5.7.2
Volumestroom van de lasrook controleren
•
Instelwaarden lasrookvolumestroom > zie hoofdstuk 8.
•
Lasrookvolumestroom afhankelijk van de hoogte berekenen > zie hoofdstuk 12.1.
•
Rookafzuiglastoorts, met gemonteerde lasrookafzuigkop, loodrecht van boven tot aan de aanslag in
de kopopname van de luchtstroommeter steken.
•
De luchtstroommeter moet aan de bovenkant extra met een hand worden vastgehouden (groen
vinkje).
•
De aanzuigopening aan de onderkant mag nog met vingers of een hand worden afgedekt (rood kruis).
•
De minimale afstand tussen de luchtstroommeter en een voorwerp moet minimaal 50 cm / 19,7 inch
zijn.
•
De openingen van de lasrookafzuigkop mogen niet verstopt en vrij van vuil zijn.
•
De openingen van de afzuigkoppen moeten zich volledig in het binnenste van de luchtstroommeter
bevinden en mogen niet door de membraandoorvoertule van de kopopname zijn afgedekt.
•
Bij een schuiver op de inbouwinrichting letten. De O-ring van de schuiver moet naar onder wijzen.
•
De lasrookafzuigkop van de rookafzuiglastoorts moet zich precies in de luchtstroommeter bevinden.
•
Bypass-schuiver op de rookafzuiglastoorts volledig sluiten.
•
Filter- en afzuiginstallatie inschakelen.
•
Lasrookvolumestroom moet in het midden van de O-ring, op de schuiver op de schaal, van de meet-
buis van de luchtstroommeter worden afgelezen.
•
De Lasrookvolumestroom bij de regelaar van de afzuiginstallatie bijregelen tot de opgegeven waarde
Q
en de afgelezen waarde overeenkomen.
vn
5.8
Beschrijving van functie
5.8.1
Algemeen
De gebruiksklare MIG/MAG-lastoorts bestaat uit: Slangpakket, handgreep en toortshals met de bijpas-
sende uitrustings- en slijtagedelen.
Alle elementen tezamen vormen een werkende eenheid die, indien voorzien van de betreffende bedrijfs-
middelen, voor een vlamboog zorgt waarmee gelast kan worden. Voor het lassen wordt een draadelekt-
rode door het slangpakket en de lastoorts toegevoerd. De vlamboog en het smeltbad worden beschermd
met inert gas (MIG) of door actief gas (MAG).
De draadelektrode is een afsmeltende massieve of vuldraad, die door de contactkop wordt toegevoerd.
De contactkop brengt de lasstroom over op de draadelektrode. De vlamboog wordt gevormd tussen de
draadelektrode en het werkstuk. Al naar gelang de uitvoering worden de lastoortsen gekoeld door gas of
door vloeistof. Het slangpakket is overeenkomstig uitgevoerd.
De knop op de MIG-lastoorts dient in principe voor het in- en uitschakelen van het lassen. Met de bedie-
ningselementen van de UP/DOWN- en POWERCONTROL-toortsen zijn bovendien extra functies moge-
lijk tegenover de standaardtoortsen.
Het verwijderen van de afzuigkop in de lasmodus leidt tot een vermindering van de
lasrookregistratie en zodoende voldoet de lastoorts niet meer aan de norm en de
vermogensgegevens in de technische gegevens.
099-510050-EW505
06.04.2023
Opbouw en functie
Beschrijving van functie
31