De controlecyclus duurt ca. 310 sec. en bestaat uit:
● 40 sec. meting van vervuiling van de optische grensvlakken, nul- en controlewaarde
● 90 sec. uitgifte van de vervuilingswaarde
● 90 sec. uitgifte van de controlewaarde
● 90 sec. uitgifte van de nulwaarde
Afb. 4
Uitgifte van de controlecyclus op registratiestrook
Waarde van de vervuiling
(70%-waarde, referentie)
Uitgifte nulwaarde (live zero)
Vervuilingsmeting
Om de vervuiling van de optische grensvlakken te meten, wordt de ontvangstoptiek
mechanisch naar een referentiepositie gedraaid. De ontvangstoptiek registreert hiermee
het door de laserdiode uitgezonden licht direct. De tijdens de draaibeweging gemeten
intensiteitswaarde wordt met de waarde die bij de fabrieksinstelling van het apparaat is
vastgelegd, tot een correctiefactor verrekend. Opgetreden verontreinigingen worden op
deze manier volledig gecompenseerd.
Bij vervuilingswaarden kleiner dan 70% wordt in de controlecyclus een aan de vervuiling
evenredige analoge waarde tussen live zero en 20 mA uitgegeven (apparaatstatus
"Operation"), bij vervuilingswaarden groter dan 70% altijd live zero (apparaatstatus
"Malfunction").
Afb. 5
Meting van vervuilings- en controlewaarde
Meting van de controlewaarde (referentietest)
Aansluitend aan de vervuilingsmeting wordt de controlewaarde bepaald (ontvangstoptiek
staat in referentiepositie). Na een referentiemeting met 100% lichtintensiteit wordt de
lichtintensiteit van de laserdiode verlaagd naar 70% en de ontvangen strooilichtintensiteit
met de te verwachten waarde vergeleken. Bij afwijkingen van meer dan ±2% genereert het
apparaat een foutsignaal. De foutmelding verdwijnt weer als de volgende controlecyclus
succesvol verloopt.
18
(live zero = 0%,
20 mA = 40%)
Uitgifte vervuiling
Uitgifte controlewaarde
Ontvangstoptiek in referentiepositie
FWE200 · Gebruiksaanwijzing · 8019491/V 1-0/2016-03 · © SICK AG
Productbeschrijving
Start
controlecyclus
Bepaling
controlewaarde
Papiertoevoer
Einde functie-
controle