Pagina 1
Titel G E B R U I K S A A N W I J Z I N G FLOWSIC600 Ultrasone gasmeter Ultrasone gasmeter voor ijkplichtige toepassingen en procestoepassingen MEPAFLOW600 CBM en firmware V3.6.xx...
Bij bijzondere gevallen kunt u voor extra informatie en ondersteuning terecht bij de bevoegde SICK-vertegenwoordiging. In ieder geval is een advies voor uw speciale toepassing door de specialisten van SICK zeer zeker aan te bevelen.
1 .3 Reglementair gebruik van het apparaat 1.3.1 Het meetsysteem FLOWSIC600 is bedoeld voor het meten van de volumestroom i.o. van gassen in buisleidingen. Bovendien kan hiermee de geluidssnelheid en het volume i.o. worden bepaald. Het meetsysteem mag alleen op de door de fabrikant voorgeschreven en hieronder beschreven wijze worden gebruikt.
Belangrijke informatie Gevaren door zware lasten 1 .7 Het meetsysteem FLOWSIC600 moet tijdens het transport en de montage veilig op de draagconstructie bevestigd zijn. WAARSCHUWING: ● Gebruik alleen hefwerktuigen en -apparaten (bijv. draagbanden) die geschikt zijn voor het gewicht dat moet worden opgetild. Informatie over de maximale belasting is te vinden op het typeplaatje van het betreffende hefwerktuig.
Productbeschrijving Ultrasone sensoren 2.1.2 In het FLOWSIC600 meetsysteem worden ultrasone sensoren ingezet die optimaal zijn afgestemd op uw systeemeisen. De hoge parameterkwaliteit van de sensoren vormt de basis voor een nauwkeurige en langdurig stabiele looptijdmeting met een precisie van enkele nanoseconden. De ultrasone sensoren zijn elektrisch intrinsiek veilig ("ia", met apparaatbeveiligingsniveau Ga).
Productbeschrijving Modi, meterstatus en signaaloutput 2 . 2 Het FLOWSIC600 meetsysteem heeft de volgende twee modi ( blz. 16, 2.2.1): ● Meetmodus ● Configuratiemodus In de meetmodus kan de meter de volgende status hebben ( blz. 17, 2.2.2): ● Meting geldig ●...
2.2.2 Status: Meting geldig 2.2.2.1 De meterstatus "Measurement valid" is de normale status van het FLOWSIC600 meetsysteem. Frequentie-uitgangen en stroomuitgang worden cyclische geactualiseerd en leveren het volume en de flow a.c. Daarnaast kan het analoge signaal de flow a.c., de gecorrigeerde volumestroom, de geluidssnelheid (SOS) of de gassnelheid (VOG) weergeven.
Productbeschrijving Gegevensverwerking in het FLOWSIC600 2 .4 Geïntegreerde volumemeter 2.4.1 Het FLOWSIC600 meetsysteem heeft geïntegreerde volumemeters die zowel op het LC- display als ook in MEPAFLOW600 CBM kunnen worden weergegeven. Geïntegreerde volumemeter Volumemeter (Volume Counters) Afkorting Bedrijfsvolume (voorwaarts) Bedrijfsvolume (achterwaarts)
"Meting ongeldig" ("Data invalid") wordt geactiveerd. De meetwaarden worden nu in de foutvolumemeter geteld. Als het FLOWSIC600 meetsysteem niet als ijkmeter is geconfigureerd, zijn alle logboeken standaard als overlopend geconfigureerd. Dat betekent dat het indexnummer verder oploopt en als het hoogste aantal entries in het logboek is bereikt met elke nieuwe entry de oudste entry wordt overschreven.
Productbeschrijving MEPAFLOW600 CBM 2 .5 Via het LC-display van de meter heeft men toegang tot de meeste door FLOWSIC600 geleverde gegevens (zoals weergaven, logboek-entries en parameters) . Het programma MEPAFLOW600 CBM biedt een gebruikersvriendelijkere toegang tot de diagnose-, configuratie- en meetdata van de gasmeter.
2.5.2 Het programma EPAFLOW600 CBM biedt een menugebaseerde gebruikersinterface met veel functies voor de diagnose van het FLOWSIC600 meetsysteem. Het maakt de toegang mogelijk tot alle systeemparameters, toont diagnose-informatie in diagrammen en grafieken, genereert verslagen (bijv. statusrapporten) en databestanden (records, logs) die kunnen worden geëxporteerd en voor de gegevensanalyse kunnen worden gebruikt.
Neem voor het optillen van het FLOWSIC600 meetsysteem Afb. 7 in acht. Bij het transport en de opslag van het FLOWSIC600 meetsysteem moet erop worden gelet het meetinstrument te allen tijde veilig gefixeerd is.
De gasstroom moet vrij zijn van vreemde materialen, stof en vloeistoffen. Anders moeten filters en afscheiders worden gebruikt. ● De inbouw van componenten die de gasstroom storen direct vóór het FLOWSIC600 meetsysteem moet worden vermeden. ● Pakkingen aan de verbindingspunten tussen meetelement en buisleiding mogen niet uitsteken in de buisleiding.
De voor de installatie van de gasmeter vereiste werkzaamheden aan de buisleidingen zijn geen onderdeel van de omvang van de levering. Voor de vakkundige installatie van het FLOWSIC600 meetsysteem adviseren wij om de volgende hulpmiddelen te gebruiken: ● Hefwerktuig of vorkheftruck (draagvermogen overeenkomstig de vermelde massa op het typeplaatje), ●...
Controleer na het aanbrengen van de eerste bevestigingsbouten, echter vóór het vastdraaien, aan beide kanten de correcte positie van de flenspakkingen. Breng het FLOWSIC600 meetsysteem zo in de juiste stand dat de verschuiving tussen inlaatstuk, meetelement en uitloopstuk zo klein mogelijk is.
Eisen betreffende de toepassing in explosiegevaarlijke zones 3.4.6 Beoogd gebruik FLOWSIC600 is geschikt om te worden gebruikt in, als zone 1 en zone 2 geclassificeerde, explosiegevaarlijke zones. Goedkeuring conform ATEX II 1/2 (1) G Ex ia/ db eb ia [ia Ga] IIA/IIB/IIC T4 …T1 Ga/Gb II 1/2 (1) G Ex ia/ db eb ia [ia Ga] IIC T6 Gb/Ga Toegestaan omgevingstemperatuurbereik van -40°C tot +60°C.
Pagina 46
-40°C tot +60°C. Zodra FLOWSIC600 in de buisleiding is geïnstalleerd, wordt het meetelement een onderdeel van de buisleiding. De wand van de buisleiding en het meetelement geldt dan als zonescheidende grens. De onderstaande afbeelding helpt om de verschillende situaties van een mogelijke toepassing te begrijpen en toont welke bedrijfsvoorwaarden gelden.
Pagina 47
Tijdens het bedrijf moet de dichtheid regelmatig worden gecontroleerd en evt. de pakking worden vervangen. Na het uitbouwen en vóór het opnieuw inbouwen, moeten de pakkingen in overeenstemming met de originele bezetting worden vervangen. Pakkingen kunnen bij SICK worden besteld (artikel- en serienummers bevinden zich op het typeplaatje van de meetomvormer). WAARSCHUWING: De maximale piëzo-elektrische energie die door een schok op de ultrasone...
Pagina 48
– Het meetelement en de behuizing moeten met de potentiaalvereffening worden verbonden. – Als het meetsysteem FLOWSIC600 in een geaarde metalen buis is geïnstalleerd, is er geen extra aarding nodig voor het meetelement. Toch moet de elektronica-behuizing apart worden geaard.
Pagina 49
Installatie Aansluiting van het FLOWSIC600 meetsysteem met bijbehorende apparatuur De aansluitruimte van het FLOWSIC600 voldoet aan de eisen van EN/IEC60079-7 resp. EN/IEC 60079-11. Het FLOWSIC600 meetsysteem maakt de niet-intrinsiek veilige bedrading evenals de intrinsiek veilige bedrading met bijbehorende apparatuur op de volgende manier mogelijk 1 stroomvoorzieningsaansluiting en alle andere veldaansluitingen als niet-intrinsiek veilige bedrading.
Installatie Aansluitbezetting De bezetting van de klemmen in de aansluitruimte van de meetomvormer (zie blz. 43, Afb. 14) is gelijk aan die bij gebruik van het meetsysteem FLOWSIC600 in de niet-Ex-zone (zien tabel blz. 44, 3.4.5). BELANGRIJK: Om meettechnische redenen moet de potentiaalvereffening zoveel mogelijk identiek zijn aan het buisleidingspotentieel of de randaarding.
Het document "FLOWSIC600 inbedrijfstellingsprotocol" behoort tot de leveringsomvang van het meetsysteem FLOWSIC600 en wordt in papieren vorm of op de product-cd ter beschikking gesteld. Bij levering aan de uiteindelijke exploitant is het meetsysteem FLOWSIC600 'nat' of 'droog' gekalibreerd.
FLOWSIC600 via RS485/RS232 kabel verbinden 4.2.1 Interface-sets voor de verbinding van het FLOWSIC600 meetsysteem met een pc via een seriële of usb-interface kunnen bij SICK worden besteld. Zie blz. 60, Tabel 3. De seriële interface van het FLOWSIC600 meetsysteem voldoet aan de RS485-standaard.
Als de pc/laptop geen seriële RS232 interface heeft, kan er een usb-interface worden gebruikt. Een overeenkomstige usb-converter is vereist om het signaal voor de RS485 apparaat-interface te converteren. De usb-converter die bij SICK verkrijgbaar is, omvat een cd-rom met een software-driver die moet worden geïnstalleerd voordat er een onlineverbinding tussen FLOWSIC600 en MEPAFLOW600 CBM tot stand kan worden gebracht.
4.3.1 Het programma MEPAFLOW600 CBM bevindt zich op de met de meter geleverde product- cd. Het kan ook op www.flowsic600.com worden gedownload. Zie Technical Information blz. 55, 2.9.1 voor verdere details betreffende de installatie. Het programma MEPAFLOW600 CBM kan na een succesvolle installatie als volgt worden gestart: selecteer de entry "MEPAFLOW600 CBM"...
Inbedrijfstelling Onlineverbinding: Ethernet 4.3.5 Het FLOWSIC600 meetsysteem kan via ethernet met een adapter op een netwerk worden aangesloten. Deze adapter vertaalt de communicatie tussen meter en MODBUS (ASCII of RTU) naar MODBUS TCP. MEPAFLOW600 CBM ondersteunt het MODBUS TCP-protocol. Eisen ●...
Knop voor ethernet-verbindingen Geteste adapter "MODBUS TCP to MODBUS ASCII/RTU" De verbinding tussen FLOWSIC600 en MEPAFLOW600 CBM is getest met de "MODBUS TCP to MODBUS ASCII/RTU converter", model MES1b van B&B Electronics. Deze adapter wordt geleverd met een programma dat in het netwerk naar aansluitbare apparaten zoekt en aan de gebruiker de gevonden IP-adressen levert.
Pagina 68
Inbedrijfstelling Firmware 4.4.1.1 De FLOWSIC600 firmware is opgeslagen in een niet-vluchtig geheugen (FLASH PROM). De programmacodes van de signaalprocessor en de systeemmicrocontroller zijn aangeduid met een gezamenlijk geldig versienummer (Reg. #5002 "FirmwareVersion") en een controlesom (Reg. #5005 "ProgramCRC") en kunnen zoals boven beschreven worden geverifieerd.
Inbedrijfstelling Inbedrijfstellingsassistent 4 .5 Bij de inbedrijfstelling van het FLOWSIC600 meetsysteem leidt de wizard "Field setup" van het programma MEPAFLOW600 CBM de gebruiker door de parameterconfiguratie. De wizard bestaat uit 8 pagina's. Aanwijzingen betreffende de controle van de configuratie van de meetomvormer-uitgangen vindt u op het "Apparaat-gegevensblad"...
30 seconden knippert nadat de stroomvoorziening is ingeschakeld. Als de gele led knippert, werkt het FLOWSIC600 meetsysteem in de operationele toestand "Onderhoud vereist" ("Check request") met gering gereduceerde nauwkeurigheid (bijv. als een pad is uitgevallen).
4.7.2 DataLogs toepassen 4.7.2.1 Vanaf firmware uitvoering 3.4.00 beschikt FLOWSIC600 over twee DataLogs (Hourly Log en Daily Log). Hierin worden de meetwaarden geregistreerd en in het niet-vluchtige geheugen (FRAM) van de meetomvormer opgeslagen. Alle gegevens kunnen worden gedownload en met behulp van MEPAFLOW600 CBM naar Excel-bestanden worden geëxporteerd ( blz. 24, 2.4.4.).
Inbedrijfstelling Activering van de padcompensatie 4 . 8 Als de statusbit "Path compensation valid" actief is, kan het FLOWSIC600 meetsysteem een paduitval compenseren.. Na een bedrijf van ca. 20 minuten bij foutloze meting op alle paden bij een gassnelheid tussen 1 tot 8 m/s en ook na ca. 20 minuten bij een gassnelheid van meer dan 8 m/s zet de meter deze bit automatisch op "active".
De inbedrijfstelling moet met een inbedrijfstellingsprotocol worden gedocumenteerd. Het document "FLOWSIC600 inbedrijfstellingsprotocol" behoort tot de leveringsomvang van het meetsysteem FLOWSIC600 en wordt in papieren vorm of op de product-cd ter beschikking gesteld. Bewaar het ingevulde inbedrijfstellingsprotocol samen met de Manufacturer Data Record (MDR).
Pagina 90
Vergelijk de theoretische SOS met de door het FLOWSIC600 meetsysteem gemeten SOS (zie Afb. 33, hoofdsysteembalk). De afwijking tussen beiden moet lager zijn dan 0,1%. Is de afwijking groter dan 0,3%, dan moet de plausibiliteit van temperatuur, druk en gassamenstelling worden gecontroleerd.
3% van de tijd bedraagt die sinds de laatste synchronisatie verstreken is. Synchronisatie via MODBUS Datum en tijd van het FLOWSIC600 meetsysteem kunnen apart door een extern schrijfproces worden ingesteld. Elke handeling voor datum en tijd leidt tot een aparte entry in het ijkrechtlogboek [1].
Levensduur/capaciteit van de batterij 5.2.4 De realtimeklok (RTC) in het FLOWSIC600 meetsysteem wordt door een batterij gebufferd. De fabrikant geeft aan dat de levensduur van de batterij minstens 10 jaar bedraagt. De resterende capaciteit van de batterij kan op het display van het eerste menuniveau worden opgevraagd (zie Technische Informatie).
Onderhoud Controle van de DataLogs 5.4.2 Vanaf firmware uitvoering 3.4.00 beschikt FLOWSIC600 over twee DataLogs (Hourly Log en Daily Log). Hierin worden de meetwaarden geregistreerd en in het niet-vluchtige geheugen (FRAM) van de meetomvormer opgeslagen. Alle gegevens kunnen met MEPAFLOW600 CBM worden gedownload en naar Excel-bestanden worden geëxporteerd (...
Onderhoud Download en export van DataLog-data 5.4.2.1 Voor de download en export van de data van uw FLOWSIC600 moeten de volgende stappen worden uitgevoerd: Gebruik voor de verbinding met de meter het programma MEPAFLOW600 CBM ( blz. 61, 4.3).
Levensduur/capaciteit van de batterij 6.2.4 Omdat er voor het FLOWSIC600 meetsysteem geen vastgelegde onderhoudscycli zijn, wordt er automatisch een gebruikerswaarschuwing gegenereerd als de capaciteit van de batterij minder dan 15% bedraagt. Na 8,5 jaar wordt er een melding gegenereerd, waarin de exploitant wordt verzocht de batterij te vervangen.
– Zwitserland: Metrologie und Akkreditierung Switzerland, goedkeurings Nr. CH-G4- 04404-00 – Europa: MID goedkeuring, DE-08-MI002-PTB005 – GOST WELMEC-conformiteit 7.1.3 De interfaces en software van de FLOWSIC600 zijn terugslagvrij zoals bedoeld in de ijkverordening, bijlage 7 "Meetapparatuur voor gas" en de eisen van de WELMEC-richtlijn uitgevoerd worden document "Interface-beschrijving"...
Pagina 113
Superduplex Superaustenit Aluminium Other material Connection for Extraction Tool ULTRASONIC TRANSDUCER (Will be selected by SICK on the basis of the technical data ) SIGNAL PROCESSING UNIT Ex-proof-design None CSA Group D T4 CSA Group B, C, D T4 ATEX IIA T4, M20x1.5 ATEX IIC T4, M20x1.5...