op een goed toegankelijke en beschermde plek met
zo schoon mogelijke lucht te worden gekozen.
● De afstand tot de meet- en besturingseenheid mag maximaal 10 m bedragen. De slang
van de ejector van de meet- en besturingseenheid moet afhellend naar de ventilator-
eenheid worden gelegd (ter voorkoming van waterconcentraties).
● De aanzuigtemperatuur moet binnen het toegestane bereik liggen (→ blz. 98, § 8.1). In
ongunstige gevallen moet een aanzuigslang of buis naar een plaats met betere omstan-
digheden gelegd worden.
● Er moet voldoende vrije ruimte beschikbaar zijn voor het vervangen van het filter-ele-
ment en het aanbrengen en verwijderen van de weerkap in geval van montage buiten
(→ afb. 15).
● Voor het transport en de montage van de ventilatoreenheid is geschikt hefgerei en vol-
doende vrije ruimte vereist (afmetingen → blz. 98, § 8.1).
Afb. 15
Indeling en montageafmetingen ventilatoreenheid (afmetingen in mm)
Stalen buis 50 x 5
DIN 2391
32
De meet- en besturingseenheid kan ook aan een optioneel leverbaar frame (→
blz. 103, afb. 63) worden gemonteerd.
Kanaal
Vrije ruimte voor monteren weerkap
470
(550)
M 8
Vrije ruimte
voor
vervangen
filterelement
> 160
Alternatief:
bevestigingsbeugel
FWE200 · Gebruiksaanwijzing · 8019491/V 1-0/2016-03 · © SICK AG
Montage en installatie