+49 2680 181-0. Een lijst met bevoegde dealers vindt u op www.ewm-group.com/en/specialist-dealers. De aansprakelijkheid voor het gebruik van deze installatie beperkt zich uitsluitend tot de werking van de installatie.
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave ............................3 2 Voor uw veiligheid ..........................5 Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding ............5 Verklaring van symbolen ....................... 5 Onderdeel van de complete documentatie ..................6 3 Gebruik overeenkomstig de bestemming ...................
Pagina 4
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding 5.8.3 Energiebesparingsmodus (Standby) ................27 6 Verhelpen van storingen ........................28 Softwareversie van de apparaatbesturing weergeven ..............28 Foutmeldingen (Stroombron) ....................... 28 7 Bijlage A ..............................30 Instellingsaanwijzingen ........................ 30 8 Bijlage B ..............................31 Parameteroverzicht –...
Voor uw veiligheid Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding Voor uw veiligheid Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding GEVAAR Werk- of gebruiksmethoden die nauwkeurig moeten worden aangehouden om een gerede kans op zwaar letsel of dood door ongeval van personen uit te sluiten. •...
Voor uw veiligheid Onderdeel van de complete documentatie Symbool Beschrijving Symbool Beschrijving Uitgang Signaallampje licht rood op Tijdweergave (voorbeeld: 4 sec. Signaallampje knippert groen wachten/indrukken) Onderbreking in de menuweergave (meer instelmogelijkheden mogelijk) Gereedschap niet vereist/niet gebruiken Gereedschap vereist/gebruiken Onderdeel van de complete documentatie Deze gebruikshandleiding is een onderdeel van de complete documentatie en is uitsluitend geldig in combinatie met de complete documentatie! Lees en volg de gebruikshandleidingen van alle systeemcomponenten, vooral de veiligheidsaanwijzingen!
Gebruik overeenkomstig de bestemming Gebruik en bediening uitsluitend met de volgende apparatuur Gebruik overeenkomstig de bestemming WAARSCHUWING Gevaren door onbedoeld gebruik! Dit apparaat is gefabriceerd overeenkomstig de huidige stand van de techniek en normen voor industrieel gebruik. Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor de op het typeplaatje aangegeven lasprocessen.
Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen De beschrijving van de apparaatbesturing is onderverdeeld in twee delen (A, B) ten behoeve van de overzichtelijkheid. Afbeelding 4-1 Pos. Symbool Beschrijving Besturingsdeel A > zie hoofdstuk 4.1.1 Besturingsdeel B >...
Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen 4.1.1 Besturingsdeel A Afbeelding 4-2 Pos. Symbool Beschrijving Toets, lasmethoden --------- MIG/MAG-lassen ------- Elektrode lassen -------- Gutsen Click-Wheel-draadsnelheid / lasstroom • ----------- Instellen van de draadsnelheid / lasstroom > zie hoofdstuk 5.4.2.2 • ----------- Instelling van diverse parameterwaarden, afhankelijk van de voorkeuze. De witte signaallampjes (LED) om de draaiknop gaan branden als de instelling mogelijk Knop, bedrijfsmodus selecteren --------- 2-takt...
Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen 4.1.2 Besturingsdeel B Afbeelding 4-3 Pos. Symbool Beschrijving Drukknop weergave links / vergrendelfunctie Omschakeling van de apparaatweergave tussen diverse lasparameters. De signaallampjes geven de geselecteerde parameters weer. ------- Na 3 sec. indrukken schakelt het apparaat in de vergrendelfunctie >...
Besturing - bedieningselementen Lasgegevens-display Pos. Symbool Beschrijving Signaallampje procent De weergegeven waarde wordt in procent weergegeven. Weergave, links > zie hoofdstuk 4.2 AMP ----- Lasstroom -------- Draadsnelheid Lasgegevens-display Links en rechts naast de parameterweergaven bevinden zich de drukknoppen voor de parameterselectie. Ze dienen voor de selectie van weer te geven lasparameters en de waarden ervan.
Besturing - bedieningselementen Bediening van de apparaatbesturing Bediening van de apparaatbesturing 4.3.1 Hoofdweergave Na het inschakelen van het apparaat of beëindigen van een parameterinstelling schakelt de apparaatbesturing altijd weer om naar de hoofdweergave. Dit betekent dat eerder geselecteerde instellingen worden overgenomen (door signaallampjes worden weergegeven) en de instelwaarde van de draadsnelheid in het linker lasgegevensdisplay wordt weergegeven.
Beschrijving van de werking Instelling beschermgashoeveelheid Beschrijving van de werking Instelling beschermgashoeveelheid Zowel een te lage als een te hoge instelling van beschermgas kan lucht naar het lasbad leiden en hiermee poriën vormen. Pas de hoeveelheid beschermgas aan de desbetreffende lasopdracht aan! •...
Beschrijving van de werking Draad invoeren Draad invoeren De functie “invoeren van draad” dient voor het spanningsloos en beschermgasvrij invoeren van de draadelektrode na het vervangen van de draadspoel. Door het lang indrukken en ingedrukt houden van de drukknop “invoeren van draad”, wordt de draadinvoersnelheid verhoogd in een slope-functie (speciale parameter P1 >...
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen MIG/MAG-lassen 5.4.1 Selecteren Voor de lasopdrachtselectie moeten de volgende stappen worden uitgevoerd: • Lasmethode kiezen. • Werkwijze selecteren. • Lasvermogen (draadsnelheid en lasspanning) instellen. • Dynamiek zo nodig corrigeren. 5.4.2 Lasmethode Lasmethode MIG/MAG-lassen kiezen. Afbeelding 5-5 5.4.2.1 Bedrijfsmodus De bedrijfsmodus bepaalt het met de lastoorts gestuurde procesverloop.
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.4.2.2 Lasvermogen (arbeidspunt) De besturing werkt volgens het principe van de tweeknopsbediening. Voor de instelling van het werkpunt wordt enkel de draadsnelheid en de lasspanning overeenstemming het soort materiaal, het beschermgas, de materiaaldikte en de draaddiameter (zie ook tabel Instelrichtlijnen in de bijlage > zie hoofdstuk 7.1) ingesteld.
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.4.2.3 Vlamboogdynamiek (smoorspoelwerking) Met deze functie kan de vlamboog van een smalle, harde vlamboog met diepte inbranding (positieve waarde) aan een brede en zachte vlamboog (negatieve waarde) worden aangepast. Aanvullend wordt de geselecteerde instelling met signaallampjes onder de draaiknoppen weergegeven. Afbeelding 5-8 5.4.3 Expertmenu MIG/MAG...
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 5.4.3.1 Terugbranden draad De parameter draadterugbrand verhindert het vastbranden van de draadelektrode in het lasbad resp. aan de contacttip aan het eind van het lasproces. De waarde is optimaal vooraf ingesteld voor diverse toepassingen (kan echter indien nodig worden aangepast). De instelbare waarde staat voor de tijd totdat de stroombron de lasstroom uitschakelt nadat het lasproces is stopgezet.
Pagina 19
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 2-takt-bedrijf Afbeelding 5-10 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit. •...
Beschrijving van de werking MIG/MAG-lassen 4-takt-bedrijf Afbeelding 5-11 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit. •...
Beschrijving van de werking Elektrodelassen WAARSCHUWING Gevaren door het niet uitvoeren van een inspectie na de ombouw! Vooraleer het apparaat opnieuw in gebruik wordt genomen moet een "inspectie en controle tijdens gebruik" conform NEN-IEC/DIN EN 60974-4 "Vlambooginstallaties - inspectie en controle tijdens gebruik" worden uitgevoerd! •...
Beschrijving van de werking Gutsbranders 5.5.4 Hotstart Voor het veilig ontsteken van de vlamboog en een toereikende verhitting op het nog koude basismateriaal aan het begin van het lassen zorgt de functie hotstart. Het ontsteken vindt daarbij na een bepaalde tijd (hotstarttijd) plaats met verhoogde stroomsterkte (hotstartstroom).
Beschrijving van de werking Speciale parameters (uitgebreide instellingen) 5.7.1.2 4T/4Ts-Tipstart (P9) In de 4-takt – tipstart – bedrijfsmodus wordt door tippen van de brandertoets onmiddellijk in de 2de tact geschakeld, zonder dat daarvoor stroom moet vloeien. Indien het lasproces moet afgebroken worden, kan de brandertoets een tweede keer worden getipt. 5.7.1.3 Hold-functie (P15) Hold-functie actief (P15 = 1)
Beschrijving van de werking Configuratiemenu voor apparatuur Configuratiemenu voor apparatuur 5.8.1 Selectie, wijziging en opslag van parameters Afbeelding 5-21 Display Instelling / selecteren Leidingsweerstand 1 Leidingsweerstand voor de eerste lasstroomkring 0 mΩ - 60 mΩ (8 mΩ af fabriek). Leidingsweerstand 2 Leidingsweerstand voor de tweede lasstroomkring 0 mΩ...
Beschrijving van de werking Configuratiemenu voor apparatuur 5.8.2 Compensatie leidingsweerstand De weerstandswaarde van de leidingen kan rechtstreeks of op de stroombron worden ingesteld. Bij levering is de leidingsweerstand ingesteld op 8 mΩ. Deze waarde komt overeen met een 5 m massakabel, een 1,5 m tussenslangpakket en een 3 m watergekoelde lastoorts.
Beschrijving van de werking Configuratiemenu voor apparatuur 1 Voorbereiding • Lasapparaat uitschakelen. • Gaskop losschroeven van de lastoorts. • Lasdraad aan de contacttip kort afknippen. • Lasdraad aan het draadaanvoerapparaat een stuk (ong. 50 mm) terugtrekken. Nu is er geen lasdraad aanwezig in de contacttip.
Verhelpen van storingen Softwareversie van de apparaatbesturing weergeven Verhelpen van storingen Alle producten worden onderworpen aan strenge productie- en eindcontroles. Mocht er desondanks toch een keer iets niet werken, controleer het product dan aan de hand van de volgende lijst. Als geen van de aangegeven mogelijkheden om het defect te verhelpen werkt, waarschuw dan de officiële dealer.
Pagina 29
Verhelpen van storingen Foutmeldingen (Stroombron) Fout Categorie Mogelijke oorzaak Oplossing (Err) 18 - Fout tachogeneratorsignaal Verbinding en de tachogenerator van het tweede draadaanvoerapparaat (slave- aandrijving) controleren. 56 - Uitval stroomfase Netspanningen controleren 59 - Apparaat incompatibel Apparaatgebruik controleren 60 - Software-update vereist Servicedienst informeren.